vrijdag 27 december 2013

De Zomer van Levi Leipheimer Hoofdstuk 11

-11-

Vandaag drinkt Murk niet. Hij is van plan te gaan schrijven.

Bij de ingang van de bibliotheek ligt een rode loper. Er staan drie fotografen en er lopen een heleboel politieagenten rond.
Het lijkt Murk erg onwaarschijnlijk dat deze soesa voor hem is bedoeld en hij informeert naar de reden.
"Wat is er nu weer aan de hand?"
De mannen staren naar de afbeelding van de indiaan op het sweatshirt van Murk en beginnen te brullen van het lachen.
"Winnetou, het zaad is al naar binnen toe!"
Murk verwaardigt zich maar niet om hierop te reageren. Deze oneliner was al versleten toen hij nog op de lagere school zat.
"Een inkoppertje hĆØ?", loeit fotograaf nummer twee.
"Nou, dat inkoppen laat ik dan maar aan Winnetou over", repliceert Murk.
Hij loopt, hierbij schroomvallig de loper vermijdend, de trappen van de BBB op.

In de lift vangt Murk op dat het prinses Laurentien, in het kader van de week van de alfabetisering, heeft behaagd de BBB te bezoeken.
Murk denkt er het zijn van.
"Dan krijg je straks vast nog meer mensen die denken dat ze een boek kunnen schrijven."
Hij besluit zijn cultuurpessimisme via de mail met zijn zus Jacqueline te delen.

Hoi Jacq,

Gelezen in de Metro, in de rubriek Missers waar spelfouten e.d. uit de krant van vorige dagen worden gemeld: 'Anni Friesinger keert niet terug op het eis, moet keert niet terug op het ijs zijn.'
De (uitzend)krachten die de persberichten over moeten tikken en daar een eenvoudig krantenkopje bij moeten maken, kunnen niet eens spellen.
En dat in de week van de alfabetisering!!!!!!!
Ze zullen wel les hebben gekregen van leraren die ook niet kunnen spellen. Wat een land!!!
"Hoe schrijf je deslyctisc?" 

Murk voelt zich door hevige nadorst gedwongen de BBB na een paar uur te verlaten.
Nadorst is het voltooid deelwoord van drinken: 'drinken, dronken, nadorst'.
Hij koopt bij de dichtstbijzijnde JanCampert een paar biertjes en slaakt een verzuchting.
"Ach, ik ben gedeeltelijk geheelonthouder, maar vergeet af en toe waarom." 

Na het tweede blikje kan Murk het ondraaglijke gewicht van het leven weer enigszins aan en keert terug naar de bieb.
Schrijven na drinken valt zwaar. De fantasie is genoeg aanwezig, maar het is moeilijk om nauwkeurig te kunnen formuleren.
Derhalve besteedt Murk de rest van de dag aan het uittikken van ingevingen, schuift het schrijfwerk aan zijn roman op de lange baan en vertrekt, met een toch nog enigermate tevreden gevoel, huiswaarts.

Net voordat de pont over de Doolaard aan de overkant is, trapt een puberjongen z'n brommer aan en steigert, flink gas gevend, tegen de klep op. De klep daalt langzaam. Het kan de jongen niet snel genoeg gaan. Hij laat de koppeling los en de brommer schiet vooruit. Helaas heeft de pont de kade nog niet helemaal bereikt. Een foutje van de pontbaas, of een doelbewuste poging een lid van de jeugd van tegenwoordig een lesje te leren? De brommer stort in de Doolaard. De puber kan zich nog net aan de klep vastklampen.

Murkt loopt naar huis en begroet ma. Zij reageert niet.
Als hij een klein uur later het eten opdient, kijkt moeder verbaasd op.
"O, ben jij het!"
Het is elke keer weer schrikken als een nieuwe fase in het dementeringsproces zich aandient.