-8-
Murk heeft nauwelijks
geslapen.
Ma Hemelsoet ligt rustig
in haar bed. Het bed in bruikleen. In geleende tijd. Te wachten op
dat wat komen moet.
Om half negen belt zuster
De Ronde bij de ark aan. Ze is verontwaardigd als ze hoort dat er
geen nachthulp is geweest.
De wijkzuster wast moeder,
geeft haar een nieuwe zetpil en dient druppels kalmeringsmiddel toe,
om te voorkomen dat zij in paniek zal raken als ze later naar het
verpleegtehuis zal worden getransfereerd.
De ziekenauto arriveert.
Voor de verandering deze keer een half uur te vroeg.
Jacqueline is er nog niet.
Ze staat in de file.
Murk laat zijn koffie
staan en rijdt met moeder mee naar het Eduard Douwes Dekker.
In
het verpleegtehuis zijn ze nog niet voorbereid op de vroege komst van
de nieuwe bewoonster.
Er
wordt ijlings een bed opgemaakt en men gaat haastig op zoek naar
verse kussens.
Een
vrouw met een vogelnekje went haar steven en struist op Murk af. Zij
stelt zich voor als de coördinatrice van de afdeling psychische
geriatrie en begint Murk direct met allerlei informatie en vragen te
bestoken.
Het
gaat Murk allemaal een beetje te snel. De dagen van hectiek en alle
nachten dat het slaapgebrek de overhand nam, eisen nu hun tol. Het
kost hem moeite al zijn gedachten op een rijtje te houden.
Gelukkig
verschijnt Jacqueline al snel ten tonele. Zij voert het bewind over
ma Hemelsoet en dus mag zij alle formulieren, die de afdelingscheffin
voor Murk heeft uitgespreid, invullen.
Er
komen constant allerlei mensen de kamer van moeder binnen.
Verscheidene verpleegkundigen, een voedingsdeskundige en een arts die
de medische staat van moeder komt opnemen.
Murk
wil weg van alle drukte. Naar buiten voor een sigaret en een beetje
frisse lucht.
Om even rustig na te kunnen denken.
Om even rustig na te kunnen denken.
Dat
blijkt nog niet zo eenvoudig. Hij is gelijk met ma en de
ambulancebroeders binnengekomen en weet niet dat er een code moet
worden ingetikt vooraleer er van de lift gebruik gemaakt kan worden.
Hij moet onverrichter zake naar de kamer terugkeren.
Gelukkig
heeft men Jacqueline bij binnenkomst in het EDD wel over deze
maatregel, die moet voorkomen dat demente bewoners zoekraken,
ingelicht. Zij kan broerlief de vier cijfers geven, die hij nodig
heeft om de werkelijkheid voor een paar minuten te kunnen
ontvluchten.
Jacqueline
is nog steeds druk met de formulieren bezig als Murk in de kamer van
ma Hemelsoet terugkeert. Haar noeste arbeid wordt telkens onderbroken
door weer anderen, die nog meer informatie komen brengen en halen.
En
daarnaast brengt moeder haar steeds uit haar concentratie. Ma zit ook
met veel vragen, maar begrijpt de antwoorden niet. Ze wil haar plas
kwijt, maar weet niet hoe en waar dat kan.
Er
komen twee zusters met een draaglift om moeder uit haar bed te
hijsen. Er wordt naarstig naar een postoel gezocht.
De
schijn van een privésfeer wordt hier opgehouden. Jacqueline en Murk
worden naar de gang gebonjourd, opdat ma Hemelsoet haar blaas in alle
beslotenheid kan legen.
Achter
de gesloten deur klinken kreten van pijn. Klaarblijkelijk wordt de
gewonde arm van moeder te weinig ontzien door de verpleegsters.
Een
uur later. Jacqueline en Murk willen even naar buiten. Maar dat
blijkt niet meer mogelijk te zijn. Er heerst inmiddels een
gedeeltelijke quarantaine op de afdeling in verband met een uitbraak
van het norovirus.
Degenen
die naar buiten gaan, mogen de eerste tijd niet meer terug naar
binnen. Jacqueline en Murk kunnen pas weg nadat het laatste formulier
gelezen, ingevuld en getekend is.
Het
norovirus behoort tot een groep van virussen die vaak in ziekenhuizen
en verpleeginrichtingen voorkomt. Het is een belangrijke verwekker
van diarree en zeer besmettelijk.
Er
wordt geschat dat wereldwijd 50% van alle acute episoden van
gastro-enteritis, ook wel buikgriep genoemd, door deze virussen wordt
veroorzaakt.
Een
symptoom van deze virussen is misselijkheid. Omdat er daarbij soms
ook heftig wordt overgegeven, spreekt men wel van projectielbraken.
Het gaat vaak gepaard met hoofdpijn, diarree en maagkrampen,
spierpijn en milde koorts.
De
opsomming van bovenstaande verschijnselen is al voldoende om mensen
met een minder sterke maag alle kenmerken, die bij een uitbraak
horen, te laten vertonen. Daarbij hangt er in de gangen van de
verpleegafdeling ook nog een penetrante stank, omdat het aroma van
desinfecterende middelen de strijd tegen de geur van
incontinentieluiers dik aan het verliezen is.
Murk
heeft naast het feit dat hij bijna niet geslapen heeft ook amper iets
gegeten en bedenkt dat het laatste op dit moment zeker als voordeel
mag worden genoteerd.
Hij
heeft pijn in zijn rug en schouders van de vele malen dat hij moeder
heeft moeten tillen en de onderhuidse spanning die zich ten gevolge
van haar lijden bij hem heeft opgehoopt.
Eindelijk
mogen Jacqueline en Murk de verpleeginrichting verlaten.
Door
de gang schuifelen, huppelen en dweilen patiënten, die als spelers
in een seniorenversie van One
Flew Over the Cuckoo's nest niet
zouden hebben misstaan.
Voordat
Jaqueline de code heeft kunnen intikken, gaat de lift
eerst naar de bovenste verdieping.
Daar
worden de ergste gevallen van dementia gehuisvest. Als de deur zich
hier opent, grijnst een patiënt, die de code heeft weten te kraken
en zich vermaakt met het voortdurend oproepen van de lift, hen aan.
Broer
en zus Hemelsoet bereiken ten langen leste de begane grond en lopen
naar buiten.
Murk
heeft het gevoel dat hij ontsnapt is uit een psychiatrische hel van
Dante en voelt zich schuldig dat ze moeder daar achter hebben moeten
laten, maar weet dat zij daar, met artsen en verpleging onder
handbereik, beter verzorgd kan worden dan thuis.
De
coördinatrice heeft hun vertelt dat de patiënten altijd weg kunnen
en nergens toe gedwongen worden. Maar daar heeft iemand die niet meer
weet hoe of wie of waarheen of wat zij nog zou willen niets aan.
Murk
kan zich nergens op concentreren. Kleine dingen die hij automatisch
uitvoert zijn meteen vergeten en hij weet nauwelijks meer welke
gebeurtenis op welke dag heeft plaatsgevonden.
De
roes die hij nu ervaart, zal het gevolg van slaapgebrek en de
emotionele achtbaan van de laatste weken zijn. Het voelt alsof hij
door de psychische aandoeningen van de bewoners van de geriatrische
instelling met verblijf
is geïnfecteerd.
De
opluchting dat hij het verzorgingsgesticht heeft kunnen verlaten,
veroorzaakt een merkwaardige stemming. Zijn brein vormt nieuwe
woorden voor een lied van een meidengroep die aan het eind van de
jaren '70 furore maakte. Op de wijs van U
O Me (Theme from Waldolala) zingt
hij zacht Well
you’re welcome to Haldolia, very welcome in Haldolia,
Jacqueline
zinggiechelt mee. Humor verzacht leed.
Thuisgekomen
kunnen er praktische zaken worden aangepakt. Er zijn kleren van
moeder om uit te zoeken en te wassen en er moeten telefonische
afspraken worden gemaakt om de hulpmiddelen, die aan haar zijn
verstrekt, te retourneren.
En
dan vertrekt Jacqueline naar haar eigen huis en gezin. Murk gaat
verder met zijn leven.
Een nieuwe fase. Een leven van een alleenstaande man van middelbare leeftijd. Zonder moeder.
Murk
komt weer een beetje tot zichzelf. Hij ordent de gebeurtenissen, die
zijn bestaan de laatste weken beheersten, in zijn hoofd. Daarna maakt
hij er tekstfiles van, die hij later voor zijn roman zal gaan
gebruiken.
Het
opschrijven van emotionele belevenissen schijnt bij verwerking te
helpen.
En waarom zou je daar dan mee wachten als je er tussendoor de tijd voor hebt.
En waarom zou je daar dan mee wachten als je er tussendoor de tijd voor hebt.
Murk werkt altijd het
beste onder hoge druk. Nu hij de balans opmaakt, ontdekt hij dat hij
in de twee weken sinds de val van moeder genoeg tekst heeft
geschreven om vijftig pagina’s te vullen.
Murk brengt de avond op de bank voor de televisie door.
Hij kijkt naar het nieuws en een aantal talkshows. De gevoelens van opluchting en verdriet over de opname van moeder strijden in zijn hoofd met elkaar om de overwinning.
Hij herinnert zich dat hij na het overlijden van Pa Hemelsoet een opmerkelijke gewaarwording had. Toen werd hij overspoeld door een golf verantwoordelijkheidsgevoel en voelde zich ineens veel volwassener. Nu voelt hij zich driekwart wees en overkomt hem ongeveer hetzelfde.
Het is deze dag exact tweehonderd jaar sinds de geboorte van Charles Darwin.
In bijna elk praatprogramma komt wel iemand langs om te vertellen wat hij of zij van programmamaker Andries Knevel van de EO vindt.
Andries Knevel heeft tijdens een interview voor het omroepblad van de EO gezegd dat hij de evolutietheorie nu ook omarmt. Er is hierdoor veel commotie onder de leden van de omroep ontstaan. Velen zien hem nu als iemand die van zijn geloof is gevallen.
Knevel heeft zich gehaast zijn spijt te betuigen. Hij heeft in het vraaggesprek slechts zijn privé mening gegeven en verklaart dat hij nog steeds in God gelooft.
Sommige mensen zullen de geboorte van Andries een dramatische ontwikkeling in het evolutieproces vinden. Van God een excuus verlangen. Omdat die het nooit zover had moeten laten komen.
Murk vindt Knevel eigenlijk best een aardige en intelligente man. Zeker nu hij voor een deel zijn ongelijk heeft durven toegeven.
''Onze lieve heer heeft vreemde kostgangers. Zijn wegen zijn ondoorgrondelijk. Miljarden jaren evolutie hebben ons nu eenmaal ook menselijke exemplaren, zoals Andries Knevel, opgeleverd.''
Brigitte Kaandorp heeft een geweldig lied geschreven, waarin ze bezingt dat ze nooit de liefde met Andries Knevel zou willen bedrijven.
Knevel
Het
gaat niet altijd goed met mij, vaak zelfs ronduit slecht.
Meestal ben ik met mezelf en alles in gevecht.
Toch denk ik vaak als ik weer boos mijn voordeur stoepje boen:
wel fijn dat ik 't niet met Andries Knevel hoef te doen.
Ook ben ik vaak verdrietig, heb ik 't weer eens verbruid.
Zo is het weer aan met iemand, zo is het weer uit.
Maar zelfs al zit ik snikkend, op een bank in het plantsoen, dan denk ik:
Fijn dat ik 't niet met Andries Knevel hoef te doen.
Ik ben ook eens opgenomen, want ik was volkomen knots.
Ik sneed mezelf met messen en ik zat onder de kots.
Ik riep toen ze me haalden, voor het gekken paviljoen:
Als ik het dan maar niet met Andries Knevel hoef te doen.
Liever met een paard, een schaap of een kameel,
dan dat ik mijn lakens met Andries Knevel deel.
Liever midden in de nacht, in een moeras verdwaald,
dan dat Andries Knevel plots zijn ding tevoorschijn haalt.
Ik wordt liever in een ufo, door een marsman meegenomen,
dan dat ik Andries Knevel tot een hoogtepunt voel komen.
Liever in een buitenwijk, tongen met Henk Binnendijk,
ook al zie ik dan waarschijnlijk helemaal geel een groen...
Als ik het maar niet met Andries Knevel hoef te doen!!
Ik zie me op mijn sterfbed, eindelijk tot rust.
Al die nare angsten van me eindelijk gesust.
En denk terwijl mijn dierb'ren droevig om mijn sponden staan:
Meestal ben ik met mezelf en alles in gevecht.
Toch denk ik vaak als ik weer boos mijn voordeur stoepje boen:
wel fijn dat ik 't niet met Andries Knevel hoef te doen.
Ook ben ik vaak verdrietig, heb ik 't weer eens verbruid.
Zo is het weer aan met iemand, zo is het weer uit.
Maar zelfs al zit ik snikkend, op een bank in het plantsoen, dan denk ik:
Fijn dat ik 't niet met Andries Knevel hoef te doen.
Ik ben ook eens opgenomen, want ik was volkomen knots.
Ik sneed mezelf met messen en ik zat onder de kots.
Ik riep toen ze me haalden, voor het gekken paviljoen:
Als ik het dan maar niet met Andries Knevel hoef te doen.
Liever met een paard, een schaap of een kameel,
dan dat ik mijn lakens met Andries Knevel deel.
Liever midden in de nacht, in een moeras verdwaald,
dan dat Andries Knevel plots zijn ding tevoorschijn haalt.
Ik wordt liever in een ufo, door een marsman meegenomen,
dan dat ik Andries Knevel tot een hoogtepunt voel komen.
Liever in een buitenwijk, tongen met Henk Binnendijk,
ook al zie ik dan waarschijnlijk helemaal geel een groen...
Als ik het maar niet met Andries Knevel hoef te doen!!
Ik zie me op mijn sterfbed, eindelijk tot rust.
Al die nare angsten van me eindelijk gesust.
En denk terwijl mijn dierb'ren droevig om mijn sponden staan:
Wel
fijn dat ik het nooit met Andries Knevel heb gedaan.
Dan sta ik voor de hemelpoort en wordt daar opgewacht,
door God enzo en al mijn engelen... Als ik het niet dacht..
Ik zie 'm staan en God zegt: Je mag heus naar binnen gaan, maar pas als je 't eerst.....
Dan sta ik voor de hemelpoort en wordt daar opgewacht,
door God enzo en al mijn engelen... Als ik het niet dacht..
Ik zie 'm staan en God zegt: Je mag heus naar binnen gaan, maar pas als je 't eerst.....
Murk voegt er een paar nieuwe regels aan toe.
Heb
moeder toch veel liever
Uit
het verzorgingstehuis terug
Dan
’s morgens wakker te worden
Met
Andries Knevel op m' n rug
In
het journaal worden beelden vertoond van Geert Wilders die een poging
doet om Groot-Brittannië binnen te komen, omdat hij aanwezig wil
zijn als de anti-islamfilm Fitna
daar
in
het parlement wordt gedraaid.
Ondanks
de inspanningen van diplomaten en ministers wordt de parlementariër
niet toegelaten. Hij wordt bij aankomst aangehouden en op de eerste
vlucht terug naar Gedogia gezet.
Geert
maakt er een enorme show van. Hij spreekt verontwaardigd over een
heel zwarte dag en noemt de minister-president van het Verenigd
Koninkrijk de grootste lafaard van Europa, omdat hij voor de islam
buigt door voorstanders van de vrijheid van meningsuiting de toegang
tot het land te ontzeggen.
Murk
gaat vroeg slapen.
Omdat
hij de vorige nacht bijna niet heeft geslapen, is hij zo moe dat hij
gelukkig niet droomt dat ma Hemelsoet niet welkom is in het Eduard
Douwes Dekker en naar huis wordt teruggestuurd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten