zondag 26 maart 2017

Lentebal Hoofdstuk 15

-15-
Das Narrenschiff

das Narrenschiff dereinst erfand
der kluge Herr sebast'ian brant
den Narren hielt er Spiegel vor
zu zeigen im Gesicht den Tor
die Narreteien machen toll
wo doch vernunft geleiten soll
das Land von Narren wird regiert
das einfach Volk wird arg verführt
von Narren die Minister sind
sei hier die Rede ganz geschwind
und über Narren neun plus acht
der Urinus besonders lacht!
Sebastian Brant

Murk ontwaakt. Het is veel te mooi weer om binnen te zitten en hij heeft ook helemaal geen zin om zich weer de hele dag blind te staren op zinnen waarvan hij zich blijft afvragen of ze eigenlijk wel goed genoeg zijn.
Hij neemt zich voor, na het bezoek dat hij aan het eind van de ochtend aan de tandarts moet brengen, in het centrum te blijven en te kijken of zijn vrienden op het bankje voor de Vondelkerk te vinden zijn.
Hij besluit deze ochtend dan ook maar niet uitgebreid te gaan beschrijven. Hij heeft het gevoel dat het hoofdstuk al lang genoeg wordt en beter kan beginnen met het bezoek aan de tandarts.

De wachtkamer is deze keer erg vol. Druk bevolkt met mensen waaraan het langdurig zwerven en het jarenlang gebruik van alcohol en drugs duidelijk is af te zien.
Op het moment dat een van de tandartsen langs de wachtenden loopt, springt een grote man op en begint luid te schreeuwen.
''Tandarts!''
De tandarts krimpt ineen. Murk vreest dat hij getuige gaat zijn van een confrontatie tussen een agressieve en verwarde cliënt, die niet geheel tevreden is over een behandeling, en een tandheelkundige, die zich het lot van mensen aantrekt die met minder goede gebitten bedeeld zijn.
Maar de wilde man blijkt slechts behoefte te hebben een vriendelijke wens uit te spreken.
''Gelukkig Nieuwjaar, tandarts.''
Murk denkt dat de verlate welvarensaanzegging wel te wijten zal zijn aan de lange wachtlijsten die bij de tandheelkundige afdeling van de DoeschkaMeijsingkliniek bestaan en zakt terug in zijn stoel.
De dentale behandeling, die Murk nog moest ondergaan om volledig gesaneerd te worden, is spoedig voorbij. Hij haast zich naar het dichtstbijzijnde filiaal van de JanCampert om bier in te slaan en loopt naar de Vondelgracht.
Bij het Justus van Maurikplein loopt Murk Eddy Dubois en Harry Spaan tegen het lijf.
Zij zijn ook op weg naar de Vondelkerk en vertellen dat het toevalligerwijze voor hen ook de eerste keer in weken is dat ze deze plek gaan bezoeken.
Het feit dat ze in het bezit zijn van een tas met een grote hoeveelheid bier is iets minder uitzonderlijk. Het gestaag afnemen van het gewicht van de tas doordat zij de inhoud van de blikken in hoog tempo door hun keel gieten, is al helemaal geen verrassing.
Murk is hierbij zeer behulpzaam. Ondertussen licht hij zijn kompanen in over de vorderingen die hij de laatste tijd met zijn boek heeft gemaakt.
De vrienden trekken hieruit de voorbarige conclusie dat het dus erg goed gaat met Murk. Dat wil hij niet volledig onderschrijven.
''Nou ja, ik zit op dit moment net weer in zo'n fase waar ik me afvraag of alles wat ik schrijf wel goed genoeg is om uiteindelijk een boek te kunnen worden.''
Eddy en Harry wekken de indruk dat zij graag alles over de twijfels van hun schrijvende vriend willen weten. Murk heeft aan een half woord genoeg om verder uit te wijden.
''Bernlef zei onlangs in een interview dat het in de kunst onmogelijk is gemiddeld te zijn. Een middelmatige bakker kan nog wel, maar een doorsnee schilder is een zondagsschilder.''
Harry en Eddy tonen begrip voor de onzekerheid over de aanwezigheid van voldoende talent, die Murk bij tijd en wijle overvalt. Zij weten zijn woordenstroom te stuiten door hem te verzekeren dat hij vooral moet doorgaan met schrijven.

Harry, Eddy en Murk bereiken de Vondelgracht.
Het linkerbankje voor de kerk is reeds in bezit genomen door Ruud Voordewind, Julio Bierman en Karel Nooitgedacht. Het zojuist gearriveerde trio neemt plaats op het bankje ter rechterzijde.
Na een tijdje zijn de posities op de bankjes enigszins gewijzigd en zijn Murk en Karel verstrikt geraakt in een tweespraak over de huidige politieke situatie in Gedogia.
Volgens Karel is er geen partij te vinden waarbij hij zich echt thuis voelt.
''De PvdA, de partij voor de asocialen vind ik niets. De SP is me te sociaal populistisch.
De D in D66 staat voor mij voor draaikonten. En ik moet ook niet aan een triomf van Wilders denken. Dat klinkt me teveel als een titel van een Duitse propagandafilm. Rita Verdonk is een irritante tante, een inconveniënte trut. De minister van volksgezondheid slaat alleen Ab Klinkklare nonsens uit. Hij loopt dan wel warm om de leiding van het CDA over te nemen, maar volgens mij weet hij niet eens dat je van een bijensteek ook bijwerkingen kunt krijgen. En de Partij van de Dieren durft het niet eens aan een openbaar partijcongres te houden, omdat ze bang zijn dat er wellicht een catfight tussen de twee dames die nu in de Tweede Kamer zitten, zou ontstaan en iedereen dan zou merken dat ze niet zo eensgezind zijn.''
Murk merkt schertsend op dat Karel dan in godsnaam maar zijn eigen politieke beweging moet gaan oprichten.
''En als jij de kar trekt, wil ik je wel helpen door de functie van spindoctor voor mijn rekening te nemen. Als het echt moet.''
Karel wimpelt de aangeboden hulp af. Hij vertelt over een documentaire over de speechschrijver van de toespraken voor president Davis van de Verenigde Staten, die hij onlangs heeft gezien. Dat hij daar meer dan genoeg van heeft opgestoken zelf zijn woorden te kunnen kiezen.
''Die Jon Favroeu is zeer oké. Maar ik denk dat ik best zelf een paar teksten kan verzinnen. Die zijn dan tenminste ook nog heel wat poëtischer.''

De zucht van Karel om lucht aan zijn politieke inspiraties te geven, wordt gesmoord door de aankomst van een fluisterbootje dat voor de kerk aanmeert.
De vrouw aan het roer werpt Eddy, die haar blijkt te kennen, een tros toe.
Eddy stelt de dame voor als Elly. Zij verklaart dat ze een maidentrip met het vaartuig aan het maken is en binnenkort met betalende passagiers zal gaan varen. Ze nodigt de bankzitters uit voor een tochtje.
De invitatie wordt geestdriftig geaccepteerd. Iedereen gaat aan boord en nadat de tas met de biervoorraad zodanig is geplaatst dat er een zeker evenwicht is bereikt, kan de tocht een aanvang nemen zonder een al te groot gevaar voor verdrinking van de schepelingen op te leveren.
Harry en Eddy nemen uitgebreid de tijd om zich achterin de boot te nestelen. Zij zorgen ervoor dat de achterkant van het vaartuig diep genoeg in het water blijft om de schroef genoeg weerstand te bieden voldoende slagen in de rondte te laten maken om vooruitgang te kunnen boeken. Ze geven luid commentaar op nagenoeg alle vrouwen die ze wel zien zitten, lopen of staan.
Ruud en Julio zitten veilig in het midden van de boot. De eerste beperkt zich tot het veelvuldig uiten van zijn ingenomenheid met het buitenkansje een gratis boottochtje te maken. De ander draagt er zorg voor dat de meegebrachte hoeveelheid bier eerlijk over alle dorstige opvarenden wordt verdeeld.
De kapiteine voor hen aan het roer concentreert zich op het druk heen en wedervarend verkeer op de waterweg en beperkt zich tot stuurs voor zich uit te kijken.
Karel en Murk zitten voorin de boot te genieten van het uitzicht en hervatten de zojuist begonnen deliberatie over de situatie waarin het landsbestuur zich bevindt. Vooralsnog zijn zij het roerend eens dat er veel goede stuurlui aan de politieke wal staan.
Het scheepje neemt een ruime bocht en glijdt soepel een smalle zijgracht in.
Op de brug zijn een paar toeristen druk bezig elkaar te fotograferen. Volgens Murk vragen ze er gewoon om van advies voorzien te worden teneinde de opnames beter te doen slagen. Hij houdt zich niet in.
''Hi, just say double cheeseburger. That gives you a much bigger smile then just saying cheese.''
De toeristen rennen naar de andere kant van de brug en zijn nog net op tijd om het daar weer opduikende bootje na te roepen.
''Are you hired by MacfuckingDonalds?''
Murk lacht luid en schudt ontkennend zijn hoofd.
Een stel landgenoten probeert driftig wenkend zijn aandacht te trekken. Ze willen weten of ze de op de juiste weg zijn naar de drijvende markt waar zaden, bollen, verse bloemen en prullaria verhandeld worden.
Murk is helemaal niet te beroerd met luide stem en ferme gebaren de gewenste informatie te verstrekken.
''Voor de bloemenmarkt kunt u hier het beste schuin afsteken.''
Het stille schuitje scheert liefelijk verder langs een gebouw waarin vroeger een dagblad kantoor hield. De krakers die er sinds jaar en dag gehuisvest zijn, hebben door middel van een aan de gevel hangend spandoek duidelijk gemaakt dat de tijden veranderd zijn sinds leegstand nog oorlog was.
Bewoning is mede mogelijk gemaakt door de kraakbeweging”.
De boot passeert het Anne Frankhuis.
Een in felgekleurde legging gehulde Amerikaanse dame, die zich in de lange rij wachtenden voor de ingang heeft geposteerd, geeft er op luid schetterende toon blijk van dat ze nog geen tijd heeft gehad het dagboek tot het eind uit te lezen of over een geheugen beschikt dat danig aan slijtage onderhevig is.
''I wonder if she's at home?''
Er wordt een nieuwe bocht in de gordel der grachten gerond.
Murk vindt het nodig de volgende groepen toeristen te woord te gaan staan.
Een gezelschap homoseksuelen krijgt te horen dat ze ''for gay street first straight to the right'' moeten en een kudde aangeschoten Britten wordt snel de weg naar het Seksmuseum gewezen.
''For the Red Light District you have to take the Albert Verweystraat. Till you reach the Jacob Catsplaetse. That’s the square with our National Monument. It looks mostly like a very large white phallus. Because it's a bit crooked to the left, it's pointing out exactly the right way to the Sexmuseum, when you come from this side.''
De boot breekt traag de oppervlaktespanning van het water van een nieuwe gracht.
Julio opent de tas met de biervoorraad en begint rond te delen.
Elly slaat het haar aangeboden blikje met een kort schudden van het hoofd af.
Het politieke dispuut tussen Murk en Karel laait weer op. De twee vrienden in het midden van de boot en de achterbankzitters beginnen nu ook belangstelling voor de gedachtewisseling te tonen.
Karel voelt wel iets voor een zakenkabinet van capabele vakministers die niet aan partijpolitiek doen.
''Nu worden mensen die geen verstand van zaken hebben gewoon minister of staatssecretaris als beloning, omdat ze jarenlang trouw de partijlijn hebben gevolgd. Kamerleden maken hun keuzes hierdoor veel te vaak niet op grond van hun principes, maar omdat de fractieleiding voor hen heeft besloten dat een kabinet gesteund moet worden. Of juist ten val dient te worden gebracht.
Karel dendert nog een tijd door over de manier waarop het volgens hem anders en beter zou kunnen.
''Het zou moeten zijn zoals het oorspronkelijk in de grondwet is vastgelegd. Met parlementariërs die vrij mandaat hebben, omdat hun bevoegdheden persoonlijk aan hen zijn toegekend. Niet aan een fractie of partij en zij zonder last of ruggespraak hun stem uit mogen brengen. Dan krijg je ook een goed werkend duaal stelsel. Met partijleiders die in de kamer zitten en er steeds hun uiterste best voor moeten doen hun fractie achter zich te krijgen. Dan zou een degelijke groep bestuurders het land regeren en een echte meerderheid voor hun plannen in het parlement moeten zien te krijgen. En als zo'n minister dan een fout maakt, of tegen de meerderheid ingaat, wordt hij of zij weggestemd. Of kan de eer aan zichzelf houden en opstappen.''
Eddy merkt op dat het pas echt democratisch zou zijn als het volk meer te zeggen krijgt.
Karel veegt alle argumenten voor referenda overboord.
''Dat gaat al te vaak mis. Er zijn altijd rare groeperingen. Dan wordt zomaar geroepen dat iets verkeerd is en is er, onder de kleine groep mensen die de moeite neemt om bij een volksraadpleging hun stem uit te brengen, al snel een meerderheid die tegen het voorstel is.''
Karel geeft het voorbeeld van een referendum in de stad Groningen waar door de tegenstanders van de bouw van een parkeergarage werd gesuggereerd dat de Martinitoren hierdoor wel eens om zou kunnen vallen.
''Het hoort toch niet zo te zijn dat als je iets heel hard roept dit waar wordt en je het gelijk aan je kant krijgt? Ik heb liever dat er in dit soort aangelegenheden voor mij besloten wordt door mensen die eerst deskundigen raadplegen. Die rekening houden met de denkbeelden van hun kiezers en daarna een gedegen afweging maken. Het is meer dan voldoende als er eens in de vier jaar verkiezingen zijn. Bij het systeem dat ik propageer, zullen de mensen die gekozen zijn ervoor waken dat ze hun beloftes niet breken. Ze weten dat ze daar later persoonlijk op worden afgerekend. Dat effect is des te sterker, omdat ze niet langer bang hoeven te zijn dat hun ministers in problemen komen. Het maakt dan niet meer uit of ze tot een regeringspartij behoren of lid van de oppositie zijn.''
Blijkbaar zit Karel nog veel meer dwars in de hedendaagse Gedogiaanse politiek, want hij snijdt meteen het volgende breekpunt van de taart van de door hem beoogde staatkundige vernieuwingen aan.
''We zouden ook een kiesdrempel van vijf procent moeten hebben. Zoals bijvoorbeeld in Duitsland. Dan zijn we ook meteen verlost van al die vage one-issue partijtjes. Denk je eens in, een land zonder de Partij voor de Dieren. Die moeten hun standpunt dan maar bij andere partijen, bijvoorbeeld GroenLinks, proberen in te brengen. En zijn we ook voor eens en altijd af van het christenextremisme.''
Murk is het hier mee eens. Enerzijds zou het een zegen zijn als dergelijke groeperingen van de politieke kaart worden geveegd, anderzijds hebben de kleine partijen eigenlijk toch nooit echt iets in de melk te brokkelen gehad en is elke stem die je erop uitbrengt verloren.
Karel laat geen spaan heel van de lans die Ruud voor gekozen burgemeesters en premiers probeert te breken.
''Nee, man! Dan krijg je toch alleen maar mensen die zich op welk vlak dan ook erg populair hebben gemaakt en van andere zaken net zoveel verstand hebben als jij en ik. Ben je vergeten dat ze André Hazes indertijd in de gemeenteraad van de Ronde Venen hebben gekozen.''
Ruud bint in. Hij vindt met terugwerkende kracht ook dat beslissingen in belangrijke zaken toch maar beter aan mensen die wel ergens verstand van hebben, kunnen worden overgelaten. Karel kan zijn uiteenzetting vervolgen.
''Het is net zoals je kunt kiezen welke arts je bezoekt en of je een bepaalde behandeling wel of juist niet wilt ondergaan. Maar dat je, als je dat doet, gewoon moet vertrouwen op een persoon die wel de vakkennis bezit en zijn uiterste best doet je beter te maken.''
Murk schaart zich eveneens achter Karel en draagt een voorbeeld van een ietwat ongenuanceerde opvatting van een der leden van het volk aan de redenatie bij.
''Laatst stond er een heel leuke column in een krant over een man die erg beledigd was, omdat hij al jaren op partijbijeenkomsten van diverse partijen die in de gemeenteraad van Warmendam zitting hebben, had geschreeuwklaagd dat er nooit iets was gedaan aan bepaalde zaken, waarover hij toch steeds had geroepen dat hij graag zou zien dat ze anders uitgevoerd zouden worden. Hij was hierbij even vergeten dat hij niet de enige bewoner van zijn buurt was en dat er dus, helaas voor hem, ook mensen waren die er anders over dachten waar ook rekening mee gehouden moest worden.''
Karel haakt hierop in. Hij betoogt dat als je iets gedaan wilt krijgen, je altijd nog lid van een partij kunt worden en met goede argumenten meerdere mensen tot hetzelfde standpunt kunt overhalen. Hij trekt nog maar eens een parallel naar de landelijke politiek.
''Als je in de Tweede Kamer zit, kan je namens de mensen die je vertegenwoordigt gewoon over elk onderwerp Kamervragen stellen. Als de desbetreffende minister daar dan geen juist weerwoord op heeft, verliest hij vanzelf zijn parlementaire steun. Daarnaast bestaat er ontegenzeglijk ook nog altijd het recht van amendement en initiatief, waarmee volksvertegenwoordigers kunnen voorstellen een wet te wijzigen of een nieuw wetsvoorstel kunnen indienen als ze daar een meerderheid voor weten te vergaren. Als er een grote groep burgers ergens voor of tegen te hoop loopt, zou je ook wel gek zijn als je daar niets mee zou doen. Omdat je daar anders bij de volgende verkiezingen genadeloos op wordt afgestraft.
Murk merkt op dat Nooitgedacht nu in herhalingen begint te vervallen.
Eddy lachroept dat hij dan wel de laatste is die daar iets van mag zeggen, omdat hij daar zelf ook een handje van heeft. Karel herneemt zijn verhandeling.
''Dat is pas directe democratie. Iedereen die gekozen is, moet constant scherp in ogenschouw nemen wat er in de samenleving speelt. Alle demonstraties op pleinen en straten in de gaten houden. Het overleg met de achterban nooit uit de weg gaan. Lobby's van belangengroepen en initiatieven op internet blijven volgen. Maar moet daarnaast ook wel tijd uittrekken erover na te denken. Opdat hij of zij, na contemplatie, uit kan leggen waarom iets is besloten.''
Karel doet erg zijn best om zijn stellingen te staven door een wel erg theoretisch voorbeeld te poneren hoe het volgens hem dan in de praktijk zou verlopen.
''Een voorstel voor een nieuwe kerncentrale in een natuurgebied kan rekenen op verzet uit de milieubeweging. Radioprogramma's, zoals bijvoorbeeld Vroege Vogels, zullen de luisteraars met hulp van bekende Gedogianen oproepen om een internet petitie te ondersteunen. De politiek zal uit zelfbehoud die lijn wel moeten volgen. Dus dat betekent dat er dan veel Kamerleden tegen het voornemen zullen stemmen. Een minister die niet doet wat de meerderheid der Staten Generaal wil, heeft dan de keuze het plan niet uit te voeren of zijn biezen te pakken.''
Ruud komt met het voorstel alle mensen die een IQ onder de honderd hebben stemrecht te ontnemen. Dat gaat Karel te ver. Hij verklaart glimlachend dat dit hem wel een aanlokkelijk idee lijkt, maar in de praktijk nooit haalbaar zal zijn.
''Dat krijgen ze er nooit doorheen. Want daar moet je dan eerst een tweederde meerderheid in het parlement voor zien te krijgen. En dat ook nog eens vier keer. Eerst zowel in de Tweede Kamer als in de Senaat. En dat dan na nieuwe verkiezingen nog een keer. Dat lukt dus nooit in een land waar zelfs de modale parlementariër de door jou voorgestelde ondergrens qua intelligentiequotiënt nauwelijks haalt. Aldus rest onze politici niets anders dan te roeien met de riemen die ze nu hebben. Met een degelijk beleid en daarnaast goede voorlichting waarbij wordt uitgelegd waar je mee bezig bent. Je kunt dan ook nooit meer zomaar iets beloven wat je niet kunt waarmaken. Omdat je in dat geval het gepiepelde gepeupel nimmer meer achter je krijgt.''
Murk krijgt de kans om te vertellen dat hij onlangs ergens heeft gelezen dat angstige mensen rechtser stemmen. Maar deze kanttekening drijft over het water en mist zijn doel.
Harry is onderwijl behoorlijk enthousiast over de ideeën van Karel geworden en merkt op dat hij in hem best de leider van een nieuwe beweging kan zien.
''Het is weer eens wat anders. Een politicus die zich nu eens niet rechts voor zijn raap uitspreekt, maar iemand met zo maar een mening over dingen én iemand waar je toch ook gewoon gezellig een biertje mee kunt drinken.''
Eddy vraagt zich hardop af of het inmiddels niet de hoogste tijd is voor een sterke man.
Volgens Murk is het nog lang niet zover.
''Die heb je alleen nodig in tijden van crisis en oorlog. Dat zag je in de 17e eeuw toen de gebroeders De Witt afgemaakt werden op het moment dat de nood aan de man kwam en er behoefte aan een krachtdadiger persoonlijkheid was. Het tegenovergestelde is ook wel eens gebeurt. Na de Tweede Wereldoorlog werd Winston Churchill ondanks zijn populariteit niet herkozen, omdat zijn rol was uitgespeeld.''
Ruud beschrijft een mooi stukje van een documentaire, die hij de vorige avond op het themakanaal Geschiedenis 24 op internet heeft gezien.
''Theo van Gogh ging in debat met een grote groep moslims. Dat zie ik die lafbek van een Wilders nog niet doen.''
Harry moet heel hard lachen als Ruud vertelt dat een van de mannen riep er erg trots op te zijn dat hij al 25 jaar praktiserend moslim was. Hij fantaseert hoe Van Gogh wellicht op die mededeling heeft gereageerd.
''En toen vroeg Theo natuurlijk of die vent soms verwachtte dat ie daar een gouden horloge of een lintje voor zou krijgen?''
Het geproest om deze laatste uiting gaat gepaard met een grote hoeveelheid rondvliegend bierschuim.
Elly vraagt of de heren zich wellicht enigszins zouden willen gedragen.
Iedereen belooft beterschap. Helaas is na een paar minuten de conversatie qua volume en wellevendheid weer op hetzelfde niveau.
Julio onthult dat hij eigenlijk best tevreden is met de huidige premier van Gedogia en vertelt over een YouTube clipje dat hij onlangs heeft gezien.
''Frans Bauer trad tijdens het jaarlijkse springconcours van de CHIO op. Hij zag Balkenende in het publiek staan, trok hem en een aantal fans het podium op en er ontstond een polonaise.''
Eddy wil weten of het geen lookalike van de premier was. Er was immers onlangs ook een dubbelganger van president Davis op het carnaval in Brazilië opgedoken.
Julio spreekt de hoop uit dat de premier niet het voorbeeld van de Japanse minister-president Hatoyoma, die recentelijk een muziek-cd heeft uitgebracht, volgt.
''Ik moet er niet aan denken dat Balkenendje Jan Smit belt en hem vraagt een duet met hem op te nemen.''

Karel wedergangt over de festiviteiten die ter gelegenheid van het feit dat het twintig jaar geleden is dat de muur tussen Oost- en West-Duitsland werd beslecht. Hij heeft deze onlangs in het Goethe-Institut, het centrum voor Duitse cultuur, met een bezoek vereerd.
''Nadat ik me ruimschoots aan gratis braadworst te goed had gedaan en deze met een recht
evenredige dosis gerstenat had weggespoeld, wilde ik mijn erkentelijkheid voor de door mij gesmaakte gastvrijheid betonen. Helaas lukte het mij niet hierbij de juiste toon te zetten daar ik het nodig vond de Tweede Wereldoorlog er met de haren bij te slepen. Nadat ik de oosterburen met deze wel zeer geslaagde Anschluss had gefeliciteerd en mijn dankbaarheid voor de genoten traktaties, die ik als ik het me goed herinner als vorm van wiedergutmachung heb betiteld, had uitgesproken, begon ik ongelukkigerwijze ietwat over mijn dubbele tong te struikelen. Ik meen dat ik onze voormalige minister-president Ruud Lubbers heb geciteerd. Deze grote, katholieke roerganger schijnt ooit gezegd te hebben dat hij zo van Duitsland houdt dat hij er het liefst twee van zou willen hebben. Er werd daar enigszins gepikeerd op gereageerd en toen ben ik uit pure zenuwen mijn teksten met allerlei foute grappen gaan larderen. Het is me natuurlijk bekend dat den Duitser überhaupt geen gevoel voor humor heeft en de verklaring dat ik ''das nicht gewußt hat'' was dus eigenlijk ook wel erg ongepast en toen ik daarna probeerde mijn faux pas goed te maken door dat raadsel over die Ossie met een pikhouweel te vertellen en uit te beelden was het hek helemaal van de dam. Toen ik hun vroeg of zij wisten wat er aan de muur hangt en tikt, was het mijn bedoeling slechts het ijs te breken, en met die harlekinade probeerde ik een beetje begrip tussen de diverse Germaanse broedervolken te kweken.''
Murk schaltlacht. Hij kan zich alleszins voorstellen dat de aanwezige, culturele elite van de oosterbuur niet echt zat te wachten op de geestigheden van de alcoholische fremdkörper. Hij heeft een diep gevoel van spijt dat hij Karel niet veel eerder is tegengekomen. Het is weliswaar fantastisch om de belevenissen van Nooitgedacht uit de eerste hand te kunnen vernemen, maar ongetwijfeld valt dit in het niet bij de ervaring werkelijk ooggetuige van deze gebeurtenissen te zijn. Hij herinnert zich dat Karel hem eens heeft verteld over een trip naar een rockfestival in Denemarken, die de dichter in de vroege jaren '90 heeft gemaakt. Hij had er schoon genoeg van dat hem constant gevraagd werd uit welk land hij afkomstig was.Nadat hij voor de zoveelste keer had gemeld dat hij van Gedogiaanse bloed was, iedereen van hem wilde weten of hij over gesmokkelde verdovende middelen beschikte.
Daarom was hij er na een dag maar toe overgegaan zich voor een inwoner van de eerder dat jaar onafhankelijk geworden staat Estland uit te geven. Hij ontdekte dat hij hiermee ook een aardig neveneffect sorteerde. Vrijwel iedereen reageerde met enthousiasme op deze mogelijkheid om een vrijgemaakte oostblokker in levende lijve te kunnen ontmoeten en hij werd op meer drank getrakteerd dan hij op kon.Het ging nagenoeg de hele avond goed. Tot het moment dat hij bij een kampvuur iemand trof die iets minder goedgelovig was en hem verzocht een bewijs van zijn nationaliteit te tonen. Karel beloofde fluks dat hij zijn paspoort wel even op zou gaan halen. Uiteraard zonder dat hij er ook maar een seconde aan dacht nog terug te keren naar de plaats waar zijn laatste drinkgelag van
die dag had plaatsgegrepen. Hij rekende erop dat de kans de argwaner in de massa nogmaals tegen het lijf te lopen wel heel erg klein was en dat er ten gevolge van de grote hoeveelheid alcohol, die hij de man had zien nuttigen, vast geen sprake van enige herkenning zou zijn. Mocht dit laatste dan onverhoopt toch het geval zijn, kon hij de scepticus altijd nog wijsmaken dat hij wel degelijk de intentie had gehad met zijn paspoort terug te keren maar reeds op de heenweg naar zijn tent hopeloos verdwaald was. Ondertussen kabbelt de politieke discussie tussen de aanwezigen op het fluisterbootje lustig voort. Eddy merkt op dat hij voor elke partij is die het geloof buiten de deur houdt, omdat er toch immers niet voor niets een scheiding tussen kerk en staat in de constitutie staat.
Julio weet eigenlijk niet meer wat hij nog aan het gesprek kan bijdragen. Maar wil toch ook niet achterblijven. Hij uit zijn ongenoegen over de huidige premier. Die is volgens hem gewoon veel te lang aan de macht. 
"Iedereen die te lang heeft geregeerd neemt automatisch aan dat hetgeen hij dicteert onweerlegbaar is.
Dat hij of zij het daarom wel beter zal weten en wordt daardoor enigermate machtswellustig.''
Ruud zou Maarten van Rossem graag als leider van het land zien.
Als Harry daarna ook nog zijn duitje in het zakje heeft gedaan door te verklaren dat Gedogia echt geen bananenbarrepubliek is, constateert Karel genoegzaam dat het misschien toch maar beter is dat hij namens een ieder het woord gaat voeren.
Elly heeft al haar aandacht nodig voor de besturing van de boot en maakt met een lichtelijk geïrriteerd snuiven gewag van het feit dat het gedrag van haar passagiers haar een beetje te gortig aan het worden is.
Karel begint onverstoorbaar aan een verhandeling over een club voor redelijke mensen. Een broederschap waarin alle aanhangers van het vrijzinnige gedachtegoed, die nu nog bij diverse partijen onderdak vinden, hun krachten kunnen bundelen waarover de oud-leider van D66, Thom de Graaf, onlangs heeft verklaard dat hij zielsgraag zo'n beweging zou willen oprichten.
Het betoog wordt door bijkans alle bootgenoten met veel gejoel ontvangen.
Eddy merkt op dat Karel inderdaad vaak vrij zinnig denkt. Julio zwakt deze constatering al meteen af door op te merken dat je het misschien beter eigenwijzinnigheid kunt noemen en dat de ratio bij de poëet ook snel minder wordt na gebruik van alcoholische dranken.
Harry vindt nog even dat de eigen zinnigheid het eerst behoort te komen, maar Karel hoort het niet meer. Hij heeft zich al op weg naar de voorplecht begeven om zijn eerste politieke speech voor iedereen die het horen wil, te gaan houden.
Karel heeft zijn positie op de voorsteven ingenomen, richt zich op en schreeuwt luidkeels dat het roer om moet.
Elly blikt verschrikt om zich heen, beducht alle opdoemende gevaren met een fikse ingreep te ontwijken. Het blijkt dat de politicus in spe met zijn uitlating louter op de koers van het Gedogiaanse schip van staat te hebben gezinspeeld.
Inmiddels staat een flink aantal toehoorders op de kade afwachtend te kijken naar wat komen gaat.
Karel voelt zich hierdoor voldoende gesterkt door te gaan. Daar de anderen in de boot zich vooralsnog van elke vorm van commentaar onthouden, heeft hij het gevoel dat hij de vrije hand heeft al zijn politieke denkbeelden over het volk uit te strooien.
''Het is voorwaar toch overduidelijk dat elkeen voor een duurzaam, sociaal, transparant, veilig, solidair en bovenal leefbaar Gedogia is. Ze vertellen ons dat er nochtans geen enkele reden is ons werkelijk ongerust te maken. Maar de politieke partijen zijn ledenloos. De monarchie levenloos en het volk laveloos. Ik heb altijd met angstvallige nauwgezetheid een stipte neutraliteit in de Gedogiaanse politiek in acht genomen en had geen ander voornemen dan deze houding streng en consequent vol te houden. Maar de huidige toestanden nopen mij nu me te conformeren en een standpunt in te nemen. Thans is voor een ieder de tijd gekomen verantwoording voor zijn en haar daden te nemen en onze plicht als lid van de samenleving te doen. Doet gij den uwen, overal en in alle omstandigheden, ieder op de plaats waar hij is gesteld, met de uiterste waakzaamheid en met die innerlijke rust en overgave waartoe een rein geweten u in staat stelt.''
Karel heeft geen scheeps omroepinstallatie nodig. Hij roeptoetert meer dan luid genoeg om zijn gedachtegoed glashelder op beide kades gehoord te laten worden en gooit het over een ander boeg.
''Groen, liberaal, links of rechts. Wat maakt het uit. Alles mag, niets hoeft zolang je maar mee doet om te zorgen dat onze stad weer een wereldstad wordt en dit land aan de top blijft. Open en gastvrij voor iedereen die zich gedraagt zoals het behoort. Streng maar rechtvaardig zonder gelul over bepaalde godsdiensten of groeperingen die goed of fout zouden zijn. Gedoog datgene waar je niet echt last van hebt en pak de echte overlast en problemen hard aan. Sluit de klootzakken die rottigheid uithalen op en van de maatschappij uit. Iedereen te land, ter zee en in de lucht, hier al generaties wonend of op de vlucht is gelijk, maar sommigen zijn meer gelijk dan anderen. Ik discrimineer ook, want ik maak onderscheid tussen elk individu. Ik slaap met alle geloven op een kussen. Speel advocaat van de duivel en zijn oude moer. Draai iedereen een loer. Snoer elke mond met mijn geouwehoer. Zorg voor goede scholing, buurthuizen, werk. Creëer de mogelijkheid voor iedereen om iets nuttigs te doen met het leven.''
Julio meent dat Nooitgedacht een redelijk alternatief voor het D66 van Alexander Pechtold biedt. Karel negeert deze beschouwing en gaat onvermoeibaar door.
''Wil je dan toch nog een bestaan van doelloos en tot verveling gedrag leiden, is dat jouw probleem. Je hebt de vrijheid een loser te blijven of te pogen er iets van te maken. Feest je te veel, dan bereik je te weinig. Ga je af en toe uit je dak? Oké. Daar is niets mis mee. Maar er moet daarnaast ook flink worden aangepakt!''
Karel kijkt om zich heen en meent uit de alom op hem gerichte blikken op te kunnen maken dat er onder zijn toehoorders nog veel onbegrip bestaat. Hij gaat ertoe over zijn teksten in te dikken tot staccato oneliners om iedereen aan boord en op de wal van zijn gelijk te overtuigen.
''Mijn volk, dit is mijn stad, jouw land, onze staat. Geef ons heden ons dagelijks brood en spelen. Wij leven immers niet bij brood alleen. Er bestaat ook behoefte aan opium voor het volk. Werk, werk, werk. Drank, drank, drank. Nu is de Gedogiaanse Florijn nog hard maar dat zal niet lang duren als er niets verandert. Niet groen links, maar rechts doen. Met de wind in de zeilen en de vlam in de pijp. Soms staat een stoplicht op rood en soms op groen. Fatsoen moet je doen. Ik zeg wat ik doe en doe wat ik zeg. Wie goed doet, goed ontmoet. Er is toch niets mis met normen en waarden? Ik begrijp niet waarom u hier zo negatief en vervelend over doet. Laten we blij zijn met elkaar! Laten wij optimistisch zijn!''
Her en der worden mobieltjes ter hand genomen om de uitbarstingen van Karel te filmen.
Julio is bang dat ze misschien te veel opzien baren en er geen rekening met zijn privacy wordt gehouden.
''Nou, dit zal straks ook wel op een reaguurder-site staan. Het is geen stijl!''
Karel hikt, maar trekt zich verder weinig aan van de voetnoot. Hij maakt een doorstart.
''Gedogia kan het weer! Die COC-mentaliteit. Over grenzen heenkijken. Dynamiek! Toch? Vrijheid. Gelijkheid. Broederschap! Duurzaamheid, transparantie, leefbaarheid. Vrije tijd. Blijheid. Moederschap. Meiden aller provinciën verenigt u. Beveel en wij volgen u. Geef ons uw mandaat en wij regeren u. Met een frisse blik en gevulde glazen vooruit. Ik zal u niet bedonderen. Zestien miljoen mensen op dit kleine kluitje aarde kan je niet het riet insturen.''
Ruud roept juichend dat drs. Mariëtte Iris Hamer daar een puntje aan kan zuigen.
Karel pakt door.
''Wie heeft er water bij de wijn en suiker in de erwtensoep gedaan? Hoed u voor godsdienstwaanzin. Alle godsdienst is immers waanzin. Daardoor ziet u door de splinters van de bomen in het bos, de balk in uw eigen ogen niet meer. Verbrand alle zuilen. U heeft geen kerk nodig. Jullie kunnen van mij allemaal de zegen krijgen.
Tussen moslimwaan en de linkse kerk staan talloze gevaren. Weg met het multicultigelul.''
Murk spreekt de hoop uit dat Geert Wilders dit niet hoort. Karel zou immers nooit willen dat hij vanwege zijn woorden door de volksmenner voor diens politieke karretje wordt gespannen.
Karel nuanceert zijn stellingname en vervolgt zijn redevoering met dikke tong en gespeten persoonlijkheid.
''Wij moeten de mocro's natuurlijk niet doodknuffelen. Maar er is toch niets tegen het couscousteren van brave neolanders. Gelukzoekers en vluchtelingen hebben altijd een bijdrage aan de sociale, economische en culturele totstandkoming van ons fraaie land gegeven. Wat is er mis met het zoeken naar geluk? Vers bloed helpt ons allicht inteelt en poldermodelkolder te voorkomen. Samenleven doe je met elkaar!''
Murk kijkt aandachtig toe hoe Karel zich tot het volk richt. Hij is van oordeel dat de halfgare teksten misschien best nog wel een bijdrage aan een brede maatschappelijke discussie zouden kunnen leveren, omdat ze in hapklare brokken worden opgediend.
''Hij doseert zijn boodschap tenminste in zinnen van minder dan 140 tekens. Dus je kunt dit alles altijd nog gewoon integraal naar Maxime Verhagen door twitteren.''
Karel is na deze morele ondersteuning zeer geroerd en toe aan een volgend biertje. Nadat hij het blik aan zijn lippen heeft gezet, vervolgt hij zijn oratie.
