vrijdag 9 december 2016

Winterverleiding hoofdstuk 10

-10-

Het is de laatste dag van het oude jaar. Murk wordt wakker uit een vreselijke nachtmerrie waarin ma Hemelsoet de hoofdrol speelde.
Steeds als Murk een kamer binnen kwam, had moeder een enorme puinhoop veroorzaakt en zich daarna vliegensvlug uit de voeten gemaakt. Als hij dan klaar was met opruimen, had zij ondertussen elders haar slag geslagen. Aan het eind van de droom zag ze zelfs kans een lek in de waterleiding in de tuin te veroorzaken.
Murk neemt een douche, ontbijt en luistert naar het laatste nieuws van het jaar.
In België is weer eens een nieuw kabinet geformeerd. Deze keer onder leiding van een dichter. Een overgangsregering, in afwachting van de aansluiting bij Gedogia.
De stadhouder van Fryslân kondigt aan dat er binnenkort opnieuw een groot evenement gehouden zal worden in zijn provincie.
''Na Simmer 2000 is het weer de hoogste tijd voor een grote, internationale manifestatie. Deze zal deze zomer worden gehouden. We hebben gekozen voor de naam Made in Friesland, zodat iedereen, ook de Friezen die in het buitenland wonen en de taal wellicht niet meer beheersen, kunnen snappen waar 't om gaat.''
Na het nieuws volgt een interview met journaliste en publiciste Joyce Roodnat. Ze vertelt dat ze anders is gaan schrijven sinds ze lange wandelingen maakt.
Volgens wetenschappers zijn nieuwe activiteiten die mensen ontplooien al binnen zes weken met MRI-apparatuur zichtbaar in de hersenen.
Murk vraagt zich af of zijn hersens andere patronen te zien geven nu hij niet meer de hele dag aan drugs denkt. Voor zijn gevoel moet dit wel het geval zijn. Hij denkt tegenwoordig nog maar een paar keer per dag aan het gebruik van drogerende middelen.

Murk brengt Silvesteravond samen met ma op de bank door, maar verveelt zich stierlijk.
Hij zou liever in ander gezelschap verkeren. Bij voorkeur jong en van het schone geslacht. Iemand waarmee hij ook over hetgeen hij schrijft kan praten, die hem stimuleert en op ideeën brengt als hij vastzit, die hem bij de les houdt als hij de draad kwijt raakt of afremt als hij doorschiet.
Schrijven is leuk. Maar de eenzaamheid waarin het geschiedt, gaat wel ten koste van je liefdesleven.
Ach, het kan altijd nog erger. Murk mist weliswaar een vriendin, maar je kunt jezelf ook kwijtraken, zoals ma Hemelsoet is overkomen.

Moeder is al uren naar bed als de oudejaarsconference van Youp van 't Hek begint.
De komiek vertelt over een ontmoeting met een verkoper van de daklozenkrant voor de JanCampert aan de Menno ter Braakweg, waar Murk ook nu en dan bier koopt.
Murk woonde vroeger bij Van 't Hek om de hoek. Ze frequenteerden dezelfde groenteman.
Youp verscheen daar meestal met een behoorlijke kater, maar was desondanks altijd erg humoristisch. Een typische hangovercomedian.
Van 't Hek meldt in zijn conferences vaak dat hij geld aan behoeftige mensen geeft. Dat is in werkelijkheid evenzeer het geval. Hij heeft Murk ook wel eens geld gegeven om een biertje te kunnen kopen.
Murk wacht het nieuwe jaar niet af, maar gaat meteen na de show van Youp naar bed.
Knallende kurken en vuurpijlen zijn aan hem niet besteed.

Het jaar komt door de koude start traag op gang. Het is de koudste dag van het jaar tot nu toe.
Het afgelopen jaar was een jaar waarin alles mogelijk was. Wellicht wordt het wel weer zo'n jaar.

Op het bankje voor de Vondelkerk zitten twee dikke mannen. Het zijn Arie Schutijzer en Willie Suijkerbuik. Beiden zijn werkzaam bij de gemeentepolitie van de hoofdstad van Gedogia.
Eerstgenoemde is al jaren hoofdagent. De tweede hoopt dat ooit nog te worden.
Ze hebben een redelijk rustige nacht achter de rug. De verwachting is dat het laatste uurtje van hun dienst net zo zal verlopen.
''Nou, de nacht van de lege flessen zit er weer op,'' bromsnort Arie, wijzend op de grote hoeveelheid glaswerk die aan de waterkant is achtergebleven. ''Er waren er weer heel wat blauw op straat.''
''Ja, het was weer thirstday, of misschien zou je het beter zatterdag kunnen noemen,'' beaamt Willie.
''En toch viel het dit jaar eigenlijk wel mee. We hebben gelukkig geen Staakt het vieren! af te hoeven kondigen.''
De politiefunctionarissen hebben deze nacht slechts problemen gehad die ze onderling, zonder assistentie, konden oplossen.
Zo was er een akkefietje met een agressieve man die zijn kerstboom stond af te tuigen en hebben ze een vermeend gevalletje majesteitsschennis geconstateerd.
Over de afhandeling van dat laatste waren ze het nog niet helemaal eens.
''Hij had het over de kou! Hij zei dat de vorst matig was.''
''Nou, de hulpprocureur der Koningins op het plein zoekt het wel uit. Wij hebben ons werk gedaan.''

Arie en Willie hebben de verdachte van belediging van de toekomstige koning Willem IV een uur eerder op het Constantijn Huygensplein afgeleverd. Daar wordt de eerste schifting onder de relschoppers en andere verdachten van niet te tolereren zaken gemaakt.
Het snelrecht is uitgelopen op een waar volksvermaak. Er staan drommen mensen te kijken naar een groepje verdachten die op een afgezet stuk van het plein geboeid zitten te wachten tot over hun lot wordt beslist.

''Er heeft dit jaar tenminste niemand over m'n schoenen gekotst,'' stelt Willie opgetogen vast. ''Terwijl er toch genoeg mensen op straat waren die behoorlijk blauw waren.''
''Ze durfden niet. Je hebt ze behoorlijk ingepeperd dat ze zoet moesten zijn en dat ze het zouden bezuren als ze niet opzouten.''
Arie grijpt naar zijn binnenzak en haalt er een zakflacon uit, schroeft hem open en neemt een stevige slok.
Willie verbaliseert het gedrag van zijn ambtsbroeder.
''Je zou toch stoppen met drinken. Stel je voor dat iemand het ziet.''
''Ik vind dat ik het wel verdiend heb,'' sputtert Arie. ''En er loopt op dit moment toch niemand meer op straat.''
''Volgens mij heb je een drankprobleem,'' vonnist Willie. ''En zit je nog in de ontkenningsfase.''
''Nee hoor!'' verloochent Arie. ''En jij drinkt trouwens meer dan ik.''
Willie schudt zijn hoofd.
''Ja, thuis. Alleen buiten dienst. Ik heb al een fles beëlzebubbeltjesdrank koud gestald. Die drink ik vanavond gezellig met Hermien op.''
''Ik zal met mijn problemen in ieder geval nooit naar een psychiater gaan,'' knort Arie.
''Nee, stel je voor dat ie je vraagt of je erover wil praten. Jij zou die uitdaging meteen aannemen en dan kan die man met pensioen tegen de tijd dat je bent uitgeluld.''
Arie besluit zich niets van de jij-bak aan te trekken en deelt een voorval dat hij onlangs van zijn schoondochter heeft gehoord.
''Ze liep met m'n driejarige kleinzoon een slijterij binnen. Bij de flessen jenever begon die kleine aap ineens te wijzen en riep heel hard: ''OPA!''
Willie moet hard lachen, eigent zich de fles, die naast hem staat, toe en neemt ook een majeure slok.
Arie fronst zijn wenkbrauwen en begint een anekdote te vertellen die hij pas op het bureau gehoord heeft.
''Er was een man die bezoek van de deurwaarder verwachtte. Om te voorkomen dat er beslag op zijn spulletjes werd gelegd, heeft hij zijn huisnummerbordje met dat van de buren, die op vakantie waren, verwisseld.''
''Toen ze thuiskwamen troffen ze een leeg huis aan. Het heeft ze een week gekost voor ze alles weer terug hadden.''
Willie vertelt hoe zijn zoontje het jaarlijkse schoolreisje gemist heeft.
''Hij had zich vlak voor het vertrek onder een schoolbank verstopt. Ze vertrokken zonder hem, omdat ze hem niet konden vinden.''
Ten gevolge van de drankinname ontstaat er een jolige stemming op het bankje. Willie weet een melig raadseltje.
''Ik zie, ik zie dubbel wat jij niet ziet.''
Arie speelt mee: ''Wat zie je dan?''
''Een grote, grote wallevis,'' schettert Willie. Hij springt op en wijst in de richting van de gracht. ''Oh nee, het is Erica Terpstra!''
''Die is toch juist veertig kilo afgevallen?'' proest Arie. ''Ze zit nu weer goed in haar vel. Het zit alleen een beetje ruim.''
''Heb jij nog goede voornemens?'' informeert Willie. ''Jij mag trouwens ook wel wat afvallen. Dik zijn is tegenwoordig not done.''
Arie klopt op zijn buik: ''Dit sixpack komt van de sixpacks biertjes die ik per dag drink.''
''Wie weet wat Weight Watchers wegen,'' allitereert Willie.
Aries wenkbrauwen proberen elk een andere hoek van zijn voorhoofd te bereiken.
''Ach, ik ben in een poëtische bui,'' verontschuldigd Willie zich. ''Die gaat wel weer over. Ik trek wel weer bij.''
Arie doet zijn best om de conversatie weer op het niveau te brengen dat het even daarvoor had.
''Er was een man die naar een bordeel ging en zich daar ineens realiseerde dat hij juist die dag vijf jaar met zijn vriendin samenwoonde. Het was te laat om nog een cadeautje te kopen. Dat loste hij op door een tegeltje met een Latijnse spreuk mee te jatten uit die hoerenkast. Hij was alleen even vergeten dat zijn vriendin op het gymnasium had gezeten. Zij kon de tekst “Gelieve uw geslachtsdeel niet aan de gordijnen af te vegen” wel vertalen.''
Willie smuillacht. Arie smuilt mee en begint over de financiële situatie bij de politie.
''Die rijke luizen zeiken allemaal over hun verloren rijkdom, maar dat is maar centensentiment. Ze moeten eens proberen van ons salaris rond te komen.''
''Als je vrouw een keer gaat shoppen, is het al half op,'' stemt Willie in. ''Ze zeggen dat de vrouw uit een van Adams ribben is geschapen, maar ze kosten je constant een rib uit je lijf.''
''Ik zou wel eens op safari willen,'' droomt Arie hardop. ''Om het wild in het wild te zien.''
''Als er dan maar genoeg gnoes voorhanden zijn,'' bulderlacht Willie. ''Jij bent nogal schietgraag.''
Het gesprek dwaalt af naar het misdadige programma van Peter R. de Vries.
Peter errrrg hè de Vries heeft die Joran wel weer mooi te pakken gekregen. Alleen kan justitie daar niets mee.''
''Hij blijft zich misdragen,'' onderschrijft Arie. ''Eens een recidivist, altijd een recidivist.''
Er begint een vogel te fluiten. Arie pakt zijn dienstwapen, richt het op de vogel en begint te zingen.
''Vogeltje, wat zing je vroeg, is de dag niet lang genoeg, pang pang, dat was wel weer lang genoeg.''
Willie trekt de arm van zijn partner naar beneden en kijkt geschrokken om zich heen.
''Doe dat nou niet, Arie. Daar krijgen we last mee.''
Juist op dat moment loopt Karel Nooitgedacht langs. Hij heeft de agenten niet in de gaten en opent zijn gulp om tegen een boom te plassen.
Arie wil opstaan en zijn gezag laten gelden.
''Is ie nou helemaal van de dolle duiven bezwaffeld?''
Willie is bang voor een escalatie en houdt zijn collega tegen.
''Laat nou maar, Arie. Er wordt hier zoveel tegen bomen gepist. Het is nog een wonder dat ze niet mee beginnen te lallen.''
''Ach ja,'' geeft Arie toe. Hij neemt nog een slok. ''En ik ben ook maar een man. Kan maar een ding tegelijk en ik ben nu even aan het drinken.''
''Het is een van die gasten die hier altijd op het bankje zitten,'' brengt Willie te berde. ''Die pakken we later nog wel eens. Die lui hebben een leven van eeuwigdurende bijstand. Ze zitten de hele dag maar te zuipen en CO2 uit te stoten. Uitermate milieuonvriendelijk.''
Willie staat op en wil Arie overeind trekken om hem naar huis te begeleiden. Hun dienst zit erop.
Arie heeft genoeg van de nacht en kotst over de schoenen van Willie. 










 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten