woensdag 21 augustus 2013

De Zomer van Levi Leipheimer hoofdstuk 7

-7-

Murk wordt wakker.
Hij vindt dat hij toch maar weer eens aan zijn roman moet gaan werken,
Zo'n feestje is leuk, maar als je de volgende dag met een zwaar hoofd ontwaakt rest slechts schuldgevoel en spijt dat je tijd en energie in zinloze bezigheden, zoals drinken, hebt gestoken.
Hij vertrekt al vroeg naar de BBB en verlaat zijn werkplek die dag alleen om een sigaret te roken, iets te eten, zijn benen te strekken en naar het toilet te gaan.

Als Murk na een korte pauze weer in de bibliotheek terugkeert, is de entreehal gevuld met politieagenten en blijkt het onmogelijk te zijn van de liften gebruik te maken, omdat deze met rood-witte linten zijn afgezet.
Hij neemt de roltrap en is er op de tweede verdieping getuige van dat de ecoist Wijnand Duyvendak, die zijn boek 'Klimaatactivist in de politiek' daar presenteert, getaart wordt door leden van de rechts-extremistische groep Voorpost.
Murk besluit zijn heil twee verdiepingen hoger te zoeken en ziet op het moment dat hij
achter een computerterminal kruipt en net wil gaan inloggen achter hem nog twee leden van Voorpost opduiken, die een spandoek ontrollen en luid beginnen te schreeuwen.
“Duyvendak in de bak!”.
Murk bedenkt dat de mensen die vinden dat het in bibliotheken altijd een saaie bedoening is weer eens ongelijk hebben gekregen.
“Dat zal je altijd zien, zelfs als je je voorneemt gewoon eens een dagje in alle rust in een leeszaal door te brengen, word je ook daar nog met hectiek geconfronteerd.”
Het doet hem terug denken aan de dag dat hij de rechtbank bezocht om een proces, dat tegen René Roemersma werd gevoerd, bij te wonen.
René R. werd er van verdacht lid te zijn van de 'RARA', de 'Revolutionaire Anti-Racistische Actie', een terreurgroep die in de jaren '80 op gewelddadige wijze actie voerde tegen bedrijven die handel dreven met Zuid-Afrika, waar op dat moment het apartheidsregime nog volop heerste.
Op het moment dat Murk na afloop van de zitting op de stoep een sigaret opstak werd hem om een vuurtje verzocht.
Hij had zijn aansteker al uitgeleend zonder er bij stil te staan dat deze ook wel eens gebruikt zou kunnen worden voor het aansteken van een rookbom.
De Mobiele Eenheid greep in en Murk maakte tegen wil en dank pardoes deel uit van een groep, die door een peloton mannen met gummiknuppels door de hele stad werd nagezeten.
Onderweg sneuvelden er ruiten van diverse banken en het beursgebouw en uiteindelijk was hij met een tiental anderen de universiteitsgebouwen op het SimonVestdijkGasthuisterrein binnen gevlucht.
Op de toiletten volgde een confrontatie met enkele leden van de ME.
Een agent verordende dat iedereen op de grond moest gaan zitten, nummer twee riep iets over tegen de muur gaan staan en agent drie brulde dat alle aanwezigen zich naar buiten moesten begeven.
Murk wilde best gevolg geven aan deze verzoeken, maar wist niet hoe hij dit in de praktijk ten uitvoer moest brengen.
Uiteindelijk werd het hele groepje een busje in gedreven en werden de personen die niet aan het rellen hadden deelgenomen daar na vijf minuten ook weer uit gebonjourd.
Een van de agenten vond het daarbij nog wel nodig om op luide toon zijn mening te geven over het vonnis dat een uur eerder over de van terrorisme verdachte was uitgesproken.
“Het is goed dat die klootzak vijf jaar heeft gekregen.”
Met de kennis van nu weet Murk dat Roemersma inderdaad bij de brandstichtingen betrokken is geweest, maar indertijd overheerste bij hem slechts de vraag of agenten eigenlijk niet gewoon neutraal horen te zijn als zij hun functie uitoefenen.

Murk werkt nog een tijdje door, maar de concentratie is verdwenen.
Hij gaat vroeg naar huis.

Ma Hemelsoet heeft alweer een brief klaarliggen om op de post te doen.
Ze heeft er alle postzegels van 5 penning opgeplakt die Murk speciaal heeft gekocht om als aanvulling op de postzegels van 39 penning, die zijn moeder nog in ruime hoeveelheden heeft liggen, te kunnen dienen.