''Dit volk hoeft niet ten onder te gaan als het maar goed geleid wordt. Dat kan ook best zonder een god die met ons is. En het lijkt me vanzelfsprekend dat ook Vaderland en Vorstin” geen rol van importantie behoeft te spelen.''
Murk was even afgeleid en heeft de laatste exclamatie maar half opgevangen. Hij vreest een ogenblik dat Nooitgedacht dadelijk “Houzee!” zal gaan brullen. Het valt gelukkig alleszins mee.
Na een paar keer “tsjakkaaa!” en enkele andere nog minder ter zake doende kreten te hebben geblèrd, herpakt Karel zich.
''Een leider en de rest volgt hem. We staan voor niets, zijn samen sterk en gaan ervoor. Hier sta ik, ik kan niet anders. Ik wil hier handen en voeten aan geven. Een man, een stem. Wij zijn het gepeupel! Je bent voor of tegen ons. Als je geen eieren kunt breken, moet je uit de keuken blijven. En dan kan je mij er beter de kaantjes uit laten braden. Je kunt geen omelet bakken als je niet tegen de hitte kan en als je boter op je hoofd hebt, blijf er dan maar liever uit. Het gaat erom het leven te vieren. Er is niets te vrezen. Dus pluk de dag! Ga maar rustig slapen. Vrij en onverveerd. Je maintiendrai. Vraag mij niet wat ik voor het land ga doen. De bierkaai waar ik tegen vecht, zal het schip van staat wel keren. Vrij vissen in het Wolkerspark. Een glas jajem voor een ieder per dag. Wie hier niet als vriend binnen huppelt, wordt er zo weer uit geknuppeld. Geen woning, geen kroning. Zoek geen zondebok en laat dit offer dat u niet kunt weigeren toch niet aan u voorbijgaan.
''Wie zoet is, krijgt lekkers. Pas dan komt het zuur. Hoofdpijn, reumatiek, waterleiding, gasfabriek.
Karel slaat de laatste slok bier naar binnen en filosofeert verder dat het eigenlijk helemaal geen zin heeft zomaar loze slogans te slaken, zonder dat het volk duidelijk is gemaakt op wie er dan wel gestemd zou moeten worden.
Julio krijgt nog even de kans voor te stellen de nieuwe beweging de PvdAA, de partij van de asociale alcoholisten te noemen, maar na kort overleg met zijn medepassagiers besluit Karel toch maar zelf een naam voor de door hem op te richten partij te lanceren.
''Stem voor een Transparant Gedogia. Stem De Partij van de Klaarheid!
De boot schuurt langs de wallenkant en Karel begint alle mensen die zich binnen zijn bereik bevinden de hand te schudden en deelt mee dat hij iedereen nodig heeft om zijn plannen ten uitvoer te brengen.
''Ik heb jou nodig en u en jij daar ook. Ik heb iedereen nodig om van dit land, dit fantastische land, ons Gedogia, een beter land te maken. Het wordt nu al geweldig geregeerd, maar het kan ook anders. Het kan altijd nog veel beter en dat moeten we samen doen. Jij daar, met dat oranje brulshirt. Jij kunt ook het verschil maken. Samen voor ons eigen, slaan we ons er wel doorheen. Elke Diederik-Floris met driedubbele achternaam kan het. Dus waarom jij dan niet? Het moet kunnen in Gedogia. U kunt uw eigen dominosteentje bijdragen. Een steentje dat verkiest te blijven staan of naar links of rechts omvalt. Dit land is mijn land, dit land is jouw land. Van Fries Waddeneiland tot de bronsgroeneiken houtrand. Elke boerzoekende vrouw, hamburgereter en de halal luitjes uit de buitenlanden.Van de afgegraven mergelheuvels tot het Marsdiep. Elk Zeeuws meisje, Bossche snol, Gooische vrouw en Friesche deerne. Iedere stem telt!''
Karel doet pogingen nog veel meer mensen, die aan de kant van de gracht zijn blijven staan, de hand te schudden. Omdat de afstand tot zijn kiezerspotentieel onoverbrugbaar blijkt, beperkt hij zich vooralsnog maar tot verbaal geweld. Hij memoreert de talloze keren dat de mensheid met een nieuwe tijdrekening is begonnen en ontvouwt zijn visie op de toekomst.
''Elke stroming heeft weer zijn eigen jaartelling. Dat gebeurde omstreeks de geboorte van Christus en in Frankrijk na de revolutie. John en Yoko lieten tijdens hun huwelijksreis weten dat het jaar nul was aangebroken. Cambodja maakte een nieuwe start nadat Pol Pot aan de macht kwam. En nu is onze tijd gekomen! Geef het volk weer macht. Crisis leidt tot revolutie. Heel het raderwerk staat stil als uw machtige arm het wil.''
Eddy informeert voorzichtig of het statement van de stadsfilosoof onder nieuwe of de oude politiek valt.
Karel laat zich niet uit het veld slaan.
''Gebeurtenissen uit het verleden zijn geen garantie dat het in de toekomst niet beter zal gaan. Maar de massa houd je niet tegen. Er komt altijd weer een nieuwe sterke man of vrouw. Dat kan een Gandhi, Mandela, Václav Havel, Stalin of Hitler zijn. De onderste steen des aanstoots zal boven komen en zij die zonder zonde zijn, zullen de eerste steen werpen. Het is niet aan mij, en zeker niet op dit moment, hier een oordeel over te vellen. Wellicht later, met de kennis die ik dan heb. Weet dat alleen filosofen geschikt zijn voor het koningschap.''
Harry grijpt naar zijn hoofd. De harde stem van Karel, in combinatie met de felle zon en de door hem genuttigde hoeveelheid alcohol, leidt bij hem louter tot verwarring.
Murk lacht. Hij begrijpt wat Harry bedoelt als hij het over een AdolfHitler-erlebnis heeft. Karel bralt inderdaad wel erg luid.
Ruud verklaart zich ook niet langer ontvankelijk voor de politieke boodschap van Karel, omdat deze zich wel weer erg barstig toont.
De massapsycholoog is niet voor rede vatbaar.
''We hebben nog mijlen te gaan. De langste mars begint met de eerste stap. Laat u niet blij maken met een half ei, of een lege dop, maar kies eieren voor uw geld. Kies de derde weg. Niet links, niet rechts, geen centrumpartij of recht omhoog, maar vooruit. Naar de toekomst. Op naar de dageraad van een nieuwe wanorde!''
Hierna volgt een kort en ietwat ingetogen intermezzo waarin Karel uithaalt naar de katholieken, die in de laatste wereldoorlog het fascisme steunden. Zenboeddhisten, die in Japan achter de keizer aan marcheerden, Voormalig pacifistische Joodse overlevenden van de Holocaust, die later daders werden in Palestina en uiteindelijk zelfs voorstelden een atoombom op Gaza-stad te gooien of als dat geen optie was dan ten minste alle Arabieren maar in de Dode Zee te gooien.
Nadat Karel nog een paar slokken van zijn zoveelste biertje door zijn keel heeft laten glijden, komt hij tot de slotsom dat hij toch misschien beter meteen een algehele verdoemenis over alle wereldbeschouwingen van de laatste twintig eeuwen uit kan spreken.
''Alles op aarde is eerloos. Marcheren achter vlaggen en vaandels is waardeloos. Wie is nu de werkelijke klassenvijand? In de Sovjet-Unie reden de leiders van het arbeidersparadijs immers in de dikste auto's. Verdraagzaamheid is het tot inzicht komen dat anderen te stom zijn iets te begrijpen. Nelson Mandela heeft het bij zijn vrijlating mooi gezegd: “Wanneer ik nu ik vrij ben nog haat zou koesteren, zou ik nog steeds gevangen zitten. Een gevangene zijn van mijn gevoelens”. Zinvol geweld is nonsens. Liever weldadig dan gewelddadig. Oorlogsmisdaden? Oorlog is te allen tijde misdaad!''
Karel agipropt flink verder en balanceert daarbij vervaarlijk tussen himmelhoch jauchzend en zu tode betrübt. Hij soundbijt zich met de consciëntieuze stroom van idiotologie, die hij hierbij uitspuwt, herhaaldelijk in zijn eigen staart.
''Het Russische woord voor wereld, mir, betekent per slot van rekening ook vrede. De dood van een mens is een tragedie, die van miljoenen een kwestie van statistieken. Poetin brengt nu welvaart, maar dat deed Hitler indertijd ook. Een, twee, drie, vier, waar vechten we voor? Krijgen we straks het Nationaal Bolsjewisme of zal het de volgende keer in de naam van het Humanisme zijn?''
Om een nog breder publiek te bereiken, lijkt het Karel een erg goed idee zijn woorden zowel in het Nederlands als in het Engels over het verzamelde gehoor van toeristen en landgenoten uit te storten.
''We have a date with history. But history never repeats itself. Maar de hysterie kan zich wel herhalen. Generations to come, it may be, will scarcely believe that such one as this ever in flesh and blood walked upon this earth. Mahatma Gandhi will go down in history on a par with Buddha and Jesus Christ. Als je toch al te ver heen bent, laat alle hoop dan maar varen. I've a dream and I also like to have another drink.
Nadat Karel aldus op niet mis te verstane wijze duidelijk heeft gemaakt dat zijn stem nog wel enige smering kan gebruiken en zijn verzoek om een vers blik bier door Julio is gehonoreerd, posteert hij zich weer als boegbeeld. Met zijn rechter vuist rond het blik gebald en zijn linker met daarin een sigaret geheven, barst hij los in een potpourri van volksliederen, hymnen, oud-Gedogiaanse liedjes, strijdliederen en populaire songs.
''With a little help from my Friends. Hand in hand kameraden. Power to the people. Zoek de zon op die is zo fijn. Respect yourself. Het is moeilijk bescheiden te blijven voor een kerel met zoveel talent. How does it feel, to be without a home, like a complete unknown, like a rolling stone. Mens durf te leven. Don't stop, thinking about tomorrow. We komen niets te kort, we hebben alles, een kind, een huis, een auto en elkaar. If I can make it here, I can make it anywhere. 15 Miljoen mensen, op dat hele kleine stukje aarde, die schrijf je niet de wetten voor, die laat je in hun waarde. I don't believe in Zimmerman. Land van duizend meningen, het land van nuchterheid, met z'n allen op het strand, beschuit bij het ontbijt. Time is on our side. Er komen andere tijden. Thinking about the government, the man in the trench coat, badge out, laid off. Het zijn de kleine dingen die het doen, die het doen. Money for nothing and chicks and drugs for free. Ik zou wel eens willen weten, waarom zijn de bergen zo hoog. Get sick, get well, hang around an ink well, ring bell, hard to tell. If anything is goin' to sell. Bommenkinders, gooi die explosieven nou maar niet, je wilt toch niet dat er ongelukken gebeuren, vechten gaat zo snel vervelen. God knows when, but you're doin' it again, you better duck down the alley way. Ben ik te min, omdat je ouders meer poen hebben dan de mijne? Try hard, get barred, get back, write braille, get jailed, jump bail, join the army, if you fail.Wilhelmus van Nassouwe, ben ick van Duytschen bloet.''
Volgens Karel kan zijn gezang ook nog wel een bepaalde vorm van instrumentale ondersteuning gebruiken. Bij gebrek aan een instrument leegt hij zijn blik, raapt een leeg exemplaar dat hij eerder aan zijn voeten heeft laten vallen op en begint beide voorwerpen ritmisch tegen elkaar te slaan.
''Dit is het begin, wij gaan door met de strijd! Look out kid, you're gonna get hit, but users, cheaters, six-time losers, hang around the theaters. Dat is ons heilig ideaal, dat is ons heilig ideaal, aan u, o volk, de zegepraal, aan u, o volk, de zegepraal. Oh Lord, won't you buy me a Mercedes Benz? Dat is het doel waar naar wij streven. Lookin' for a new fool. Don't follow leaders, watch the parkin' meters. Er wandelen mensen langs vlaggen en vaandels, waar Lenin en Marx nog steeds op een voetstuk staan en iedereen werkt, hamers en sikkels, terwijl in paradepas de wacht wordt gewisseld. Go your own way. Waarheen leidt de weg, die wij moeten gaan.We are on the road to nowhere.''
Een groep toeristen lijkt tamelijk enthousiast op de vocale erupties van Karel te reageren, maar het blijkt dat ook zij slechts geïnteresseerd zijn of hij misschien de weg naar het red light district weet. De woordentovenaar toont zich erg bereidwillig hen te helpen.
''But of course. I know how you must feel. I've been lost myself for years.''
De uitleg waar Karel zich vervolgens in verliest, raakt echter kant noch wal. Harry stelt nog voor de groep toeristen dan maar in de boot te nemen om ze even ter plekke af te zetten, maar Elly protesteert hevig tegen het aan boord nemen van de buitenlanders.
''Vol is vol!''
Murk maakt een verontschuldigend gebaar en wijst de groep snel de juiste weg.
Inmiddels is met Karel eigenlijk geen waterweg meer te bezeilen. Hij krijgt een nieuw blik aangereikt en vervolgt zijn gezang. Omdat hij wil vermijden voor socialist versleten te worden, vervangt hij het S-woord door het eerste de beste dat hem invalt.
''Kom alcoholisten trek ter strijde. Kom, alcoholisten, wees paraat. Onze strijd is niet langer te vermijden. Als je maar weet waar het steeds om gaat. All you need is love. Wat zullen we drinken zeven dagen lang, wat zullen we drinken voor de dorst? Misschien wordt het morgen beter, maar het wordt toch nooit goed. You can't always get what you wanted. Als je voor een dubbeltje geboren bent, word je nooit een kwartje. Oh say, can't you see. Ontwaakt, ontwaakt, de morgen breekt aan. Can't you see a brandnew day. Dank u, voor deze nieuwe morgen, dank u, voor deze nieuwe dag. With or without you. Ontwaakt verworpenen der aarde. We shall overcome. The answer my friend, is blowing in the wind. To everything turn, turn, turn, there is a season, turn, turn, turn and a time to every purpose, under heaven. Get dressed, get blessed, try to be a success, please her, please him, buy gifts, don't steal, don't lift. Het is stil aan de wallenkant, stil aan de wallenkant. We are the champions my friend. Hey ho, hey ho, het werk is gedaan. It's a jungle, welcome to the jungle.''
Harry merkt op dat Karel gelukkig geen gevaar loopt last te krijgen met Buma/Stemra inzake de naburige rechten die geheven worden wanneer teksten in het openbaar worden uitgevoerd, omdat Nooitgedacht zich slechts in korte samples uit.
''We are going to rock around the clock tonight. Nee Karel, nee Karel, niet vandaag, nee Karel, nee, al wil je nog zo graag. Er zijn van die dingen die ik niet kan velen. Ik ga nog liever schaken met een kudde intellectuelen. Supercalifragilisticexpialidoceus. Zing CDAjajippiejippieeeeeee. We zullen doorgaan. You'll never walk alone. Hé, saperdioaasia. A Spoonful of sugar helps the medicine go down. En datteme toffe jongens zijn, dat zulle ze weten. Twenty years of schoolin' and they put you on the day shift. Er wandelen mensen langs porno- en peepshow. Look out kid, they keep it all hid, better jump down a manhole, light yourself a candle. Waar Mercedes en Cola nog steeds op een voetstuk staan. Don't wear sandals, try to avoid the scandals, don't wanna be a bum, you better chew gum. En de neonreclames die glitterend lokken. The pump don't work, cause the vandals took the handles. Kom dansen, kom eten, kom zuipen, kom gokken.''
Het schuim staat op Karels lippen. Het zou even goed ook best bier kunnen zijn.
''To be there and everywhere, here, there and everywhere. Well, come on all of you, big strong men, Uncle Sam needs your help again. We're gonna have a whole lotta fun, and it's one, two, three, what are we fighting for? Don't ask me, I don't give a damn, next stop is Vietnam, and it's five, six, seven, open up the pearly gates, well there ain't no time to wonder why, whoopee! We're all gonna die. Come on Wall Street, don't be slow, why man, this is war au-go-go, there's plenty good money to be made, by supplying the army with the tools of its trade, but just hope and pray that if they drop the bomb. And it's one, two, three, what are we fighting for? Don't ask me, I don't give a damn, next stop is Vietnam and it's five, six, seven,open up the pearly gates, well there ain't no time to wonder why, whoopee! We're all gonna die. Well, come on generals, let's move fast, your big chance has come at last, now you can go out and get those reds, cause the only good commie is the one that's dead, and you know that peace can only be won, when we've blown 'em all to kingdom come. And it's one, two, three,what are we fighting for? Don't ask me, I don't give a damn, next stop is Vietnam. And it's five, six, seven, open up the pearly gates, well there ain't no time to wonder why, whoopee! we're all gonna die. Come on mothers throughout the land, pack your boys off to Vietnam, come on fathers, and don't hesitate to send your sons off before it's too late and you can be the first ones in your block, to have your boy come home in a box. And it's one, two, three, what are we fighting for? Don't ask me, I don't give a damn, next stop is Vietnam, and it's five, six, seven, open up the pearly gates, well there ain't no time to wonder why, whoopee! we're all gonna die'.
Elly kijkt vertwijfeld om zich heen. Op zoek naar steun onder de overige opvarenden. Ze ziet eruit alsof ze Karel het liefst zou kielhalen, maar zij is zich er terdege van bewust dat ze dit in het huidige tijdsgewricht met al te veel getuigen niet kan maken.
''Wat moet ik met die man? Kan iemand me in vredesnaam vertellen wat ie allemaal heeft gedronken of welke drugs hij heeft gebruikt?''
Eddy meent zeker te weten dat de manisch optimistische redenaar al zo lang hij hem kent, gestoord is en naast een aanzienlijke hoeveelheid bier niets anders heeft ingenomen.
''Hij zal waarschijnlijk toen hij klein was in een ketel met LSD gevallen zijn of zo.''
In eerste instantie ondersteunt Harry deze theorie, maar hij sluit ook niet helemaal uit dat daarnaast wellicht toch nog sprake is geweest van gebruik van bepaalde middelen, die samen met een zekere vorm van ADHD, die Nooitgedacht vermoedelijk al zijn hele leven onder de leden heeft, gecumuleerd is tot diens huidige toestand.
''Druk, drukker, drugs!''
Karel trekt zich niets van deze first, second en third opinion aan. Hij gesticuleert driftig en zingt daarboven lustig door.
''Be-bop-a-lula, she's my baby, be-bop-a-lula, I don't mean maybe. Be-bop-a-lula, she's my baby, be-bop-a-lula, I don't mean maybe. Be-bop-a-lula, she's my baby love, my baby love, my baby love. Laat de leeuw niet in zij hempie staan. A wop bop a loo bop, a wop bam boom! What a wonderful world it can be. I shall be released. No woman no cry. Olé olé olé olé. Strange fruits hanging from the trees. We don't need no education. Piet Piraat, Piet Piraat, schip ahoy, hoi, hoi.
Elly slaakt een luide gil en gebaart wild met haar armen. Eddy trekt Karel oplaag en voorkomt hiermee dat het hoofd van de would-be politicus onzacht in contact komt met de lage brug die het bootje zojuist passeert.
Er ontsnapt nog een hoge noot uit de keel van Karel. Maar dan staakt hij de pogingen zijn politieke ambities op eigen ludieke wijze vorm te geven en laat zich op de bodem van het bootje neervlijen.
Eddy vat zijn gevoelens en die van zijn fellow travelers over de manier waarop de aspiraties van Nooitgedacht zojuist bijna op ongelukkige wijze tot een einde zijn gekomen, kort samen.
''Het scheelde een haartje van een olifantenstaartje. Dat krijg je er nu van als je te vroeg piekt.''
Julio meent dat zelfs als Karel zich wel staande had weten te houden, het voor hem een hele toer zou zijn geweest het hele land achter zich te krijgen.
Ruud ziet daar geen onoverkomelijke bezwaren in en merkt op dat dan altijd nog een afscheiding van het deel van het rijk dat zich wel achter de psychopathische politicus had willen scharen, plaats had kunnen vinden.
''Dan had ie toch altijd nog gewoon zijn eigen deelrepubliek, Megalomania, uit kunnen roepen.''
Het gelal in de openbare ruimte begint flink de overhand te nemen. De discussie verzandt hierdoor na een tijdje in een zwerm losse opmerkingen over de nabije toekomst.
'Wat moet dat straks worden als Willem-Alexander als koning Willem IV de scepter zal gaan swaffelen. Het is mogelijk dat er een geheel nieuw tijdperk aanbreekt, maar ik denk dat er slechts sprake zal zijn van de nieuwe kloten van de koning.''
Karel richt zich weer half op en weet er luid boerend toch nog een laatste getuigenis uit te persen.
''En voorts ben ik van mening dat Gedogia een republiek moet worden.''
Murk buigt zich voorover naar zijn literaire kompaan en informeert omzichtig naar diens algehele welbevinden.
''Gaat het weer een beetje, meneer Nooitgedacht?''
Karel houdt de boot af, doet een greep naar het koude pilsje dat Murk tegen zijn slaap drukt, krijgt er vat op, ziet zelfs nog kans het blik te openen en naar zijn lippen te brengen.
Omdat Elly vanuit haar positie niet precies kan zien of er om de hoek van de smalle gracht die ze in wil slaan andere schepen aankomen, roept zij de hulp van Harry en Eddy in.
De fluisterboot wendt de steven en met een wild rondspinnende schroef draait zij traag de smalle zijgracht in, juist op het moment dat Karel op het lumineuze idee komt dat het misschien wel moppig is om voor de grap een krachtige waarschuwing te roepen.
''Pas op die ijsberg!''
Elly briest en lijkt er regelrecht op aan te sturen een steiger aan bakboord te rammen. Ze verklaart woedend dat dit het eind van de trip is.
Ruud haalt zijn schouders op en bepaalt zich tot een dooddoener.
''We zitten allemaal in hetzelfde schuitje.''
Elly legt aan, snauwt dat dit wat haar betreft niet langer meer het geval is en verzoekt de passagiers de boot subiet te verlaten.
De boot is aan. Protesten baten niet. Elly wenst schoon schip te maken. Morrend en zuchtend hijst de groep zich van boord en aanvaardt de terugweg naar de Vondelkerk.
Het is uitermate warm. De tas met het surplus aan biertjes is nog veel te zwaar en moet bij toerbeurt door een tweetal trawanten gedragen worden.
Als het zestal ten langen leste op het beginpunt van hun odyssee terugkeert, is er nog genoeg bier over om het resterende deel van de middag te verbeiden. Als de avond valt, gaat iedereen zijns weegs.

Murk weet thuis te komen. Hij heeft nog helemaal geen honger en gaat even op bed liggen.
Rozig van zon en bier doezelt hij al snel in en belandt in een onrustige droom.