zondag 9 oktober 2016

Herfstval hoofdstuk 11

-11-

Bitterswiet, bitterswiet

priuwt dit lytse leafdeliet
sil dyn ear ‘t wol ienris heine
as de fine drippen ‘t reine
reine litte oan dyn blinen
silst it hearre as de winen
flaikjend om dy hinne strune
harkest?
hark yn alle tunen
strykt de wyn op ’t spinnetried
bitterswiet dit leafdeliet
wurden?
wurden hat it net
’t ienlik en ûnrêstich hert
kloppet sêfter kloppet hjitter
bitter swiet en swiet en bitter
lústret lichter as de amme
lettertekens fan dyn namme
leafste hâld de siken yn
priuw de rein en hear de wyn
fiel de drippen hein dit liet
bitterswiet bitterswiet

Tiny Mulder

Murk bezoekt de Dag van de Friese Literatuur in De Rode Hoed.
Op de plaats waar De Rode Hoed nu staat, stond vroeger een hoedenmakerij. Het gebouw was ooit een Remonstrantse schuilkerk, maar is tegenwoordig een debatcentrum waar ook tv-programma’s opgenomen worden.
De zaal is gevuld met Friezen die literatuur prefereren boven het volgen van de wereldbekerwedstrijden schaatsen in Thialf, Heerenveen.
Fryslân is de provincie met de hoogste literatuurdichtheid van ons land. Dit is waarschijnlijk te danken, of noem het te wijten, aan het feit dat er in dit gouw minder afleiding is dan in gebieden die dichter bevolkt zijn.

Murk had twee dagen voor hij de literaire dag bezocht een merkwaardige ervaring.
Hij googelde Abram de Swaan, een taalsocioloog die de speciale gast van het festival is en las dat De Swaan in 1964 een proces-verbaal heeft gekregen wegens het beledigen van een religieuze groepering. Al surfende, kwam Murk op de site van de tentoonstelling in het persmuseum over censuur, de expositie waar hij onlangs is geweest. Een grappig toeval.
Hij had daarbij niet speciaal op het exemplaar van het 'Extra Jezusnummer' van Propria Cures, waarin De Swaan de heer J. van Nazareth interviewt, gelet en heeft het alsnog gelezen.
De Propria Cures van 10 oktober 1964

Omdat er in het artikel gesproken werd over 'De volksmenner, gebedsgenezer en voedingsdeskundige Christus van Nazareth (33)', was De Swaan veroordeeld tot het betalen van 100 florijnen wegens smalende Godslastering. Zijn uitspraken zouden kwetsend zijn voor de godsdienstige gevoelens van mensen die een andere opvatting over de heer J. van Nazareth hebben.
Tegenwoordig krijgen de kleine luiden al hogere boetes als zij hun primaire levensbehoeften bevredigen. Als je op straat alcohol drinkt, kan dat een boete van zestig Gedogiaanse florijnen opleveren en als je het bier daarna op de verkeerde plek loost, kost het je nogmaals 90 florijnen.

Het programma van de Dag van de Friese Literatuur wordt geopend door de directeur van het Fries historisch en letterkundig centrum Tresoar. Daarna dragen enkele dichters voor uit eigen werk.
Murk heeft moeite de Friestalige poëzie te volgen. Hij zou wensen dat hij de Friese taal beter kon verstaan.
Het spreken gaat hem nog minder goed af. Als Grutte Pier hem zou testen op zijn kennis van de Friese taal zou hij dit waarschijnlijk niet overleven.
De Swaan krijgt de bloemlezing De Spiegel van de Friese poëzie uitgereikt en houdt een geestige voordracht over zijn relatie met de Friezen. Dat is er een van haat en liefde, omdat De Swaan wel eens vervelende dingen over Fryslân heeft gezegd en geschreven.
'De Friese taal zal uitsterven';'Niemand kan het helpen dat hij als Fries of Limburger geboren wordt, maar gelukkig is daar nog veel aan te doen: behoorlijk onderwijs, veel radio en televisie en een tijdige vlucht naar de stad';'Dat wordt de jonge mensen tegenwoordig moeilijker gemaakt dan hun ouders, want met dwang, dreiging en subsidie worden gezonde kinderen geprest om te praten in het namaakantiek dat voor spreektaal doorgaat';'In Friesland is het geloof ik al zover dat de scholieren die kitschtaal wettelijk krijgen opgedrongen';'Dat zal hen in elk geval levenslang een weerzin inboezemen';'Want wie wil nu worden opgescheept met een geheimtaal, een taal die afsluit van de buitenwereld in plaats van er toegang toe te geven'.
De Swaan schreef dit in het NRC-handelsblad van 8 november 1985. Hij nuanceert zijn uitspraken nu op een charmante manier. En kan het gebouw na afloop van de lezing verlaten zonder gelyncht te zijn.
Elke groep heeft een tegenstander nodig om sterk te blijven. Wat dat betreft hebben ze aan Abram de Swaan een goeie.
''Hoe meer taal hoe beter,'' mijmert Murk. ''Als ik meer toegang tot het Frysk had, zou ik ook in die taal kunnen dichten. Minderheidstalen aller landen verenigt u!''
''Een taal is de tresoar, de schat die je van je ouders hebt meegekregen, dat besef je des te sterker als je moeder niet meer weet waar deze schat begraven is.''

Na de pauze is er een lezing over de gedichten van Tiny Mulder. Mulder heeft haar heup gebroken en moet de Dag van de Friese Literatuur dit jaar overslaan. Als een gedicht van haar wordt voorgedragen valt er een stilte. Het voelt vreemd om te klappen voor iemand die niet aanwezig kan zijn.
Hylke Tromp spreekt een column uit over het verschil tussen twee bloemlezingen met Friese gedichten die dit jaar zijn verschenen: Het goud op de weg en De spiegel van de Friese poëzie.
Murk heeft opnieuw een buitengewone gewaarwording. Hylke Tromp begint ineens over een oud verhaal waarin een zekere Murk, die niet van werken houdt, voorkomt.
Murk had nog nooit van het verhaal gehoord. Hij wist niet eens dat Murk een Friese naam was. Voor zover hij weet, heeft zijn moeder niet de bedoeling gehad hem een Friese naam te geven.
Het geeft hem het gevoel alsof hij in Hubert Lampos boek De terugkeer van Joachim Stiller is beland. Een welhaast kosmische beleving.
Het zou hem niet verbazen als zijn naam ook in het Oera Linda-boek *) voor blijkt te komen. Dan heeft de auteur Francois Haverschmidt, waarvan wordt aangenomen dat hij schrijver van deze falsificatie is, ook een vooruitziende blik gehad.
Tussen de diverse lezingen is er muziek van Souldada, een band die Zuid-Amerikaanse en Zuid-Europese ritmes paart aan onderkoelde Noord-Europese zang.
Mengelingen van verschillende mensen of stijlen leveren per definitie bijna altijd een mooi resultaat op.

Na afloop drinkt Murk nog een biertje en raakt in gesprek met Arjan Hut, een van de dichters die hebben opgetreden. Hij vertelt hem over de ervaringen die hij bij de lezing heeft gehad. Ze zijn het er over eens dat het een merkwaardige toevalligheid is.
Murk ziet het maar als teken dat hij op de goede weg is met schrijven.
Ze wisselen e-mailadressen uit. Arjan geeft Murk een dvd met zijn gedichten.

Na het koken en het verorberen van de maaltijd gaat Murk koffie zetten. Als hij in de keuken is, hoort hij een gil uit de huiskamer.
Ma is gevallen. Murk helpt moeder overeind. Ze vraagt of hij het gezien heeft en als hij dit ontkent, toont zij zich zeer bereidwillig de val nog een keer te herhalen. Murk zegt dat dit niet nodig is, hij heeft haar vaker zien vallen.
Als Murk moeder eindelijk in een stoel heeft geholpen, vraagt ze waar haar koffie nou toch blijft.
Murk snelt naar de keuken en is net op tijd terug om het journaal te zien.
Cor Coster, de schoonvader van Johan Cruijff, is overleden.
Murk imiteert de voetbalfilosoof.
''Op een gegeven moment gaat iedereen dood, maar dat is logisch, anders zou je dus het eeuwige leven hebben.''

Later die avond googelt Murk naar gegevens over Fedde Schurer.
Hij heeft onlangs gehoord dat deze dichter, verzetsman en Tweede Kamerlid, een tijd in de hoofdstad heeft gewoond en daar gedichten over heeft geschreven.
Na een tijdje tevergeefs te hebben gezocht, ontdekt hij tot zijn verrassing dat Schurer ook betrokken was bij de Kneppelfreed van 1951 en de auteur is van De lêste man fan de Swarte Heap, een artikel over de rechtszaak tegen Sjirk Frances van der Burg, waarbij werd geëist dat de behandeling van deze zaak in het Frysk zou geschieden.
Schurer kreeg hiervoor een proces wegens het beledigen van de rechtbank aan zijn broek en dat mondde uiteindelijk uit in twee weken voorwaardelijke celstraf.
De naam Kneppelfreed blijkt zijn oorsprong te hebben in het feit dat Schurer bij de rellen, die na afloop van de zitting uitbraken, met een politieknuppel werd geslagen, door de ruit van een notaris viel en met snijwonden in het ziekenhuis belandde.
Na tussenkomst van ministers van het kabinet Drees I lukte het twee weken later om de rust in de hoofdstad van Fryslân te herstellen en ten slotte werd in 1955 het onderwijs in de Friese taal in het lager onderwijs toegestaan en weer een jaar later kreeg iedereen het recht om in de rechtszaal ook Frysk te spreken.
Murk heeft in Herfstval, hoofdstuk 5 over een nieuwe Knuppelvrijdag geschreven.
Maar dat was pure fictie. De derde curieuze toevalligheid deze dag.

Murk kan de vertaling van het gedicht Bitterswiet, bittersiet niet op het wereldwijde web vinden en roept de hulp van Arjan Hut in. Deze typt de vertaling uit een boek over en mailt het hem. 

Bitterzoet, bitterzoet

proeft mijn kleine minnegroet
zal hij in je oren dringen
als hem fijne druppels zingen
zingend reeg'nen aan je blinden
zul je'm horen als de winden
vleiend- steels rondom je waren
hoor je?
hoor, op spinragsnaren
speelt de wind je tegemoet
bitterzoet mijn minnegroet
woorden?
woorden zijn er geen
't hart onrustig en alleen
klopt nu zachter klopt dan beter
bitter zoet en zoet en bitter
fluistert licht als de adem voor zich heen
van je naam de tekens een voor een
liefste hou je adem in
proef de regen hoor de wind
voel de druppels van mijn groet
bitterzoet, bitterzoet

(vertaling Jan Popkema)

 *) Zie ook:  Oera Linda-boek













Geen opmerkingen:

Een reactie posten