donderdag 6 oktober 2016

Herfstval hoofdstuk 9

-9-

De verkiezingen in de Verenigde Staten van Amerika zijn achter de rug. Na acht jaar Al Gore krijgt de USA een nieuwe president.
Omdat er een grote kans was dat de krant al 'gezakt' zou zijn op het moment dat de definitieve uitslag bekend werd, hebben sommige dagbladen voor twee voorkanten gekozen. Een met de overwinning voor Shani Davis en een voor het geval dat tv-dominee Muntz toch nog zou winnen.

Karel en Murk zitten op het bankje voor de Vondelkerk na te praten over de verkiezingen.
''Is het niet fantastisch dat er een zwarte president is gekozen?''
''Nee, dat is gewoon de werkelijkheid, fantastisch is het pas als er niet meer over huidskleur wordt gezeverd. Je deelt mensen toch ook niet op grond van schoenmaten in!''
Karel sputtert tegen, zijn woorden gaan gepaard met een behoorlijke hoeveelheid met bier vermengd spuug.
''Maar het is toch mooi als iedereen gelooft dat je alles kunt bereiken, ongeacht ras, sekse of geaardheid.''
''Jawel, maar dat vinden wij toch allang en mensen die dat niet vinden, zijn vast niet snel van het tegendeel te overtuigen.''
''Elk vooroordeel heb zijn nadeel,'' hikt Karel.''En wie niet voor je stemt, stemt tegen je.''
''De wereld is anders wel heel erg blij met Davis,'' constateert Murk.
''Ja, Adolf Hitler had ook stadions vol juichende mensen.''
''Je bent een ouwe cynische zak, Karel!''
''Precies, net zoals jij toch, eerst cynisch zijn en dan pas geloven.''

Murk moet afscheid nemen om op tijd bij de BBB te zijn. Daar wordt een lezing gegeven door de geschiedkundige Maarten van Rossem. Hij zal zijn licht laten schijnen over de verkiezing van de nieuwe Amerikaanse president. Het theater van de BBB is een zaal van behoorlijke omvang en al weken uitverkocht.

Van Rossem begint zijn betoog.
''Tot mijn niet geringe verbazing sta ik hier aangekondigd als literaire ontmoeting.''
De toon is gezet, de aanwezigen lachen luid.
''Natuurlijk ben ook ik bezig een roman te schrijven, maar het schijnt dat er nog twee miljoen landgenoten zijn die hetzelfde doen.''
''Twee miljoen,'' schrikt Murk. ''Het is nog erger dan ik dacht.''
Van Rossem vraagt het publiek wie er nog meer aan een boek werken. Er steken minder mensen hun hand op dan op grond van de statistiek te verwachten is.
Van Rossem vertelt dat het hem opgevallen is dat bij de verkiezingen in de VS mensen soms wel negen uur in de rij voor een stembureau staan, alvorens zij hun stem kunnen uitbrengen.
''Wie van u heeft er wel eens langer dan vijf minuten voor een stemlokaal gewacht?''
De professor krijgt antwoord van een man die erg lang voor de deur van de theaterzaal heeft moeten wachten.
''Hier wel!''
Van Rossem kaatst de bal terug.
''Ja, dat heb je nu eenmaal bij literaire ontmoetingen.''

De Amerika-deskundige moet zichzelf regelmatig tot de orde roepen, omdat hij van het onderwerp van de lezing afdwaalt.
''Ik mag wel vaart maken, anders ben ik nog niet klaar als de nieuwe president aan zijn volgende campagne begint.''
Hij schetst cynische portretten van alle kandidaten voor het hoogste politieke ambt dat deze wereld kent en behandelt daarna ook nog ruim een kwart van de vorige presidenten.
Hij stelt vast dat niemand een jaar eerder had kunnen voorzien dat een ex-schaatser nu de machtigste persoon op aarde zou zijn.
''Bij lezingen komt er meestal wel een moment dat ik moet toegeven dat ik gelijk heb gehad, maar dit had ik echt niet voorzien.''

Van Rossem neemt ruim de tijd voor een persoonlijke doorn in het oog. Hij is niet blij is met de marktwerking, die tegenwoordig in sommige dienstverlenende sectoren heerst.
''Mijn half demente moeder van zesentachtig heeft zestien verschillende verzorgers. Wat nou marktwerking, je kunt in de meeste gevallen niet eens voor een andere thuiszorginstelling kiezen!''
Nadat van Rossem nog een tijdje heeft gefoeterd, kijkt hij vragend naar de medewerkers van de bibliotheek, die zich aan de zijkant van het podium hebben opgesteld.
''Gaan we nu eerst pauzeren of ga ik maar meteen door met het beantwoorden van vragen?''
Er is al bijna anderhalf uur verstreken, maar er zit nog niemand onrustig op zijn stoel te schuiven.
Van Rossem kijkt afwachtend de zaal in.
''Of komt u dan niet terug?''
''Nou ja, komt u maar met uw vragen.''

Er wordt gevraagd of het geven van lezingen altijd een onverdeeld genoegen is.
''Ik vind het spreken in het openbaar altijd leuk, omdat ik dan meestal minder tegengesproken wordt dan thuis.''
De volgende kwestie gaat over de oorlogen in Irak en Afghanistan.
''Wat vindt u van het standpunt van de toekomstige president over the war against terrorism?''
''Ik ben er niet blij mee dat hij hierover zo met mij van mening verschilt, maar zelf heeft hij daar waarschijnlijk toch minder last van. Het is ook maar goed dat ik geen politicus ben, ik ben veel te autoritair. Als u 's morgens in de krant mocht lezen dat ik aan de macht ben gekomen, berg u dan maar!''
Het college is afgelopen. Van Rossem bedankt voor de aandacht.
''Ik wil nog wel wat boeken signeren, maar dan moet u natuurlijk niet allemaal een boek kopen.''

Het is al laat als Murk thuiskomt. Hij haast zich om het eten op tafel te krijgen.
Omdat ma hem voortdurend met allerlei vragen, die hij al eerder heeft beantwoord, blijft bestoken,
vergeet hij steeds wat hij aan het doen was, wat hij uit de koelkast wilde gaan pakken of nodig heeft om de tafel te kunnen dekken.
''Nu even niet, ma. Ik ben aan het koken. Je maakt me in de war.''
''Ja, dat heb ik ook wel eens,'' mummelt moeder.

Halverwege de nacht wordt Murk wakker.
Als hij de radio aanzet, begint er juist op dat moment een uitzending van een op humoristische wijze gegeven hoorcollege over de Eerste Wereldoorlog door de nationale historie-cynicus Maarten van Rossem.
Murk luistert een tijdje en valt dan gaaplachend weer in slaap en sluimert met diepere gedachten over de bijzonder hoogleraar Amerikanistiek.
''Die Van Rossem is bijzonder hoogleraar en een bijzondere hoogleraar dat istie. En voorts ben ik van mening dat Maarten een van de beste stand-upcomedians van ons land is.''




 









Geen opmerkingen:

Een reactie posten