-8-
Het is de dag na Franka’s dertiende
verjaardag, Murk heeft nog geen behoefte aan bier. Hij heeft de
vorige dag meer dan genoeg gedronken.
In eerste instantie had Franka een
chihuahua voor haar verjaardag gevraagd. Dat vond haar moeder niet
zo'n goed idee. Toen heeft zij maar genoegen genomen met een laptop.
Murk weet ook niet precies waarom
Franka geen chihuahua mag, wellicht omdat Jacqueline in de
dierenkliniek al de hele dag met honden werkt.
Het kan ook komen doordat de familie De
Mol al een hele menagerie van cavia’s, hamsters en goudvissen in
huis heeft. En dan is er ook nog een pyrrhura, een soort
Zuid-Amerikaanse papegaai.
Het is Murk opgevallen dat veel van die
dieren uit Zuid-Amerika afkomstig zijn.
Hij verdenkt zijn zus ervan deze dieren
in een drugstransport het land te hebben binnengesmokkeld.
Jacqueline
had wel een hondje toen zij klein was. Voor haar vierde verjaardag
gekregen.
Na
twee dagen, de dag voor oudjaar, ontsnapte het dier aan de aandacht
van zijn nieuwe baasjes.
Jacqueline
was in tranen.
''M'n
cadeautje is weggelopen!''
De hond werd weldra teruggevonden, maar enkele maanden later doodgereden.Wellicht ligt hierin wel de werkelijke reden besloten dat Franka geen chihuahua mag.
Franka is letterlijk en figuurlijk een
zondagskind.
Murk herinnert zich de dag van haar
geboorte als de dag van gisteren. Hij was de avond tevoren door Erwin
gewaarschuwd dat Jacqueline naar het ziekenhuis was gebracht.
Murk werd die ochtend extra vroeg
wakker. Terwijl hij naar de keuken liep om koffie te zetten,
passeerde hij de telefoon, die juist dat moment begon te rinkelen.
Jacqueline belde dat ze een gezonde dochter had, een zondagskind.
De dertiende verjaardag van Franka was
erg druk en gezellig geweest.
Murk was tot laat blijven hangen. Aan
het eind van de avond was er alleen nog familie overgebleven.
Jacqueline, Erwin en hun kinderen, Murk en hun homoseksuele nicht
Edwina.
Ze
hadden met z'n allen naar de
Wijven van Walden Weten van Wanten gekeken.
Tijdens
de reclameonderbrekingen had Murk een anekdote over het recente
gedrag van ma Hemelsoet willen vertellen, maar omdat George, de
pyrrhura, en Roel al zijn woorden constant napapegaaiden, was daar
weinig van terechtgekomen.
Murks
thuisreis was behoorlijk lang geweest, omdat er weer eens iemand voor
een trein was gesprongen. En laat zijn trein nu nét over het traject
moeten waar de aanrijding met
die persoon had plaatsgevonden.
Maar thans is de dag waarop Murk nog
geen dorst heeft aangebroken.
De kranten openen met het nieuws dat
het vijfde kabinet Balkenende is gevallen. Murk begrijpt nu waarom de
koningin de vorige dag zo snel na de eerste steenlegging in de nieuwe
wijk weg moest.
Het landsbestuur wordt vermalen tussen
rekkelijken en preciezen. Er is onenigheid over de Vlaamse kwestie en
de opstand van het Friese gouw. Het
is niet duidelijk welke minister er als eerste de brui aan
heeft gegeven. De rek was er bij deze ministersploeg
gewoon uit.
De wolven van de populistische partijen
zagen hun kans schoon om de regering te verscheuren.
Zij vonden dat het kabinet de Vlaamse
handreiking om zich bij Gedogia aan te sluiten, had
moeten accepteren, het leger in Fryslân had moeten ingrijpen
en dat het volk te allen tijde de vrijheid heeft te demonstreren in
het hart van de democratie.
Geert
Wilders is niet voor een republiek. Maar vindt wel dat de koningin
geen deel van de regering uit zou moeten maken. Het is niet duidelijk
waarom hij deze mening aanhangt. Het zal waarschijnlijk met het feit
te maken hebben dat de majesteit meerdere paspoorten heeft.
Uiteindelijk hebben de rellen op Het
Groene Zooitje in de hofstad tot de val geleid.
Wat
voor de ene partij geweld is, noemt de andere partij klaarblijkelijk
vrijheid van meningsuiting.
Murk
heeft geen zin de hele dag in de bieb te gaan zitten schrijven en
besluit een expositie in het persmuseum te bezoeken.
Daar
worden boeken, periodieken, pamfletten en politieke prenten, die ooit
door censuur getroffen zijn, tentoongesteld.
Tegenwoordig
schijn je helemaal niets meer te mogen zeggen, tekenen of denken.
Als
Murk weer buiten staat, bedenkt hij een minimale cartoon, maakt er
een tekening van en schrijft het bijbehorende onderschrift.
De
dag is bijna halverwege. Murk besluit om langs het stadsarchief te
gaan, om films te bekijken. Dat is hem de vorige keer erg goed
bevallen
Ditmaal worden er worden films uit de
jaren '30 van de vorige eeuw vertoond.
In die tijd reden er
nog auto's onder Het
Museum van de Geschiedenis der Lage Landen,
op het Jan Cremerplein, door.
Heden ten dage kunnen zelfs fietsers
geen gebruik meer maken van de onderdoorgang. Het museum is al tien
jaar wegens verbouwing gesloten en dat kan nog jaren duren.
Langs de grachten staan nog geen auto’s
geparkeerd. Auto’s en karren kunnen er in twee richtingen rijden.
De film wordt gelardeerd met heerlijke
jazz en dansmuziek. Swing met veel koper en vooral met veel van Murks
favoriete instrument, de klarinet.
Als melancholie een Olympische sport
zou zijn, had Murk vandaag goud gewonnen.
In de volgende film is het ouderwets
winter. Er zijn veel mensen handmatig sneeuw aan het scheppen.
De crisis is een jaar na de krach van
'29 nog niet tot Gedogia doorgedrongen. Weer een jaar later zal de
werkloosheid tot 20 % oplopen. Dat jaar was de beurs weer op het
niveau van voor de krach. Voor arbeiders duurde de crisis iets
langer.
Ach, het kan altijd nog erger. De
crisis van 1873 duurde 23 jaar.
In '34 wordt de sfeer grimmiger. De
werkloosheidsuitkeringen worden met 12 % worden verlaagd.
Beelden van de aanleg van 'Het
Bosplan', waar steuntrekkers moesten werken om hun uitkering niet te
verliezen.
Het was de tijd van de langstzittende
burgemeester van Louloenen, Willem de Vlugt. Hij was dat al vanaf '21
en zou dat blijven tot de Februaristaking van '41.
Als voormalig aannemer wist De Vlugt
van aanpakken. Hij sloeg het oproer in het Quartier Jardin neer en
stootte gelovigen voor het hoofd, door op zondag evenementen van de
Olympische Spelen bij te wonen.
Een andere film toont Murk de bouw van
een arbeiderswijk met veel lucht, licht en ruimte. Met in het midden
de eerste wolkenkrabber van de stad, de Belle van Zuylenbrug over de
Noordervliet en het zwembad op het Pieter Corneliszoon Hooftplein.
Hij ziet hoe het Weesperpoortstation
wordt afgebroken en er twee nieuwe stations, het Noordervlietstation
en het station op de Eddy du Perronlaan, worden gebouwd.
Veel van de bredere grachten zijn nog
niet gedempt. De Wetstraat heette in die tijd nog Rakin, de Menno ter
Braakweg nog Vijzelgracht.
Er is sprake van een fietstunnel onder
Den Doolaard. Die is er nooit gekomen.
De Tweede Wereldoorlog is nog ver weg.
In een promotiefilm voor het
gemeentelijk gasbedrijf bezingt Loe Cohen de voordelen van het
gebruik van gas.
Murk neemt de pont terug naar huis.
Aan de reling staan een vader met zijn vierjarige zoontje over Den Doolaard te staren. Als ze langs de replica van de ark van Noach, die tijdelijk aan de westoever ligt afgemeerd, varen, vraagt het zoontje wat dat voor boot is.
Murk luistert mee hoe de vader zijn zoon die, toevalligerwijze net als de zoon van Noach, Sem heet, uitleg geeft over de oorspronkelijke ark.
De vader begint met de melding dat het een lang verhaal is, maar blijkt het verrassend kort en begrijpelijk te kunnen vertellen.
''Christelijke mensen geloven dat er heel vroeger een grote ramp is geweest waarbij de hele wereld onder water is komen te staan. In die tijd was er een man, Noach, die net op tijd een hele grote boot had gemaakt waarmee hij zijn gezin en van alle diersoorten die er op de aarde waren een mannetje en een vrouwtje kon meenemen tot het water weer was gezakt.''
De vader legt uit dat de nieuwe ark door een man is gemaakt die heel erg gelovig is.
Murk denkt dat dit wel het geval moet zijn geweest. De oorspronkelijke ark was waarschijnlijk nauwelijks groter dan het kasteeltje van Jacqueline en Erwin en daar is al bijna geen ruimte voor hun hele beestenspul.
Als Murk thuiskomt, zit ma naar een
praatprogramma te kijken. Hij kijkt even mee.
Katherine
Keyl vraagt zich af hoe een vriendje van de middelbare school, dat ze
ooit gezoend heeft, er nu uit zou zien.
Murk
denkt dat het in de lijn der verwachting ligt dat hij er nu ook als
een kikker uitziet.
Ineens
staat de tuinkat weer voor de deur.
Murk
heeft een paar dagen geleden een dode kat aan de kant van de weg, bij
de brug over het Willem Brakmankanaal, zien liggen en nu blijkt dat
dit toch niet de kat was die tweemaal daags voor de deur staat om
door Murk of moeder gevoederd te worden.
Hij
had die dag weinig tijd, moest snel weg om een afspraak bij de Dienst
Werk en Uitkeringen na te komen en had de dode kat niet nader
bekeken.
Bij
Murks thuiskomt was het kadaver verdwenen. Hij bracht ma het droeve
nieuws dat het dier waarschijnlijk het leven had gelaten, maar zij
bleef het bakje met eten nog dagen buiten zetten.
Murk
is blij dat ma achteraf gelijk heeft gehad en het geloof in de
behouden terugkeer van de kat nooit heeft verloren.
Hij
bedenkt dat het beest eigenlijk ook maar weinig op de tuinkat had
geleken, die was immers niet plat en rood.
Terwijl
hij de kat eten geeft en de maaltijd voor ma en zichzelf bereidt,
herinnert hij zich een oud verhaal.
Een
vrouw had de brandweer gebeld, omdat haar kat niet uit een boom wilde
komen.
Nadat
de kat was veiliggesteld en de vrouw de brandweerlieden haar
dankbaarheid had betoond, door hen op koffie en boterkoek te
trakteren, kwam er een brandmelding.
In
hun haast snel ter plekke te zijn, reden de boude blussers de kat,
die zij zojuist hadden gered, plat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten