donderdag 23 januari 2014

Lezen en blijven leven

Tot voor kort leidde ik een zorgeloos en gezapig bestaan. Ging zelden de deur uit en las vooral veel. Maar sinds gisteren is mijn leven totaal veranderd.
Ik zag altijd de zonnige zijde van het leven. Er overkwam me natuurlijk wel eens iets vervelends. Ik brak een been. Verloor banen. Werd gedumpt door een vriendin. Mijn huis brandde af.
Maar vond elke keer mijn geluk weer terug in boeken.

Mijn peutertijd kan ik me nauwelijks herinneren. Als kind van vier jaar verveelde ik me soms. Andere jongetjes gingen voetballen. Dat vond ik maar een stom spel. Buiten in de zon zijn was heerlijk. Maar dat geren achter een bal? Ik zat liever in de zandbak. Verzon landen, creëerde steden, stelde legers op van ijslollystokjes. Heb dagenlang veldslagen geleverd. Alleen met mezelf.
Maar er miste toch iets.
Op een dag zat mijn vijf jaar oudere zus televisie te kijken en moest hard lachen. Ik begreep niet waarom. Verstond niet wat die mensen zeiden en werd erg boos.
Moeder legde uit dat die rare witte tekentjes onder in beeld letters waren en dat Eva die kon lezen. Dat wilde ik ook!
Het regende vaak in de weken die volgden. En ik had het onmetelijke geluk dat mijn moeder en zus er veel plezier in schepten mij te leren lezen. Na twee dagen kon ik de meeste letters van elkaar onderscheiden. Daarna volgden al snel kleine woordjes en zinnetjes. Na twee weken mocht ik mijn vader uit 'Nijntje' voorlezen. Het duurde waarschijnlijk wel een uur voor ik het verhaaltje uit had. Maar hij viel niet in slaap, zoals meestal na het avondeten.
Wat was ik trots!
Mijn liefde voor het lezen en de boeken was gewekt. Mijn favorieten waren 'Jip en Janneke' en 'Pluk van de Petteflat'.
Wat genoot ik van Annie M.G. Schmidt!
Na een paar maanden wilde mijn juf gaan voorlezen en flapte ik er uit: ''Mag ik voorlezen, juf?''
Juf Maaike begon te lachen en gaf me een prentenboek. ''Dat is goed, Arie, ga jij maar een verhaal verzinnen.''
''Nee'', antwoordde ik, ''ik wil voorlezen, uit 'Jip en Janneke', juf Maaike, dat kan ik al heel goed!''
Juf Maaike geloofde dat niet. Maar ze gaf me het eerste deeltje van de serie en ik begon voor te lezen. Juf probeerde mee te lezen, dacht dat ik gewoon een erg goed geheugen had en het verhaal uit mijn hoofd kende. Daarna gaf ze me 'Otje'. Ik sloeg het open en zag wel dat er moeilijker woorden in stonden, maar begon voor te lezen. Bij de langere woorden aarzelde ik soms wel. Pas nadat de juf tien minuten later zei dat ik mooi had voorgelezen en het boek dicht mocht doen, zag ik de verbazing in haar ogen.
Na schooltijd stond juf Maaike met mijn moeder te praten. Zo nu en dan keken ze mijn kant uit. Thuis vertelde moeder dat juf Maaike het heel bijzonder vond dat ik al kon lezen en dat ik op school ook mocht lezen. Of voorlezen aan de andere kinderen.
Op de basisschool en de middelbare school waren boeken mijn beste vrienden. Liet de rest van mijn klasgenoten, met hun knikkeren, tikkertje, verstoppertje en computergames, links liggen.

Na het VWO moest ik een studie kiezen. Nederlandse letteren lag voor de hand, toch koos ik voor wiskunde, waar ik ook altijd hoge cijfers voor had.
Bij de studentenvereniging ontmoette ik andere literatuur fanaten. We lazen veel samen en bespraken de boeken en de motieven van de auteurs.
We bleven contact houden. Een keer in de maand kwamen we bij elkaar. In het begin lazen we in die tijd drie boeken, maar dat werd allengs minder. Mijn leesgenoten kregen gezinnen en ik bleef alleen met mijn boeken.
Tot vorige maand.
De woensdag na onze laatste gezamenlijke boekevaluatie ging ik nog snel even een supermarkt binnen. In de lange rij bij de kassa stond ik voor een beeldschoon meisje. Ik werd op slag verliefd en sprak haar aan. Tot mijn verbazing zei ze ''ja'' op mijn stotterende vraag. Ja, ze had best wel zin die zaterdag samen naar de film te gaan. Vanaf dat moment waren we elk vrij moment bij elkaar en bleven de boeken gesloten. Zij was mijn pocket, gedichtenbundel, paperback, novelle en roman en ik las haar telkens opnieuw, van kaft tot kaft.
Ik weet wel dat ik in het begin van dit verhaal heb geschreven dat mijn leven sinds gisteren totaal is veranderd.
Maar in feite was mijn levensloop al dagen eerder in een achtbaan, met veel bochten, zonder remmen, belandt en uit de bocht gevlogen.
Ik zag, tot mijn niet geringe schrik, dat er drie dagen later alweer een leesbijeenkomst zou zijn.
En ik had het boek 'De lange weg naar vrijheid' van Nelson Mandela nog niet gelezen.
De anderen zouden ongetwijfeld verwachten dat ik het wel had gelezen. Ik was altijd degene die vond dat er veel meer gelezen moest worden. En ik had het boek, dat ik had ingebracht, nog niet eens opengeslagen. Het boek telde 584 pagina's. Dat zou zelfs ik niet in een paar uur kunnen lezen.
Ik legde mijn vriendin het probleem voor en zij had alle begrip. De komende twee dagen zouden we elkaar minder zien. Dan had ik tijd voor het boek.
Gisteren moest ik nog 100 bladzijden. Ik las voor, gedurende en na het ontbijt, tijdens de koffie- en lunchpauze op mijn werk en op de fiets naar huis.
Misschien had ik dat laatste beter niet kunnen doen.
Nu lig ik met een zware hersenschudding, in het donker, in een ziekenhuis en mag van geluk spreken dat de vrachtwagenchauffeur, die mijn achterwiel lichtjes raakte, geen lezer was. Niet net met WhatsAppjes, Twitterberichtjes, Facebookupdatjes of LinkedInnnetjes doende was, maar gewoon op het verkeer lette.
Ik ben er nog, ik mag de eerste dagen nog niet lezen van de zuster, maar straks komt Zij.



 








Geen opmerkingen:

Een reactie posten