-2 ½-
Murk heeft al een paar
weken niet geschreven.
Zijn trouwe
lezerskring, vrienden en andere mensen die hij ooit stukken van zijn
roman heeft gestuurd, begint te morren. Hij krijgt elke dag mailtjes
met de vraag waar het volgende hoofdstuk blijft, of hij soms is
gestopt met schrijven en weer meer is gaan drinken.
Maike,
de vrouw van Rob, een enthousiaste lezer, schrijft vertwijfelt: ''Je
hebt toch geen writersblock?''
Zij protesteerde al
eerder, toen er in een van de hoofdstukken geen rol voor ma Hemelsoet
was weggelegd.
Murk begrijpt hoe Sir
Arthur Conan Doyle zich moet hebben gevoeld, toen hij Sherlock Holmes
liet sterven en de toorn van duizenden lezers over zich heen kreeg.
Hij belooft beterschap.
Binnenkort zal hij bijna een heel hoofdstuk aan moeder gaan wijden.
Maike is hoofd inkoop
van een keten van boekwinkels in de noordelijke provincies. Ze hoopt
nog steeds dat de roman van Murk binnenkort in gedrukte vorm zal
verschijnen en dan in het begin van het cadeauseizoen in de schappen
kan liggen.
Murk is ook al een tijd
niet in het centrum van Louloenen geweest.
Zijn vrienden op het
bankje voor de Vondelkerk vragen zich al een tijdje af of hij is
gestopt met drinken of het te druk heeft met schrijven.
De werkelijkheid is
prozaïscher. Murk is al twee weken niet in staat om te schrijven of
met maten te drinken. Ten gevolge van ziekte en werkzaamheden aan de
ark.
En dan zijn er nog een
paar andere beslommeringen die beslag op zijn tijd leggen. Zo is er
een oproep van de Dienst Werken
en Uitkeringen. De DWU stelt hem voor de keus een dom baantje
te nemen, waardoor hij geen tijd meer zal hebben zijn leven van
socialiseren, drinken en schrijven, fulltime te leiden. Of anders
voltijds voor zijn moeder te gaan zorgen en dan thuis te gaan
schrijven.
Murk
en Jacqueline gaan een laptop kopen. Zo kan hij ook thuis aan zijn
boek werken.
Ma Hemelsoet is haar
zoon, en de rest van de wereld, ook een beetje kwijt. Die avond
vraagt moeder Murk of hij er nu eigenlijk wel of niet is. Murk is van
mening dat deze opmerking niet onderdoet voor een van de uitspraken
van de bekende Gedogiaanse filosoof Johan Cruijff, of anders toch wel
een heel erg vrije vertaling van Shakespeare's 'to be or not to be'
moet zijn.
Alvorens Murk gaat
slapen, besluit hij deze dag nog als nieuw hoofdstuk in zijn roman te
intermezzo-en. Hij mailt het naar zijn lezers, met de opmerking dat
het helaas een heel erg kort hoofdstuk is geworden en het hem
ongelooflijk spijt dat iedereen wel erg lang op een nieuw teken van
zijn literaire leven heeft moeten wachten. ''Helaas, het is niet
anders. Weet dat ik er ook zeer onder heb geleden. Had de griep.
Schrijven in tijden van koortswanen, hoestbuien en slijm opgeven is
erg lastig. Was ook erg druk met toezicht houden op dringend
noodzakelijke werkzaamheden aan de aanlegsteiger van de woonark en
werd daarboven ook nog eens belaagd met bureaucratische aanzeggingen
van ambtenaren van de plaatselijke sociale dienst.''