-10-
In de master-bedroom van de villa van de familie De Mol rinkelt een vroege wekker. Jacqueline en Erwin snurken in hun riante ledikant lustig door. Het zacht deinende waterbed heeft vooralsnog geen enkele moeite hun tempo bij te houden.
Gedurende het halve uur dat volgt, doet de snooze-functie van het uurwerk nog enkele malen vruchteloos zijn werk. Er is nog steeds geen sprake van enige activiteit anders dan de meedogenloze hand van de vrouw des huizes, die de werking van het apparaat probeert te onderbreken. Maar dan wordt het zesde reveil van de metalen herriemaker toch nog plotsklaps ruw overstemt door het stemgeluid van de bij het ledemaat behorende lichaam.
''Erwin, wakker worden! Ik heb me verslapen!'
Onder het dekbed klinkt een brommend: ''Moet je mij daarvoor wakker maken? Ik had nog uren kunnen slapen. Ik hoef pas om één uur vanmiddag op kantoor te zijn voor mijn afspraak met die #@%$Marokkanen.''
Ondanks haar woest doorsluimerende ochtendhumeur vergeet Jacqueline ook deze keer niet een, door te vaak gebruik enigszins vaal geworden, aanmerking op het taalgebruik aan het adres van haar eega te retourneren.
''Dat soort mensen wordt tegenwoordig Euro-Mediterranen genoemd, schat. Je mag je best wel eens netter over je klanten uitlaten.''
Erwin protesteert voor de vorm tegen zijn immer betweterige echtgenote en vraagt waarom hij dan zo JudasIskariotvroeg wakker gemaakt moest worden.
''Het blijven voor mij gewoon luie types. Anders zouden ze toch niet zo'n megaorder matrassen plaatsen. Nou, oké dan. Je hebt weer eens gelijk. Maar wat is er dan, mens?''
Jacqueline stampvoetgilt
''We moeten vanavond naar het jaarlijkse diner van de kliniek. Ik heb het vanmorgen veel te druk om langs de stomerij te gaan. En vanmiddag is hij gesloten. Dus je moet zelf maar even je blauwe pak ophalen.''
Het finale protest dat Erwin nog probeert te maken, wordt acuut gesmoord in de tegenwerpingen van de vrouw die hij in andere tijden zijn betere helft placht te noemen.
''Ik heb verdomme een kast vol kostuums. Zou echt niet weten waarom ik dan nu speciaal dat blauwe apenpak aan moet.''
''Omdat ik dus gewoon wil dat je er netjes uitziet. Anders lijkt het of je bij het personeel hoort. Het geeft je cachet en het past ook goed bij de tint van mijn robe.''
Jacqueline is inmiddels adequaat ontwaakt en verklaart dat ze op dit moment helemaal geen tijd meer heeft voor verdere discussies. Ze neemt een stortbad, maakt zich fluks op en hijst zich in kleren waarvan ze van denkt dat, wanneer zij zich hiermee in het openbaar zal vertonen, het deel van de wereldbevolking dat haar deze dag nog in de weg zal durven te lopen, in combinatie met een minimale dosis vilein verbaal geweld, tot spontane zelfdoding zal kunnen aanzetten.
Jacqueline stuift door de gang richting eetkamer. Slalomt langs de slaapkamers van haar kinderen en geeft in het voorbijgaan een fikse roffel op hun deuren. Er komt geen reactie. Ze neemt zich voor Franka en Roel op weg naar de kliniek telefonisch op de hoogte te stellen van het feit dat er weer een nieuwe schooldag is aangebroken.
Deze maatregel blijkt overbodig. Roel en Franka hebben zich reeds aan de ontbijttafel geïnstalleerd.
Jacqueline werpt hen een paar standaard aanmaningen toe, caramboleert door naar de keuken en weegt de voor- en nadelen van het zetten van koffie tegen elkaar af. Zij besluit daarvan af te zien. Er heeft onlangs in een glossy gestaan dat je al erg wakker wordt van de geur van koffie. Ze steekt haar neus diep in de pot met snelfiltermaling en snuift het aroma op.
Terwijl ze met een oog op de design klok een idee probeert te krijgen hoeveel te laat ze inmiddels al is, zet Jacqueline koers naar de voordeur. Zij wordt in haar voortgang gestuit door Erwin, die zich in de hal heeft geposteerd om haar nog een gunst te vragen.
''Heb je vanmiddag nog een gaatje? Wendy moet om half twee naar de tandarts en dan zit er niemand achter de receptie.''
Jacqueline belooft tussen het bezoek aan haar moeder, het van het station ophalen van Murk en de dagelijkse besognes op de dierenkliniek Erwin bij te komen springen. Ze duikt in het gat dat haar man in de conversatie laat vallen om een sprintje naar haar auto te trekken.
In de hoofdstad van Gedogia zit Murk te ontbijten. Terwijl de koffie doorloopt, zet hij zijn laptop aan. Hij wil de ochtend gebruiken om te schrijven voordat hij 's middags naar Walden zal afreisen om die avond op zijn neef en nicht te gaan passen.
Murk opent zijn mailbox. Er is een boodschap van zijn zus, die zij de vorige avond laat heeft verzonden. Hij leest en schrikt als het een doodsbericht blijkt te bevatten.
Jacqueline meldt dat George, de pyrrhura van de familie De Mol, door een noodlottige samenloop van omstandigheden om het leven is gekomen.
Het was de gewoonte om de vogel, op avonden dat de hele familie thuis rond haard en televisie geschaard was, uit zijn kooi te laten en vrij door het huis te laten fladderen.
Dit is ook op deze avond het geval geweest.
Franka had aan het het begin van de avond nog een filmpje van de vrolijke fluiter gemaakt en was toen aan haar huiswerk gegaan. Roel had achter de computer in de huiskamer zitten gamen. Vader en moeder De Mol hadden televisie gekeken.
Toen aan het eind van de avond de kinderen naar bed waren en Jacqueline en Erwin rustig met een glas wijn op de bank wilden gaan zitten, viel het hun op dat hun vliegende huisgenoot ontbrak.
Het arme dier bleek de plek op de sofa, waar Erwin altijd zit en hem voert, te hebben uitgezocht om een nestje te maken en was tussen de kussens bekneld geraakt.
De eerste hulp, die Jacqueline nog heeft proberen te verlenen, bleek te laat.
Het verslag van het drama eindigt met een beschrijving van de stemming in huize De Mol. Jacqueline vertelt hoe kapot het hele gezin de vorige avond was door de dood van hun geliefde huisdier. Hoe ontroostbaar Erwin was. Dat de kinderen door de commotie weer uit bed gekomen waren en het uren geduurd had eer iedereen de slaap kon vatten.
Murk stuurt een kort mailtje met zijn condoleances terug, zet de radio aan, opent de tekstfiles van zijn roman en gaat verder met het hoofdstuk waar hij de vorige dag aan begonnen was.
Het lukt hem niet erg zijn gedachten bij het schrijven te houden, omdat op de radio ook dierenleed wordt gebracht. In een rubriek waarin een komische blik op het nieuws wordt gegeven, belt een medewerkster van het programma met allerlei instanties om te vragen hoe ze met katten omgaan sinds bekend is geworden dat deze dieren ook vatbaar zijn voor de Mexicaanse griep.
Het eerste telefoontje wordt met Gezondepoesjes.nl gepleegd.
Er wordt eerst gemeld dat het gesprek 80 Penning per minuut kost en dan begint een dame een seksueel getint verhaal te vertellen. Daarna wordt de verbinding snel verbroken.
Vervolgens wordt een dierenopvang gebeld. Hier komt men ook niet veel verder.
Een keuzemenu meldt dat je een drie kunt toetsen om afstand te doen van je huisdier.
Het laatste telefoontje werpt gelukkig wel helder licht op de problematiek. Een dierenarts vertelt dat katten drager van een ander soort griepvirus zijn dat nog niet overdraagbaar is op mensen.
Dat is een heel andere mening dan het alarmerende bericht dat laatst door de Amerikaanse gezondheidsautoriteiten werd verspreid. Daarin werd gesteld dat dit wel mogelijk was.
Murk bedenkt dat hij waarschijnlijk sneller met het schrijven van zijn boek zal opschieten als hij zich niet laat afleiden door radio- en televisieprogramma's, die hem met allerlei interessante onderwerpen bombarderen.
Hij zet een zender met rustige muziek op. Het lukt hem een flink stuk te schrijven, maar dan dwalen zijn gedachten toch weer automatisch af. Deze keer fladderen ze via het overlijden van de pyrrhura terug naar zijn middelbare schooltijd.
Het was de tijd dat er alternatieve lesmethoden in zwang raakten. Er werd naarstig naar allerlei leuk materiaal gezocht om de stof nog een beetje interessant te maken voor scholieren. Zo had hij als voorbereiding op het eindexamen Engels onder andere popsongs en een opname van The Dead Parrot Sketch van Monty Python te horen gekregen.
De poging om verveelde pubers bij de les te houden, slaagde niet in haar opzet.
Niemand bleek ooit van de Engelse comedians te hebben gehoord en het bestaan van typische Britse tongue-in-cheek humor was nog niet tot de adolescente breinen doorgedrongen.
Murk stopt met schrijven, gaat lunchen en zet de radio weer aan.
Er wordt net een leuk boek over allerlei onzinonderzoeken besproken.
De auteurs Rik Kuiper en Tonnie Mudde hebben in Maak nooit je bed op allerlei wetenschappelijke tips voor het dagelijkse leven verzameld.
Sommige van deze raadgevingen liggen heel erg voor de hand. Dat vrouwen beter met lelijke mannen kunnen daten dan andersom vindt Murk een zeer aanbevelenswaardige suggestie. En dat je beter niet onder een kokospalm kunt gaan liggen, had hij zelf ook kunnen bedenken.
Dat je niet zonder nekbrace moet gaan headbangen, lijkt Murk een waarschuwing die ook weer tot andere verwondingen kan gaan leiden. Neem bijvoorbeeld de letsels die je als metalhead in een smashspit kunt oplopen als je ongecontroleerde bewegingen met veel studs versierde nekbeschermers maakt.
Murk wist uit de commotie, die rond de ontsnapping van de gorilla Bokito was ontstaan, al dat je beter niet in de ogen van mensapen kan kijken. Het was hem nog niet bekend dat oogcontact met vogels ook beter vermeden kon worden.
Het is interessant om te horen dat reanimeren het beste op het ritme van de hit Stayin' Alive van de Bee Gees plaats kan vinden. Het feit dat een van de leden aan een hartaanval stierf tijdens een darmoperatie is een bizar toeval.
Murk neemt niet aan dat Jacqueline muziek heeft aangezet bij het reanimeren van de pyrrhura. Zij zal, haar muzieksmaak kennende, op dat moment ook wel geen geluidsdrager met deze song voorhanden hebben gehad. Killing Me Softly van Roberta Flack of Killing In The Name Of Love van Rage Against the Machine zijn qua ritme en tekst uiteraard minder geschikt.
Niet alle in het boek gegeven raadgevingen worden even uitgebreid behandeld.
Murk blijft met een aantal vragen zitten.
''Waarom is het beter je niet te laten aanraken door serveersters? Is het inderdaad verstandiger om zonder stoelen te vergaderen? Dat het overslaan van het voorspel zinvol is, had wat mij betreft ook wel opgehelderd mogen worden.''
Er is ook een onderzoek waarin aangetoond wordt dat mensen die denken dat ze iets goed kunnen juist niet in staat zijn om dit goed te doen. Dit wordt het zogenaamde Idol Effect genoemd.
Murk raakt in verwarring. Hij begint zich af te vragen of hij goed kan schrijven.
Het lukt Jacqueline deze ochtend niet haar ochtendhumeur achter zich te laten.
Het is erg druk op de dierenkliniek en ze heeft alleen beschikking over een nieuwe stagiaire, die haar steeds lastig komt vallen met casussen waar ze geen raad mee weet.
Bij de eerste vloeibare dosis koffie, die de chef de clinique tot zich probeert te nemen, komt haar assistente al aanrennen om te melden dat de dierenambulance een dronken egel heeft binnengebracht.
Het stekelige diertje was zwalkend in een boomgaard aangetroffen. Het had zich blijkbaar te goed gedaan aan rottende appels en daarna is het gistende fruit inwendig omgezet in ethanol.
Jacqueline pakt een pipetje, pompt het maagje van het benevelde schepseltje leeg en dient pijnstillers en antibiotica toe. Daarna wordt Tipsy, zoals het beestje inmiddels is gedoopt, naar de verkoeverkamer verbannen waar het zijn roes mag uitslapen.
Inmiddels is er een ooievaar, die tegen een hoogspanningslijn is gevlogen en hierbij zijn poot heeft verloren de OK, binnengereden.
Jacqueline vult haar halflege mok met lauwe koffie weer tot de rand met heet drab en prepareert zich voor het verrichten van een hersteloperatie.
Als zij een klein uurtje later bijna klaar is met het aanbrengen van een uit carbon vervaardigde prothese, komt haar medewerkster met een rood hoofd de operatiezaal binnen rennen om haar hulp bij een telefoongesprek te vragen.
''Er belt net een man om een afspraak voor het inslapen van een poes te maken.''
Jacqueline trekt haar wenkbrauwen op en vraagt waarom haar assistentie daarbij vereist is.
Zij krijgt te horen dat er een complicerende factor is.
''Daar heb je mij toch niet bij nodig, Ilse. Dat kan je toch best alleen af.''
''Ja, maar die kerel zegt dat het de poes van zijn buurvrouw is.''
Jacqueline tilt de ooievaar van de operatietafel, vraagt waarom de eigenaar dan niet zelf contact met de kliniek heeft gezocht en krijgt een kort resumé van het gesprek.
''Kon dat mens niet zelf bellen. We gaan toch niet zomaar beesten van anderen afmaken.''
''Die man zei dat de buurvrouw het goed vindt. Ze is oud, erg in de war en nauwelijks in staat om voor zichzelf te zorgen. En die kat is er nog erger aan toe.''
Jacqueline loopt achter haar ondergeschikte aan, staat de man te woord en krijgt het nummer van de buurvrouw. Als ze haar belt, blijkt het oude mens inderdaad weliswaar erg warrig maar nog wel in staat toestemming tot het euthanaseren van haar huisdier te geven.
Mevrouw zal de kat zelf komen brengen. Een half uur later rijdt zij inderdaad in een rolstoel met de poes op haar schoot de wachtkamer binnen.
Jacqueline geeft haar hulpkracht opdracht de gegevens van de cliënt te noteren en de nodige voorbereidingen voor de levensbeëindiging te treffen.
''Leg de spuiten maar klaar.''Als zij een klein uurtje later bijna klaar is met het aanbrengen van een uit carbon vervaardigde prothese, komt haar medewerkster met een rood hoofd de operatiezaal binnen rennen om haar hulp bij een telefoongesprek te vragen.
''Er belt net een man om een afspraak voor het inslapen van een poes te maken.''
Jacqueline trekt haar wenkbrauwen op en vraagt waarom haar assistentie daarbij vereist is.
Zij krijgt te horen dat er een complicerende factor is.
''Daar heb je mij toch niet bij nodig, Ilse. Dat kan je toch best alleen af.''
''Ja, maar die kerel zegt dat het de poes van zijn buurvrouw is.''
Jacqueline tilt de ooievaar van de operatietafel, vraagt waarom de eigenaar dan niet zelf contact met de kliniek heeft gezocht en krijgt een kort resumé van het gesprek.
''Kon dat mens niet zelf bellen. We gaan toch niet zomaar beesten van anderen afmaken.''
''Die man zei dat de buurvrouw het goed vindt. Ze is oud, erg in de war en nauwelijks in staat om voor zichzelf te zorgen. En die kat is er nog erger aan toe.''
Jacqueline loopt achter haar ondergeschikte aan, staat de man te woord en krijgt het nummer van de buurvrouw. Als ze haar belt, blijkt het oude mens inderdaad weliswaar erg warrig maar nog wel in staat toestemming tot het euthanaseren van haar huisdier te geven.
Mevrouw zal de kat zelf komen brengen. Een half uur later rijdt zij inderdaad in een rolstoel met de poes op haar schoot de wachtkamer binnen.
Jacqueline geeft haar hulpkracht opdracht de gegevens van de cliënt te noteren en de nodige voorbereidingen voor de levensbeëindiging te treffen.
Als zij net naar de behandelkamer wil teruglopen, om te kijken hoe de ooievaar het maakt, tikt Ilse haar op haar schouder. Het is haar nog niet geheel duidelijk.
''Mevrouw De Mol. Nog een vraagje. Spuiten?''
De kattenbazin en de stagiaire kijken Jacqueline verschrikt aan. Zij verlost beiden snel uit hun prangende onzekerheid.
''Ja, de eerste om de spieren te verslappen en de tweede om het proces te voltooien.''
Jacqueline schrijft de verwijzing voor de fysiotherapeut, die de ooievaar opnieuw moet leren lopen.
Dan rijdt de dierenambulance alweer voor. Ditmaal met een hert dat door een hummer is aangereden.
Op het moment dat Jacqueline de buikwond van het onfortuinlijke dier afhecht, steekt Ilse haar hoofd om de hoek van de praktijkruimte en stelt haar luid fluisterend op de hoogte dat er een very important patiënt in de wachtkamer zit.
''Mevrouw de dokter. Die ene prinses, eh.... Laurentien, wil u graag spreken.''
Jacqueline schuift de behandeltafel met het hert in een hoek, wast haar handen en stormt de operatiekamer uit om de prinses van Oranje-Nassau te begroeten.
''Mevrouw Van Amsberg-Brinkhorst. Wat ontzettend leuk. Waarmee kan ik u van dienst zijn?''
De prinses vertelt dat ze toevallig in de buurt was en dat haar enkele jaren eerder overleden lievelingshond vroeger patiënt van de praktijk is geweest.
''Ja, ik bracht zojuist een gelegenheidsbezoek aan Walden en wipte wat boutiquejes binnen. En hoorde dat de clinique, waar ik vroeger altijd met BC kwam, een nieuwe eigenaar heeft. En toen bedacht ik dat het mogelijkerwijs een goed idee zou zijn om een beroep te doen op de médecinaire kennis van de nieuwe chef de vétérinaire. Boris-Cazemier is indertijd door uw voorganger behandeld. Hij heeft hem na zijn verscheiden voor mij laten invriezen en ik wil nu graag weten of de wetenschap al genoeg progressie heeft gemaakt om hem het leven terug te geven en te genezen.''
Jacqueline herinnert zich vaag dat de vorige arts haar ooit iets over deze koninklijke klant heeft vertelt.
Zij moet even het patiëntendossier gaan checken en verdwijnt in haar kantoor.
Na een tijdje bladeren door de bakken waarin voorheen de patiënt files werden bijgehouden, komt ze de vergeelde kaart tegen waarop de gegevens van de dode reu in de hanenpoten van de oude dokter zijn beschreven.
‘‘Eigenaar gestoord. Kadaver ter vernietiging aangeboden aan Rendac.’’
Jacqueline zucht en probeert de juiste woorden te vinden om het feit dat de hond met het destructiebedrijf voor dierlijk restmateriaal is meegegeven, omdat haar voorganger de cliënt voor een halve gare versleet, te verklaren in termen die voor mensen die niet geheel in de medische termen zijn ingevoerd.
Terwijl ze terug naar de wachtruimte sloft om de prinses het droeve nieuws te brengen, besluit ze de hete aardappel gedeeltelijk door te schuiven aan een collega, die meer kennis van zaken heeft en graait haar blok met verwijsbriefjes mee.
Prinses Laurentien veert op en kijkt de dierenarts hoopvol aan. Jacqueline vertelt haar dat de vorige dokter waarschijnlijk de wensen van hare koninklijke hoogheid verkeerd heeft geïnterpreteerd en het stoffelijk overschot heeft laten afvoeren. Ze raadt haar aan om zich bij een gedragstherapeut te melden, die haar zou kunnen helpen over het verlies heen te komen.
''Het afscheid moeten nemen van een dierbare leidt bij baas en huisdier vaak tot complexe gedragsproblemen. Zoals pathologische angst en agressie of bijvoorbeeld bij vogels tot verenplukken. Daarom adviseer ik u mijn collega te bezoeken. Dokter de Haas heeft veel meer expertise op het gebied van opgelopen emotionele schade dan ik en kan u ongetwijfeld beter helpen deze schok te verwerken. Zo voorkomt u ook dat er in de toekomst wellicht sprake zal zijn van een verstoorde communicatie tussen u en een gezelschapsdier dat ooit de plaats van Boris-Cazemier zal gaan innemen.''
De prinses pakt het verwijsbriefje aan en verlaat de kliniek.
Jacqueline stelt geschrokken vast dat het laatste consult veel tijd heeft gevergd en ze zich moet haasten als ze haar moeder nog wil bezoeken voordat ze haar broer op moet gaan halen. Ze deelt Ilse mee dat ze een paar uur weg moet en stapt in haar auto.
Jacqueline heeft de rondweg van Walden net verlaten als zij tot haar schrik constateert dat het verkeer op weg naar de hoofdstad muurvast staat.
Als zij na een half uur slechts een paar Gedogiaanse mijlen is opgeschoten, ziet ze wat de oorzaak van de file is. Terwijl ze terug naar de wachtruimte sloft om de prinses het droeve nieuws te brengen, besluit ze de hete aardappel gedeeltelijk door te schuiven aan een collega, die meer kennis van zaken heeft en graait haar blok met verwijsbriefjes mee.
Prinses Laurentien veert op en kijkt de dierenarts hoopvol aan. Jacqueline vertelt haar dat de vorige dokter waarschijnlijk de wensen van hare koninklijke hoogheid verkeerd heeft geïnterpreteerd en het stoffelijk overschot heeft laten afvoeren. Ze raadt haar aan om zich bij een gedragstherapeut te melden, die haar zou kunnen helpen over het verlies heen te komen.
''Het afscheid moeten nemen van een dierbare leidt bij baas en huisdier vaak tot complexe gedragsproblemen. Zoals pathologische angst en agressie of bijvoorbeeld bij vogels tot verenplukken. Daarom adviseer ik u mijn collega te bezoeken. Dokter de Haas heeft veel meer expertise op het gebied van opgelopen emotionele schade dan ik en kan u ongetwijfeld beter helpen deze schok te verwerken. Zo voorkomt u ook dat er in de toekomst wellicht sprake zal zijn van een verstoorde communicatie tussen u en een gezelschapsdier dat ooit de plaats van Boris-Cazemier zal gaan innemen.''
De prinses pakt het verwijsbriefje aan en verlaat de kliniek.
Jacqueline stelt geschrokken vast dat het laatste consult veel tijd heeft gevergd en ze zich moet haasten als ze haar moeder nog wil bezoeken voordat ze haar broer op moet gaan halen. Ze deelt Ilse mee dat ze een paar uur weg moet en stapt in haar auto.
Jacqueline heeft de rondweg van Walden net verlaten als zij tot haar schrik constateert dat het verkeer op weg naar de hoofdstad muurvast staat.
Een winkelketen van sportartikelen heeft een skibaan langs de snelweg laten aanleggen om de nieuwe collectie wintersportkleding te promoten en aldus de omzet, die het afgelopen seizoen flink lager was, weer enigszins op te krikken.
De witte, in de laagstaande lentezon schitterende catwalk heeft ervoor gezorgd dat veel automobilisten op hun rem zijn gaan staan om het evenement te kunnen aanschouwen en heeft zodoende tot veel blikschade geleid.
Jacqueline bereikt de volgende afslag en maakt rechtsomkeert om op tijd te zijn om de taak van de receptioniste bij DeMolHolding matrassen en bed accessoires over te nemen. Ze belt Murk om te vertellen dat ze hem niet op kan komen halen en hij maar op eigen gelegenheid moet komen.
''Hoi, Muk. Het lukt me niet om je op te halen. De een of andere textielboer heeft hier een kijkersfile veroorzaakt om extra publiciteit te generen. Er is echt geen doorkomen aan. Ik ben alweer op de terugweg. Moet straks bij Erwin voor Wendy invallen. Anders had ik het later nog wel eens geprobeerd. Je moet maar met de trein komen.''
Murk legt de telefoon neer en haalt de post uit de bus, terwijl hij het restant van zijn lunch wegwerkt.
De brief van Phoenix over de nieuwe afspraak is gearriveerd. Hugo de Grote vraagt of hij ook nog op papier wil zetten welke baantjes hem wel wat lijken.
De tijd om aan deze opdracht te voldoen ontbreekt. Er is op de ark geen printer om de tekst af te drukken en Murk heeft ook eigenlijk niet veel zin om hetzelfde verhaal dat hij al drie keer bij de Dienst Werk en Uitkeringen en daarna nog eens in het gesprek met
De Grote bij Phoenix heeft gedaan ook nog eens uit te moeten tikken.
Murk neemt de trein naar het Gooi. In Speew blijkt er aan de andere kant van het perron geen trein klaar te staan om op over te stappen in richting Walden. Er staan wel oranjegeheste medewerkers van het vervoerbedrijf, die de mensen vertellen dat er bussen zijn ingezet waarmee de reis verder vervolgd kan worden.
In de tunnel van het station hangen overal plakkaten met de nieuwste slogan van de spoorwegen: ‘‘Wie op tijd wil zijn, vertrouwt op de trein’’.
Murk bedenkt dat deze kreet niet onderdoet voor het oude credo ‘‘Waar zouden we zijn zonder de trein’’ van de vervoerder en in ieder geval beter bij het bedrijf past dan het motto ‘‘We gaan vooruit’’ van energiemaatschappij Eneco.
Ondertussen moet Murk wel met een omrijdende bus naar die oppasklus bij zijn zus. Gelukkig staan er daar tientallen exemplaren van op het plein en rijdt de eerste in de rij zelfs onmiddellijk weg nadat hij is ingestapt.
Terwijl de bus via de lange omweg naar Walden rolt, safescreent Murk zijn hersens door foute grappen over het puberzitten bij zijn neef en nicht langs zijn breinwindow te scrollen.
''Hoe overleef ik een avondje oppassen door mijn oom. Hé, Franka. Je maffe oom kan je de volgende keer ook van school ophalen als je dat leuk vindt.''
Walden **april 20**
Van
een van onze verslaggevers.
Gisterenavond
zijn de kinderen van de familie De Mol, die door hun ouders aan de
verzorging van hun oom Maarten Hubertus H. waren overgelaten, niet
goed geworden van hun oppasser.
Na
tussenkomst van de huisarts van de familie hebben zij hun huis in
ontspannen toestand verlaten, nadat zij door de medicus waren
platgespoten.
Jacqueline de Mol-Hemelsoet stuift nog net op tijd de receptie van de matrassenfirma van haar eega binnen om Wendy, die zenuwachtig met de knopen van haar jas zit te spelen, aan te treffen.
Ze zegt tegen de werkneemster van haar man dat ze maar snel naar de tandartsafspraak moet vertrekken.
''Ik zal gedurende je afwezigheid goed op de toko passen.''
Dan steekt zij haar hoofd om de deur van het kantoor van Erwin om hem met een vluchtig ''hoi, schat,'' te begroeten.
Erwin zit glimmend van trots achter zijn bureau en vertelt hoe snel hij net een paar scheepsladingen matrassen, die hij, omdat de vering slecht was al als onverkoopbaar had beschouwd, aan zijn vrienden uit de Maghreb heeft verkocht.
Er komt een klant binnen. Jacqueline staat hem te woord, meldt hem bij haar man aan en verdiept zich, tot het moment dat Wendy haar weer zal komen aflossen, in het tijdschrift dat ze achter de desk heeft aangetroffen.
Het blad is bijna uit. Wendy keert terug en Jacqueline kan terug naar de dierenkliniek.
Ze is daar net gearriveerd als de man, die zij zojuist bij DeMolHolding bij manlief heeft aangediend, met een forse Dobberman de wachtkamer betreedt.
De man kijkt haar peinzend aan en schetst zijn verbazing.
''Heeft u een tweelingzus of zo? Ik zou toch zweren dat ik u net bij DeMol ben tegengekomen.''
Jacqueline schudlacht haar hoofd, vraagt wat de hond mankeert en neemt het dier mee naar de behandelkamer. Zij heeft de ingreep al bijna voltooid als de baas, die achter haar aan is gehobbeld, zijn hoofd nog steeds aan het breken is.
''Ik ga zo naar de bakker en als ik u daar ook achter de toonbank zie staan, maak ik meteen een afspraak met mijn psychiater.''
Jacqueline tikt de hond op de schoft. Het beest springt uitgelaten van de tafel.
Ilse kijkt lachend op van haar papierwerk en vraagt of zij nog een vervolgafspraak moet noteren.
Jacqueline giert het uit en beantwoordt dan de vraag van haar cliënt alsnog.
''Nou, dan hoop ik maar niet dat u dezelfde hebt als ik. U loopt toch niet bij dokter Rossi?''
De man verlaat de kliniek, vergeet hierbij nog bijna zijn zojuist behandelde hond mee te nemen en vraagt zich op straat nog steeds af of hij nu gek is of dat iedereen in deze kleine gemeenschap door de daar heersende inteelt gewoon heel erg op elkaar lijkt.
Halverwege de middag helpen Jacqueline en Ilse een chihuahua bij de geboorte van een pup.
Tot ieders teleurstelling blijkt het zojuist ter wereld gekomen keffertje een zogenaamd zwemmertje te zijn. Het borstkastje is plat in plaats van rond en het dier kan niet blijven staan, omdat de pootjes steeds de nijging hebben zijwaarts weg te glijden.
Jacqueline legt de bazin uit dat er een grote kans bestaat dat het beestje snel zal overlijden, omdat ze zich waarschijnlijk voorlopig alleen als een soort schildpad zal kunnen voortbewegen.
''Ze zal waarschijnlijk eerst te zwaar worden en daardoor last van benauwdheid krijgen. Steeds op haar rug gaan liggen, omdat de longetjes als ze op haar zij ligt te veel in de verdrukking komen. Door de benauwdheid zal ze niet meer krachtig genoeg bij haar moeder kunnen zuigen en moet dan worden bijgevoerd totdat ze sterk genoeg is en kan lopen.''
De eigenaresse van het puppy kijkt bedenkelijk als ze de arts hoort uitleggen dat het zwemmertje in ieder geval ook nog een hele tijd met bij elkaar getapete pootjes door het leven zal moeten gaan en doet afstand van het teefje.
Jacqueline aait de puppy. Zij heeft al een naam voor het kleine beest dat over het zeil van de behandelkamer dweilt. Ze overweegt Swiffer mee naar huis te nemen, maar is bang dat Erwin daar bezwaar tegen zal hebben. Hij vindt dat het huis al genoeg op een dependance van diergaarde Animalia lijkt.
Jaqueline besluit het beestje voorlopig in de kliniek onder hoede van nachtzuster Karin achter te laten tot ze met haar man heeft overlegd.
Franka zal het fantastisch vinden als ze het dier mee naar huis neemt. Maar het zal zo goed als onmogelijk zijn om haar later te overtuigen dat ze het niet kunnen houden.
Karin arriveert en wordt gebrieft over de dieren die de komende nacht ter observatie in de kliniek moeten verblijven. Tipsy snurkt nog rustig door. Het zwemmertje is gevoed en ligt warm ingebakerd.
Jacqueline en Ilse willen vertrekken. Karin rent hen achterna. Ze wil graag weten wat er met de poes die in wachtkamer zit aan de hand is.
''Hier heb je niets over gezegd. Er staat niets in het logboek en ik kan de naam die op het halsbandje staat niet in het bestand vinden.''
Als Jacqueline na een kwartiertje op het idee komt het telefoonnummer in het halsbandkokertje te bellen, komt ze erachter dat Erica de poes van de buurvrouw is, die op een onbewaakt ogenblik de kliniek via een openstaand raampje is binnengeslopen.
Door het centrum van de metropool Walden rijdend, bedenkt Jacqueline dat ze niet precies weet wat er nog aan eetbare spullen in de koelkamer liggen en of er genoeg bier voor Murk is. Zij besluit even voor een kleine boodschap bij de Gigagrootgrutter binnen te lopen.
Met een volgeladen winkelwagen keert ze een kwartier later terug naar de auto.
Bij het passeren van de LorettaSchrijverhondenspeciaalzaak valt haar blik op de grote, rode, met uitroeptekens gepaard gaande mededeling ‘‘Sale! Sale! Sale!’’ die op de etalageruit zijn geplakt.
Dit soort rode lappen zijn bij Jacqueline nooit aan blindevrouwsogen gericht. Zij loopt snel door naar haar bolide, laadt de gruttersgoederen van de supershopper over in de achterbak, parkeert de metalen kar in de rij met soortgenoten, die voor de Gigagrootgrutter staat, en rent als een dolle stier terug naar de LorettaSchrijver.
Een klein uur verder verlaat zij de LS. Te verlaat om op tijd thuis te zijn. Maar voldaan, met een tas vol hondenhebbedingetjes uit het Eldorado op het gebied van dierbenodigdheden.
In huize De Mol klinkt luide rockmuziek uit de slaapkamer van de zoon des huizes.
Rammsteins Pussy is vandaag net iets teveel voor het vermoeide hoofd van ma De Mol.
Ze gooit haar schoenen uit, smijt de draagtas op de bank en schreeuwt luid dat zij een eind aan het kattengejammer komt maken als het niet snel ophoudt.
Als Jacqueline de boodschappen in de koelkamer aan het opbergen is, komt Roel de keuken binnen. Hij meldt dat oom Murk nog niet is gearriveerd. Juist op dat moment kondigt de huistelefoon zijn aankomst bij het toegangshek aan.
Murk kan zich gelukkig prijzen. Aan het begin van de oprijlaan krijgt hij reeds een lift van zwager Erwin, die na zijn lange werkdag Franka en zijn blauwe kostuum heeft opgehaald.
Jacqueline vertelt over haar belevenissen van de dag.
Murk moet erg hard lachen als het bezoek van de taalprinses, die altijd zoveel voor de alfabetisering van ongeletterden doet, ter sprake komt.
''Onze nationale voorleesmoeder schrijft sprookjes. Maar het lijkt wel of ze zelf ook nog in wonderen gelooft.''
Murk maakt een paar aantekeningen over de prinses.
Hij heeft een goed excuus. Louloenen is dit jaar wereldboekenhoofdstad en daar is H.K.H. immers ook de beschermvrouw van.
Als
Jacqueline de draagtas met artikelen, die ze bij de LorettaSchrijver
heeft bemachtigd, leegschudt, betrekt het gezicht van Erwin. Hij uit
zijn ongenoegen
over de aangeschafte spullen.
''Heb
je nu weer een handtas gekocht. Ik heb je vorige week toch gezegd dat
ik een paar van die
krengen op
Marktplaats
zou
gaan zetten als je weer met zo'n ding
thuis
zou komen!''
Jacqueline
blaft terug dat ze alles gewoon
met de creditcard
van de kliniek heeft betaald.
''Het
is toch
niet voor mezelf
maar voor de hond!''
Ze
begint de unieke kwaliteiten van de inhoud van de draagtas op te
sommen en
slaat Erwin en Murk met
uit de glossy voor de modebewuste hond opgedane kennis om de oren.
''Het
is volgens de Jackie
Russell het beste
wat je op het gebied van hondenverzorging kunt kopen. Kijk
nou eens wat een kekke tas. Van Louis Vuitton! Een waterproof
doggybag
waar
je kleine hondjes in kunt vervoeren. Met een boel vakjes om speeltjes
en alles wat je onderweg nog nodig hebt in te bewaren.''
Murk
en Erwin bekijken
de zaken die
Jacqueline over de bank heeft uitgespreid.
Naast
een fluorescerend roze hondenmandje
in
de vorm van een bot, een paar flashing flesjes, enkele
blingblingbotten,
bijtringen en kwijldoekjes, blijkt de tas ook nog eens een dekentje
met het opschrift ‘‘Snoop
Dogg Doggy Dogg World’’
te bevatten.
Broer
en zwager
kijken
elkaar verbijsterd aan. Zij vragen zich af of Jacqueline wellicht
last van het empty
nest syndroom
begint
te krijgen.
Jacqueline vertelt over Swiffer en oppert het plan om de chihuahua de lege plaats, die de pyrrhura in de harten van de gezinsleden heeft achtergelaten, te laten vullen.Erwin zegt dat hij er nog over moet nadenken en verdwijnt in de douchecel.
Jacqueline vertelt wat Murk voor Franka, Roel en zichzelf als avondeten klaar kan maken, geeft instructies over de tijd dat de kinderen naar bed moeten en begeeft zich daarna naar de andere badkamer.
Pa De Mol komt fris gewassen en gekleed uit de badkamer en mist zijn vrouw. Daar hij zichzelf niet de das om kan doen, loopt hij de slaapkamer van zijn dochter binnen om haar dan maar voor dit klusje te strikken.
De tekst en het pictogram die op de muur van zijn dochter zijn gekalkt, bezorgen hem van schrik de koude douche, die hij op een dag als vandaag maar achterwege heeft gelaten.
'WIE is RACHID?!?!?!?'
Franka trekt de strop om de nek van haar vader voorzichtig aan en legt uit voor wie het
I
RACHID
bedoeld is.
''Dat is een Arabier, papa.''
Het gezicht van pa De Mol loopt rood aan. Franka legt uit dat de Arabier een paard is en maakt de das iets losser om hem de kans te geven een diepe zucht te slaken.
Franka giechelt. De laatste keer dat ze haar vader zo opgelucht heeft gezien, was tijdens een van de jaarlijkse onderhandelingen over haar verjaardagscadeau.
Pa De Mol interpreteerde haar, uit puppylove voortspruitende, eis om een Chihuahua verkeerd. Hij dacht dat ze het over de Marokkaanse provinciehoofdstad Chichaoua had, waar hij zojuist een lading met koudschuimmatrassen, die hij door nieuwe regels inzake brandvertraging voor producten in Europa niet meer kwijt kon, had gedumpt.
Jacqueline spoelt het hete schuim van haar lichaam en verdwijnt naar de slaapkamer, teneinde zich aan te kleden alvorens naar het restaurant te kunnen vertrekken. Zij treft daar Erwin, die languit op het bed ligt bij te komen van de zojuist doorstane vaderlijke emotionele crisis.''Dat is een Arabier, papa.''
Het gezicht van pa De Mol loopt rood aan. Franka legt uit dat de Arabier een paard is en maakt de das iets losser om hem de kans te geven een diepe zucht te slaken.
Franka giechelt. De laatste keer dat ze haar vader zo opgelucht heeft gezien, was tijdens een van de jaarlijkse onderhandelingen over haar verjaardagscadeau.
Pa De Mol interpreteerde haar, uit puppylove voortspruitende, eis om een Chihuahua verkeerd. Hij dacht dat ze het over de Marokkaanse provinciehoofdstad Chichaoua had, waar hij zojuist een lading met koudschuimmatrassen, die hij door nieuwe regels inzake brandvertraging voor producten in Europa niet meer kwijt kon, had gedumpt.
Erwin kijkt toe hoe zijn vrouw zich in haar jurk hijst. Hij doet een poging om door middel van een galanterie alvast de toon voor de rest van de avond te zetten.
''Er kan nog steeds een nietje door je buik.''
Jacqueline moet glimlachen om het compliment. Ze weet dat haar eega vermoedelijk bedoelt dat ze er nog steeds goed genoeg uitziet om als pin-up in een blad te verschijnen. Zij bedenkt dat dit het laatste compliment dat hij haar ooit heeft gegeven, nu ruim negentien jaar geleden, bijna goedmaakt.
''Het gaat me om wat er in het kopje zit, anders had ik wel een of andere blonde stoot met grote tieten als vriendin gekozen!''
Erwin verknalt zijn zojuist verkregen krediet aan echtelijke bonuspunten door een lompe boer te laten en daarna zijn loftuiting af te maken.
''Niet dat je het nietje dan nog zou kunnen zien!''
Jacqueline kijkt naar het gezicht van haar man en bedenkt dat, als je in ogenschouw neemt dat mannen niet zo goed zijn in het maken van beleefdheidsbetuigingen als het niet echt nodig is om een goede indruk te wekken, deze opmerking positief kan worden opgevat.
''Dat bedoelde hij vast als compliment.''
Murk ziet en hoort zijn zus en zwager lachkibbelend uit de slaapkamer komen en kijkt hen vragend aan.
Jacqueline komt zijn nieuwsgierigheid gedeeltelijk tegemoet.
''Erwin is af en toe zo goed in complimentjes dat ik me soms afvraag wat ik nog bij hem doe.''
Murk lacht. Jacqueline herkent de blik in zijn ogen en poogt haar recht op privacy te waarborgen.
''Je gaat hier toch niet over schrijven, hoop ik?''
Murk loopt naar zijn tas om pen en papier te pakken. Terwijl hij aantekeningen maakt, zegt hij dat hij echt niet van plan is van zijn boek een soort Scènes uit een huwelijk van Ingmar Bergman te gaan maken.
''En als ik heel misschien toch iets gebruik, zal ik in het dankwoord van mijn boek expliciet vermelden dat mijn lieve zus, zwager, neef en nicht niet model hebben gestaan voor de DeMolletjes.''
De bel rinkelt. Een vriendin van Franka meldt zich aan het hek.
Jacqueline slaat zich voor haar hoofd en licht haar broer er nog snel over in dat ze beloofd had dat Saskia mocht komen logeren.
Het maakt Murk niet uit of hij op twee of drie pubers moet passen.
''Gezellig. Maken we er een slumber party van. Krijg ik dan trouwens ook meer geld voor het oppassen?''
Jacqueline schiet in haar pumps en geeft Murk nog wat laatste richtlijnen voor het oppassen.
''De huisleraar is op vakantie. Dus je zal Roel even moeten helpen met zijn opstel. Ik heb je laten zien wat er allemaal te eten is. Zorg dat ze iets gezonds binnen krijgen. Let op dat Roel niet te veel cola of energy drankjes drinkt. Daar wordt hij ongelooflijk hyper van.''
Erwin somt een aantal voorvallen op die de laatste tijd, toen Roel onder invloed van drankjes met een hoog suikergehalte was, hebben plaatsgegrepen.
''Bij de schoolmusical De Aardappeleters, over het leven van Vincent van Gogh, wilde hij geen rol en kreeg hij de taak van toneelmeester toebedeeld. Maar toen trok hij zo hard aan het touw waar het doek mee neergelaten kon worden dat het helemaal naar beneden kwam.''
Murk schatert als zijn zwager vertelt dat het minuten had geduurd voordat de spelers zich onder het stuk stof uit hadden gewerkt en zich aan het homerisch lachende publiek hadden durven te vertonen. Hij roept dat het dan misschien toch maar beter is dat Roel de hoofdrol niet kreeg.
''Als hij Van Gogh had gespeeld, had de scene waar deze zijn oor afsneed wel eens op een flink bloedbad kunnen uitlopen.''
Roel bloost al overdadig. Maar pa De Mol gaat onverstoord door met het in verlegenheid brengen van zijn zoon.
''Vorige week had hij een liter cola op en toen heeft hij een vleermuis, die de hal binnen was gefladderd, uit de lucht gegrepen.''
Jacqueline snuift en geeft haar kijk op het incident.
''Kon ik op mijn vrije dag ook nog eens aan de slag. Het arme beest was totaal gestrest.''
Jacqueline vertelt hoe ze de fladderaar met een flinke dosis Red Bull weer bij zijn positieven heeft gebracht en gaat door met het instrueren van Murk.
''Bedtijd is elf uur. Let je erop dat Roel niet, zoals vorig jaar met zijn schoenen aan onder de dekens ligt te slapen. En dat zijn televisie uit is.''
Murk lacht en vertelt dat hij al lang blij was dat hij Roel op de bewuste avond gewoon in bed aantrof.
''Je kunt toch ook niet overal op letten. Wellicht was ie wel even weggeglipt toen ik een heel klein beetje was ingedommeld en had ie daarom zijn schoenen nog aan. Toen ik ging controleren, lag hij gewoon lief te slapen.''
Erwin en Jacqueline vertrekken naar het restaurant.
Franka gaat met Saskia naar haar kamer en Roel daagt oom Murk uit voor een partijtje schaak.
Murk stemt toe en gaat op de stoel achter de eettafel zitten waar Roel een scheetkussen, met als extra aardigheidje een dosis dennengeur, op heeft gelegd. Hierdoor wordt hij extra gemotiveerd zijn neef in te gaan maken.
Ondertussen licht Roel hem in over zijn schoolprestaties.
Neeflief is vooral erg enthousiast over een van zijn leraren. De man is doof en nagenoeg onverstaanbaar. Dat blijkt ook gedeeltelijk te komen doordat hij Duits geeft en de gewoonte heeft de klas slechts in die taal toe te spreken.
''Ik kreeg maandag straf, omdat ik mijn dove, homofiele leraar Duits beledigd zou hebben. Ik vroeg alleen of ie in het weekend nog geslachtsgemeenschap met zijn vriend had gehad en toen zei ie dat het niet het geval was geweest. Maar dat hij wel nieuwe batterijen in zijn gehoorapparaat had gedaan. En toen moest ik nablijven.''
Murk verslikt zich en gaat naar de keuken om iets te drinken te halen en zijn lach te verbergen. Roel roept hem na dat hij ook dorst heeft.
Het vervolg van de schaakmatpartij verloopt enigszins moeizaam, omdat de stukken aan het bord blijven kleven ten gevolge van een fontein cola, die uit de fles die Murk uit de keuken heeft meegebracht, spuit maar wordt uiteindelijk door Roel verloren.
Murk schuift het schaakbord met stukken en al in de afwasmachine en zegt tegen Roel dat hij maar vast aan zijn huiswerk moet gaan, terwijl hij het eten gaat bereiden.
Als hij de blikken knakworst in een pan leeggiet, vraagt Murk zich af of zijn neef wellicht debet is geweest aan de coladouche door in een onbewaakt moment met een menthosje de oppervlaktespanning van de vloeistof te verlagen, waardoor de daarin opgeslagen kooldioxide in een keer is vrijgekomen.
Murk scheurt een paar zakken kadetjes open, snijdt er een dozijn van doormidden, legt er knakworsten tussen, loopt met een bord vol in een hand en twee spuitflessen met mosterd en ketchup in de andere naar de kamer van Franka. Hij bedenkt halverwege dat je dit niet zo aan jongedames kunt voorzetten en loopt weer naar de keuken, smijt twee servetten op de rand van het bord en keert op zijn schreden terug.
Nadat hij de eerste lading voedsel heeft gedropt, begeeft Murk zich met een tweede vracht koolhydraten, proteïnes en emulgatoren naar de kamer van zijn neef, zet zich naast hem op het bed aan de maaltijd en kijkt onderwijl mee naar hetgeen er zoal op de televisie in de jongenskamer wordt vertoont.
Roel heeft uit het immense aanbod aan excellente programma's dat heden ten dage door middel van een satellietontvanger aan het volk van Gedogia wordt voorgeschoteld een uitzending geselecteerd waarin Japanners elkaar met rubber kogels van een hangbrug moeten zien te gooien.
Als het programma ten einde is, kijken oomzegger en Murk nog even naar een pseudo wetenschappelijk magazine waarin mensen, die denken dat ze een eureka moment hebben beleefd, hun vernuftigheid ten toon mogen spreiden.
Het laatste idee dat ter tafel komt, is een omgebouwde mobiele telefoon waarmee je ook een auto kunt besturen.
Het lijkt Murk een ideale manier om de door politieagenten uitgedeelde boetes voor het niet handsfree bellen aan te vechten.
''Nee sorry, oom agent. Ik ben echt niet aan het bellen. Ik bestuur mijn voiture met mijn Blackberry en wist eigenlijk niet eens dat je er ook mee kon telefoneren.''
Murk en Roel fantaseren verder over het op afstand besturen van auto's van buurmannen waar je de pest aan hebt.
''Chill! Net robotwars. Dan laat je er twee clashen en film je daarna met je iPhone uit het slaapkamerraam hoe ze elkaar in de haren vliegen!''
Roel probeert tevergeefs uit te vinden of oom Murk om te kopen is.
''Ik geef je tien Florijnen als je weggaat.''
Murk schudt zijn hoofd. Roel verhoogt zijn prijs.
50! 100! 500! 1000!
De bedragen lopen snel op. Murk verklaart dat alle pogingen gedoemd zijn te mislukken.
''Je ouders hebben beloofd om elk bedrag dat je zou bieden te verdubbelen en ik heb ook nog een telefoonnummer dat ik kan bellen om je als kindslaaf te verkopen. Die zitten hier om de hoek.''
Het is Murk niet duidelijk waarom Roel hem wil lozen. Er is nergens een middernachtelijke lancering van een nieuwe versie van populaire games, waar voor in de rij moet worden gestaan, en zijn neef tijdens zijn afwezigheid naar toe zou willen.
Op televisie wordt inmiddels een nieuw, cultureel hoogtepunt uitgezonden.
Een aantal bekende Gedogianen moeten de juiste spelling van een woord op een stuk karton schrijven. Murk schrikt. Hij is helemaal vergeten Roel met het schrijven van zijn opstel te helpen.
Hij geeft hem een aantal handige tips voor het opzoeken van gegevens op internet. Hoe daaruit de juiste informatie kan worden gedestilleerd en op welke manier daarmee een essay gewrocht kan worden.
Murk verlaat de kamer zodat zijn neef in alle rust kan werken.
Via een korte omweg door de keuken belandt Murk in de televisiekamer. Hij opent het meegebrachte biertje, zet de plasmatelevisie in werking en deinst terug als daar het beeld van Jan Smit in onderbroek opdoemt.
Murk is even bang dat de zanger opnieuw door een vriendin is uitgekleed. Het blijkt hier gelukkig een reclameboodschap voor de collectie onderkleding van een landelijke winkelketen te betreffen.
Na een uurtje zappen heeft Murk alle televisiekanalen vluchtig bekeken. Voor hij aan een tweede ronde wil beginnen, klinkt er een luide knal uit de keuken. Als hij op onderzoek uitgaat, ziet hij zwarte rook uit de afwasmachine komen.
Het menselijke brein werkt onder hoogspanning, die bij calamiteiten optreedt, vaak het beste. Dit is nu ook bij Murk het geval. Hij ziet in elk probleem altijd een uitdaging.
Hij trekt de stekker van het apparaat uit het stopcontact, pakt een vers biertje uit de koelcel, neemt een flinke slok en loopt terug naar de kamer met de huisbioscoop.
Daar pakt hij een stuk papier, een merkstift en een rol plakband uit een la en keert terug naar de keuken.
Op het moment dat hij de in fel fluorescerende letters gestelde mededeling ‘‘Defect’’ op de mechanische vaatwasser wil aanbrengen, denkt de getormenteerde familiesurveillant terug aan de vorige keer dat hij heeft opgepast.
Jacqueline had het nodig gevonden om langs telefonische weg haar twijfels te uiten over de manier waarop hij de hand aan de door haar gestelde bedtijd hield.
''Oom Murk, er is een sms'je van mama voor je!''
Murk slikte, las de boodschap die Franka hem had aangereikt, wikte, woog, bedacht toen ineens dat de vorige nacht de zomertijd was ingegaan en maakte met een korte vocale charge een eind aan de heersende noodsituatie.
''Smssmash maar aan je moeder terug of ze zomer- of wintertijd bedoelt en ga dan snel slapen.''
Murk loopt langs de kamer van Roel, hoort het geruststellende gesnurk van zijn neef aan de andere kant van de deur en keert terug naar de sofa, die hij voor de resterende tijd dat hij nog de verantwoording voor de kinderen De Mol zal moeten dragen als tijdelijk operationeel crisiscentrum beschouwt, en valt in slaap.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten