maandag 3 oktober 2016

Herfstval hoofdstuk 8

-8-

Het is de dag na Franka’s dertiende verjaardag, Murk heeft nog geen behoefte aan bier. Hij heeft de vorige dag meer dan genoeg gedronken.
In eerste instantie had Franka een chihuahua voor haar verjaardag gevraagd. Dat vond haar moeder niet zo'n goed idee. Toen heeft zij maar genoegen genomen met een laptop.
Murk weet ook niet precies waarom Franka geen chihuahua mag, wellicht omdat Jacqueline in de dierenkliniek al de hele dag met honden werkt.
Het kan ook komen doordat de familie De Mol al een hele menagerie van cavia’s, hamsters en goudvissen in huis heeft. En dan is er ook nog een pyrrhura, een soort Zuid-Amerikaanse papegaai.
Het is Murk opgevallen dat veel van die dieren uit Zuid-Amerika afkomstig zijn.
Hij verdenkt zijn zus ervan deze dieren in een drugstransport het land te hebben binnengesmokkeld.

Jacqueline had wel een hondje toen zij klein was. Voor haar vierde verjaardag gekregen.
Na twee dagen, de dag voor oudjaar, ontsnapte het dier aan de aandacht van zijn nieuwe baasjes.
Jacqueline was in tranen.
''M'n cadeautje is weggelopen!''
De hond werd weldra teruggevonden, maar enkele maanden later doodgereden.
Wellicht ligt hierin wel de werkelijke reden besloten dat Franka geen chihuahua mag.

Franka is letterlijk en figuurlijk een zondagskind.
Murk herinnert zich de dag van haar geboorte als de dag van gisteren. Hij was de avond tevoren door Erwin gewaarschuwd dat Jacqueline naar het ziekenhuis was gebracht.
Murk werd die ochtend extra vroeg wakker. Terwijl hij naar de keuken liep om koffie te zetten, passeerde hij de telefoon, die juist dat moment begon te rinkelen. Jacqueline belde dat ze een gezonde dochter had, een zondagskind.

De dertiende verjaardag van Franka was erg druk en gezellig geweest.
Murk was tot laat blijven hangen. Aan het eind van de avond was er alleen nog familie overgebleven. Jacqueline, Erwin en hun kinderen, Murk en hun homoseksuele nicht Edwina.
Ze hadden met z'n allen naar de Wijven van Walden Weten van Wanten gekeken.
Tijdens de reclameonderbrekingen had Murk een anekdote over het recente gedrag van ma Hemelsoet willen vertellen, maar omdat George, de pyrrhura, en Roel al zijn woorden constant napapegaaiden, was daar weinig van terechtgekomen.
Murks thuisreis was behoorlijk lang geweest, omdat er weer eens iemand voor een trein was gesprongen. En laat zijn trein nu nét over het traject moeten waar de aanrijding met die persoon had plaatsgevonden.

Maar thans is de dag waarop Murk nog geen dorst heeft aangebroken.
De kranten openen met het nieuws dat het vijfde kabinet Balkenende is gevallen. Murk begrijpt nu waarom de koningin de vorige dag zo snel na de eerste steenlegging in de nieuwe wijk weg moest.
Het landsbestuur wordt vermalen tussen rekkelijken en preciezen. Er is onenigheid over de Vlaamse kwestie en de opstand van het Friese gouw. Het is niet duidelijk welke minister er als eerste de brui aan heeft gegeven. De rek was er bij deze ministersploeg gewoon uit.
De wolven van de populistische partijen zagen hun kans schoon om de regering te verscheuren.
Zij vonden dat het kabinet de Vlaamse handreiking om zich bij Gedogia aan te sluiten, had moeten accepteren, het leger in Fryslân had moeten ingrijpen en dat het volk te allen tijde de vrijheid heeft te demonstreren in het hart van de democratie.
Geert Wilders is niet voor een republiek. Maar vindt wel dat de koningin geen deel van de regering uit zou moeten maken. Het is niet duidelijk waarom hij deze mening aanhangt. Het zal waarschijnlijk met het feit te maken hebben dat de majesteit meerdere paspoorten heeft.
Uiteindelijk hebben de rellen op Het Groene Zooitje in de hofstad tot de val geleid.
Wat voor de ene partij geweld is, noemt de andere partij klaarblijkelijk vrijheid van meningsuiting.

Murk heeft geen zin de hele dag in de bieb te gaan zitten schrijven en besluit een expositie in het persmuseum te bezoeken.
Daar worden boeken, periodieken, pamfletten en politieke prenten, die ooit door censuur getroffen zijn, tentoongesteld.
Tegenwoordig schijn je helemaal niets meer te mogen zeggen, tekenen of denken.
Als Murk weer buiten staat, bedenkt hij een minimale cartoon, maakt er een tekening van en schrijft het bijbehorende onderschrift.


Deze cartoon is goedgekeurd door de Rijksvoorlichtingsdienst

De dag is bijna halverwege. Murk besluit om langs het stadsarchief te gaan, om films te bekijken. Dat is hem de vorige keer erg goed bevallen
Ditmaal worden er worden films uit de jaren '30 van de vorige eeuw vertoond.
In die tijd reden er nog auto's onder Het Museum van de Geschiedenis der Lage Landen, op het Jan Cremerplein, door.
Heden ten dage kunnen zelfs fietsers geen gebruik meer maken van de onderdoorgang. Het museum is al tien jaar wegens verbouwing gesloten en dat kan nog jaren duren.
Langs de grachten staan nog geen auto’s geparkeerd. Auto’s en karren kunnen er in twee richtingen rijden.
De film wordt gelardeerd met heerlijke jazz en dansmuziek. Swing met veel koper en vooral met veel van Murks favoriete instrument, de klarinet.
Als melancholie een Olympische sport zou zijn, had Murk vandaag goud gewonnen.
In de volgende film is het ouderwets winter. Er zijn veel mensen handmatig sneeuw aan het scheppen.
De crisis is een jaar na de krach van '29 nog niet tot Gedogia doorgedrongen. Weer een jaar later zal de werkloosheid tot 20 % oplopen. Dat jaar was de beurs weer op het niveau van voor de krach. Voor arbeiders duurde de crisis iets langer.
Ach, het kan altijd nog erger. De crisis van 1873 duurde 23 jaar.
In '34 wordt de sfeer grimmiger. De werkloosheidsuitkeringen worden met 12 % worden verlaagd.
Beelden van de aanleg van 'Het Bosplan', waar steuntrekkers moesten werken om hun uitkering niet te verliezen.
Het was de tijd van de langstzittende burgemeester van Louloenen, Willem de Vlugt. Hij was dat al vanaf '21 en zou dat blijven tot de Februaristaking van '41.
Als voormalig aannemer wist De Vlugt van aanpakken. Hij sloeg het oproer in het Quartier Jardin neer en stootte gelovigen voor het hoofd, door op zondag evenementen van de Olympische Spelen bij te wonen.
Een andere film toont Murk de bouw van een arbeiderswijk met veel lucht, licht en ruimte. Met in het midden de eerste wolkenkrabber van de stad, de Belle van Zuylenbrug over de Noordervliet en het zwembad op het Pieter Corneliszoon Hooftplein.
Hij ziet hoe het Weesperpoortstation wordt afgebroken en er twee nieuwe stations, het Noordervlietstation en het station op de Eddy du Perronlaan, worden gebouwd.
Veel van de bredere grachten zijn nog niet gedempt. De Wetstraat heette in die tijd nog Rakin, de Menno ter Braakweg nog Vijzelgracht.
Er is sprake van een fietstunnel onder Den Doolaard. Die is er nooit gekomen.
De Tweede Wereldoorlog is nog ver weg.
In een promotiefilm voor het gemeentelijk gasbedrijf bezingt Loe Cohen de voordelen van het gebruik van gas.

Murk neemt de pont terug naar huis.
Aan de reling staan een vader met zijn vierjarige zoontje over Den Doolaard te staren. Als ze langs de replica van de ark van Noach, die tijdelijk aan de westoever ligt afgemeerd, varen, vraagt het zoontje wat dat voor boot is.
Murk luistert mee hoe de vader zijn zoon die, toevalligerwijze net als de zoon van Noach, Sem heet, uitleg geeft over de oorspronkelijke ark.
De vader begint met de melding dat het een lang verhaal is, maar blijkt het verrassend kort en begrijpelijk te kunnen vertellen.
''Christelijke mensen geloven dat er heel vroeger een grote ramp is geweest waarbij de hele wereld onder water is komen te staan. In die tijd was er een man, Noach, die net op tijd een hele grote boot had gemaakt waarmee hij zijn gezin en van alle diersoorten die er op de aarde waren een mannetje en een vrouwtje kon meenemen tot het water weer was gezakt.''
De vader legt uit dat de nieuwe ark door een man is gemaakt die heel erg gelovig is.
Murk denkt dat dit wel het geval moet zijn geweest. De oorspronkelijke ark was waarschijnlijk nauwelijks groter dan het kasteeltje van Jacqueline en Erwin en daar is al bijna geen ruimte voor hun hele beestenspul.

Als Murk thuiskomt, zit ma naar een praatprogramma te kijken. Hij kijkt even mee.
Katherine Keyl vraagt zich af hoe een vriendje van de middelbare school, dat ze ooit gezoend heeft, er nu uit zou zien.
Murk denkt dat het in de lijn der verwachting ligt dat hij er nu ook als een kikker uitziet.

Ineens staat de tuinkat weer voor de deur.
Murk heeft een paar dagen geleden een dode kat aan de kant van de weg, bij de brug over het Willem Brakmankanaal, zien liggen en nu blijkt dat dit toch niet de kat was die tweemaal daags voor de deur staat om door Murk of moeder gevoederd te worden.
Hij had die dag weinig tijd, moest snel weg om een afspraak bij de Dienst Werk en Uitkeringen na te komen en had de dode kat niet nader bekeken.
Bij Murks thuiskomt was het kadaver verdwenen. Hij bracht ma het droeve nieuws dat het dier waarschijnlijk het leven had gelaten, maar zij bleef het bakje met eten nog dagen buiten zetten.
Murk is blij dat ma achteraf gelijk heeft gehad en het geloof in de behouden terugkeer van de kat nooit heeft verloren.
Hij bedenkt dat het beest eigenlijk ook maar weinig op de tuinkat had geleken, die was immers niet plat en rood.
Terwijl hij de kat eten geeft en de maaltijd voor ma en zichzelf bereidt, herinnert hij zich een oud verhaal.
Een vrouw had de brandweer gebeld, omdat haar kat niet uit een boom wilde komen.
Nadat de kat was veiliggesteld en de vrouw de brandweerlieden haar dankbaarheid had betoond, door hen op koffie en boterkoek te trakteren, kwam er een brandmelding.
In hun haast snel ter plekke te zijn, reden de boude blussers de kat, die zij zojuist hadden gered, plat.


 







Geen opmerkingen:

Een reactie posten