-10-
Het
is de laatste dag van het oude jaar. Murk wordt wakker uit een
vreselijke nachtmerrie waarin ma Hemelsoet de hoofdrol speelde.
Steeds
als Murk een kamer binnen kwam, had moeder een enorme puinhoop
veroorzaakt en zich daarna vliegensvlug uit de voeten gemaakt. Als
hij dan klaar was met opruimen, had zij ondertussen elders haar slag
geslagen. Aan het eind van de droom zag ze zelfs kans een lek in de
waterleiding in de tuin te veroorzaken.
In
België is weer eens een nieuw kabinet geformeerd. Deze keer onder
leiding van een dichter. Een overgangsregering, in afwachting van de
aansluiting bij Gedogia.
De
stadhouder van Fryslân kondigt aan dat er binnenkort opnieuw een
groot evenement gehouden zal worden in zijn provincie.
''Na
Simmer 2000
is het weer de hoogste tijd voor een grote, internationale
manifestatie. Deze zal deze zomer worden gehouden. We hebben gekozen
voor de naam Made in
Friesland, zodat
iedereen, ook de Friezen die in het buitenland wonen en de taal
wellicht niet meer beheersen, kunnen snappen waar 't om gaat.''
Na
het nieuws volgt een interview met journaliste en publiciste Joyce
Roodnat. Ze vertelt dat ze anders is gaan schrijven sinds ze lange
wandelingen maakt.
Volgens
wetenschappers zijn nieuwe activiteiten die mensen ontplooien al
binnen zes weken met MRI-apparatuur zichtbaar in de hersenen.
Murk
vraagt zich af of zijn hersens andere patronen te zien geven nu hij
niet meer de hele dag aan drugs denkt. Voor zijn gevoel moet dit wel
het geval zijn. Hij denkt tegenwoordig nog maar een paar keer per dag
aan het gebruik van drogerende middelen.
Hij zou liever in ander gezelschap verkeren. Bij voorkeur jong en van het schone geslacht. Iemand waarmee hij ook over hetgeen hij schrijft kan praten, die hem stimuleert en op ideeën brengt als hij vastzit, die hem bij de les houdt als hij de draad kwijt raakt of afremt als hij doorschiet.
Schrijven is leuk. Maar de eenzaamheid waarin het geschiedt, gaat wel ten koste van je liefdesleven.
Ach, het kan altijd nog erger. Murk mist weliswaar een vriendin, maar je kunt jezelf ook kwijtraken, zoals ma Hemelsoet is overkomen.
De komiek vertelt over een ontmoeting met een verkoper van de daklozenkrant voor de JanCampert aan de Menno ter Braakweg, waar Murk ook nu en dan bier koopt.
Murk woonde vroeger bij Van 't Hek om de hoek. Ze frequenteerden dezelfde groenteman.
Youp verscheen daar meestal met een behoorlijke kater, maar was desondanks altijd erg humoristisch. Een typische hangovercomedian.
Van 't Hek meldt in zijn conferences vaak dat hij geld aan behoeftige mensen geeft. Dat is in werkelijkheid evenzeer het geval. Hij heeft Murk ook wel eens geld gegeven om een biertje te kunnen kopen.
Murk wacht het nieuwe jaar niet af, maar gaat meteen na de show van Youp naar bed.
Knallende kurken en vuurpijlen zijn aan hem niet besteed.
Het
jaar komt door de koude start traag op gang. Het is de koudste dag
van het jaar tot nu toe.
Het
afgelopen jaar was een jaar waarin alles mogelijk was. Wellicht wordt
het wel weer zo'n jaar.
Op
het bankje voor de Vondelkerk zitten twee dikke mannen. Het zijn Arie
Schutijzer en Willie Suijkerbuik. Beiden zijn werkzaam bij de
gemeentepolitie van de hoofdstad van Gedogia.
Eerstgenoemde
is al jaren hoofdagent. De tweede hoopt dat ooit nog te worden.
Ze
hebben een redelijk rustige nacht achter de rug. De verwachting is
dat het laatste uurtje van hun dienst net zo zal verlopen.
''Nou,
de nacht van de lege flessen zit er weer op,'' bromsnort Arie,
wijzend op de grote hoeveelheid glaswerk die aan de waterkant is
achtergebleven. ''Er waren er weer heel wat blauw op straat.''
''Ja,
het was weer thirstday,
of misschien zou je het beter zatterdag
kunnen noemen,''
beaamt Willie.
''En
toch viel het dit jaar
eigenlijk wel mee. We hebben gelukkig geen Staakt
het vieren! af te
hoeven kondigen.''
De
politiefunctionarissen hebben deze nacht slechts problemen gehad die
ze onderling, zonder assistentie, konden oplossen.
Zo
was er een akkefietje met een agressieve man die zijn kerstboom stond
af te tuigen en hebben ze een vermeend gevalletje majesteitsschennis
geconstateerd.
Over
de afhandeling van dat laatste waren ze het nog niet helemaal eens.
''Hij
had het over de kou! Hij zei dat de vorst matig was.''
''Nou,
de hulpprocureur der Koningins op het plein zoekt het wel uit. Wij
hebben ons werk gedaan.''
Arie
en Willie hebben de verdachte van belediging van de toekomstige
koning Willem IV een uur eerder op het Constantijn Huygensplein
afgeleverd. Daar wordt de eerste schifting onder de relschoppers en
andere verdachten van niet te tolereren zaken gemaakt.
Het
snelrecht is uitgelopen op een waar volksvermaak. Er staan drommen
mensen te kijken naar een groepje verdachten die op een afgezet stuk
van het plein geboeid zitten te wachten tot over hun lot wordt
beslist.
''Er
heeft dit jaar tenminste niemand over m'n schoenen gekotst,'' stelt
Willie opgetogen vast. ''Terwijl er toch genoeg mensen op straat
waren die behoorlijk blauw waren.''
''Ze
durfden niet. Je hebt ze behoorlijk ingepeperd dat ze zoet moesten
zijn en dat ze het zouden bezuren als ze niet opzouten.''
Arie
grijpt naar zijn binnenzak en haalt er een zakflacon uit, schroeft
hem open en neemt een stevige slok.
Willie
verbaliseert het gedrag van zijn ambtsbroeder.
''Je
zou toch stoppen met drinken. Stel je voor dat iemand het ziet.''
''Ik
vind dat ik het wel verdiend heb,'' sputtert Arie. ''En er loopt op
dit moment toch niemand meer op straat.''
''Volgens
mij heb je een drankprobleem,'' vonnist Willie. ''En zit je nog in de
ontkenningsfase.''
''Nee
hoor!'' verloochent Arie. ''En jij drinkt trouwens meer dan ik.''
Willie
schudt zijn hoofd.
''Ja,
thuis. Alleen buiten
dienst. Ik heb al een fles beëlzebubbeltjesdrank koud gestald. Die
drink ik vanavond gezellig met Hermien op.''
''Ik
zal met mijn problemen in ieder geval nooit naar een psychiater
gaan,'' knort Arie.
''Nee,
stel je voor dat ie je vraagt of je erover wil praten. Jij zou die
uitdaging meteen aannemen en dan kan die man met pensioen tegen de
tijd dat je bent uitgeluld.''
Arie
besluit zich niets van de jij-bak aan te trekken en deelt een voorval
dat hij onlangs van zijn schoondochter heeft gehoord.
''Ze
liep met m'n driejarige kleinzoon een slijterij binnen. Bij de
flessen jenever begon die kleine aap ineens te wijzen en riep heel
hard: ''OPA!''
Willie
moet hard lachen, eigent zich de fles, die naast hem staat, toe en
neemt ook een majeure slok.
Arie
fronst zijn wenkbrauwen en begint een anekdote te vertellen die hij
pas op het bureau gehoord heeft.
''Er
was een man die bezoek van de deurwaarder verwachtte. Om te voorkomen
dat er beslag op zijn spulletjes werd gelegd, heeft hij zijn
huisnummerbordje met dat van de buren, die op vakantie waren,
verwisseld.''
''Toen ze thuiskwamen troffen ze een leeg huis aan. Het heeft ze een week gekost voor ze alles weer terug hadden.''
Willie
vertelt hoe zijn zoontje het jaarlijkse schoolreisje gemist heeft.
''Hij
had zich vlak voor het vertrek onder een schoolbank verstopt. Ze
vertrokken zonder hem, omdat ze hem niet konden vinden.''
Ten
gevolge van de drankinname ontstaat er een jolige stemming op het
bankje. Willie weet een melig raadseltje.
''Ik
zie, ik zie dubbel wat jij niet ziet.''
Arie
speelt mee: ''Wat zie je dan?''
''Een
grote, grote wallevis,'' schettert Willie. Hij springt op en wijst in
de richting van de gracht. ''Oh nee, het is Erica Terpstra!''
''Die
is toch juist veertig kilo afgevallen?'' proest Arie. ''Ze zit nu
weer goed in haar vel. Het zit alleen een beetje ruim.''
''Heb
jij nog goede voornemens?'' informeert Willie. ''Jij mag trouwens ook
wel wat afvallen. Dik zijn is tegenwoordig not
done.''
Arie
klopt op zijn buik: ''Dit sixpack komt van de sixpacks biertjes die
ik per dag drink.''
''Wie
weet wat Weight Watchers wegen,'' allitereert Willie.
Aries
wenkbrauwen proberen elk een andere hoek van zijn voorhoofd te
bereiken.
''Ach,
ik ben in een poëtische bui,'' verontschuldigd Willie zich. ''Die
gaat wel weer over. Ik trek wel weer bij.''
Arie
doet zijn best om de conversatie weer op het niveau te brengen dat
het even daarvoor had.
''Er
was een man die naar een bordeel ging en zich daar ineens realiseerde
dat hij juist die dag vijf jaar met zijn vriendin samenwoonde. Het
was te laat om nog een cadeautje te kopen. Dat loste hij op door een
tegeltje met een Latijnse spreuk mee te jatten uit die hoerenkast.
Hij was alleen even vergeten dat zijn vriendin op het gymnasium had
gezeten. Zij kon de tekst “Gelieve uw geslachtsdeel niet aan de
gordijnen af te vegen” wel vertalen.''
Willie
smuillacht. Arie smuilt mee en begint over de financiële situatie
bij de politie.
''Die
rijke luizen zeiken allemaal over hun verloren rijkdom, maar dat is
maar centensentiment. Ze moeten eens proberen van ons salaris rond te
komen.''
''Als
je vrouw een keer gaat shoppen, is het al half op,'' stemt Willie in.
''Ze zeggen dat de vrouw uit een van Adams ribben is geschapen, maar
ze kosten je constant een rib uit je lijf.''
''Ik
zou wel eens op safari willen,'' droomt Arie hardop. ''Om het wild in
het wild te zien.''
''Als
er dan maar genoeg gnoes voorhanden zijn,'' bulderlacht Willie. ''Jij
bent nogal schietgraag.''
Het
gesprek dwaalt af naar het misdadige programma van Peter R. de Vries.
‘Peter
errrrg hè de Vries heeft die Joran wel weer mooi te pakken gekregen.
Alleen kan justitie daar niets mee.''
''Hij
blijft zich misdragen,'' onderschrijft Arie. ''Eens een recidivist,
altijd een recidivist.''
Er
begint een vogel te fluiten. Arie pakt zijn dienstwapen, richt het op
de vogel en begint te zingen.
''Vogeltje,
wat zing je vroeg, is de dag niet lang genoeg, pang pang, dat was wel
weer lang genoeg.''
Willie
trekt de arm van zijn partner naar beneden en kijkt geschrokken om
zich heen.
''Doe
dat nou niet, Arie. Daar krijgen we last mee.''
Juist
op dat moment loopt Karel Nooitgedacht langs. Hij heeft de agenten
niet in de gaten en opent zijn gulp om tegen een boom te plassen.
Arie
wil opstaan en zijn gezag laten gelden.
''Is
ie nou helemaal van de dolle duiven bezwaffeld?''
Willie
is bang voor een escalatie en houdt zijn collega tegen.
''Laat
nou maar, Arie. Er wordt hier zoveel tegen bomen gepist. Het is nog
een wonder dat ze niet mee beginnen te lallen.''
''Ach
ja,'' geeft Arie toe. Hij neemt nog een slok. ''En ik ben ook maar
een man. Kan maar een ding tegelijk en ik ben nu even aan het
drinken.''
''Het
is een van die gasten die hier altijd op het bankje zitten,'' brengt
Willie te berde. ''Die pakken we later nog wel eens. Die lui hebben
een leven van eeuwigdurende bijstand. Ze zitten de hele dag maar te
zuipen en CO2
uit te stoten. Uitermate milieuonvriendelijk.''
Willie
staat op en wil Arie overeind trekken om hem naar huis te begeleiden.
Hun dienst zit erop.
Arie
heeft genoeg van de nacht en kotst over de schoenen van Willie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten