Winterverleiding
Verdronken
vlinder
Zo te sterven op het water met je vleugels van papier
Zomaar
drijven na 't vliegen in de wolken drijf je hier
Met
je kleuren die vervagen zonder zoeken zonder vragen
Eindelijk
voor altijd rusten en de bloemen die je kuste
Geuren
die je hebt geweten
Alles
kan je nu vergeten
Op
het water wieg je heen en weer
Zo
te sterven op het water met je vleugels van papier
Als
een vlinder die toch vliegen kan tot in de blauwe lucht
Als
een vlinder altijd vrij en voor het leven op de vlucht
Wil
ik sterven op het water maar dat is een zorg van later
Ik
wil nu als vlinder vliegen op de bloemenblaadren wiegen
Maar
zo hoog kan ik niet komen
Dus
ik vlieg maar in mijn dromen
Altijd
ben ik voor het leven op de vlucht
Als
een vlinder die toch vliegen kan tot in de blauwe lucht
Om
te leven dacht ik je zou een vlinder moeten zijn
Om
te vliegen heel ver weg van alle leven alle pijn
Maar
ik heb niet langer hinder van jaloersheid op een vlinder
Want
zelfs vlinders moeten sterven laat ik niet mijn vreugd bederven
Ik
kan zonder vliegen leven
Wat
zal ik nog langer geven
Om
een vlinder die verdronken is in mij
Om
te leven hoef ik echt geen vlinder meer te zijn
Lennaert
Nijgh
-1-
Breek
de regels volg nooit de uitgestippelde paden.
Probeer
wat anders te doen, ook al denken mensen dat je gek bent.
Alles
wat je kunt dromen is mogelijk, het enige wat je nodig hebt is lef.
Paulo
Coelho
Er blaast een kille wind over Gedogia.
Een laagje poedersneeuw bedekt het bankje voor de kerk aan de
Vondelgracht. Er drijven flinterdunne vliesjes ijs in de gracht. Het
geluid van de stad klinkt anders, gedempt door de koude lucht en de
sneeuw. Murk veegt een plekje schoon, gaat zitten en opent een blikje
bier. Hij drinkt snel, uit angst dat het anders zal bevriezen.
Het
is te hopen dat de vorst een beetje doorzet. Het wordt hoog tijd voor
een nieuwe Elfstedentocht.
In
de ochtendkrant stond het bericht dat er een geldtekort bij de
ijsclubs is ontstaan.
Deze
verenigingen dragen zorg voor het afzetten van wakken in het ijs,
plaatsen bewegwijzering bij toertochten en zetten wedstrijden op
touw.
Doordat
er de laatste jaren geen strenge winters waren, hebben ze bijna geen
opbrengsten uit het organiseren van schaatswedstrijden en toertochten
gehad.
En
volgens Murk zijn de kosten ook flink hoger geweest, omdat je door de
grote hoeveelheid wakken het ijs niet meer zag en er heel wat
afgekluund moest worden.
Het
is de dag na pakjesavond.
Het
avondje was nog heerlijker dan Murk had verwacht. Iedereen kreeg wat
hem of haar toekwam. Murk is zwaar beladen en dronken thuisgekomen.
Edwina
was gechaperonneerd door haar twee hangbuikzwijntjes, Knor en Unox,
gekomen. Ze durfde hen niet alleen thuis te laten, omdat ze bang was
dat zij haar flatje op de Koos van Zomerenlaan dan in een zwijnenstal
zouden veranderen.
Nadat
de pakjes vergeven en uitgewisseld waren, overviel Murk zijn familie
door alvast een voorschot op de kerstviering te nemen. Hij had uit de
bijna lege tas, waar de cadeautjes in hadden gezeten, zes
kerstmutsjes opgediept. Iedereen was bereid geweest om er een op te
zetten en uiteraard had Jacqueline haar camera paraat om er een foto
van te schieten.
Onderwijl
zaten Unox en Knor aan de voeten van Edwina de gevallen pepernoten op
te knabbelen.
Het
was exact het tableau dat Murk in zijn hoofd had toen hij de mutsen
in de winkel zag liggen.
Het plaatje kan ook meteen mooi dienst doen als kerstkaart voor dit jaar.
Karel duikt achter Murk op en vraagt
waarom Murk daar zo eenzaam op het bankje zit.
Karel is flink beschonken. Hij heeft
het over “de dronkere dagen voor kerstmist”.
Dan dient Harry zich aan. Met een tas
vol blikjes bier en hij trakteert gul. Een teken dat ook hij al flink
zat is.
Eddy voegt zich bij de groep en gaat
tegen een lantaarnpaal hangen. Ook lazarus.
Murk vraagt zich af wat er aan de hand
is. Ze drinken allemaal stevig, maar zijn nooit allemaal tegelijk zo
in de lorum als nu.
Julio komt waggelend op het bankje af
en neemt zonder te vragen een blik bier uit Harry's tas. Dat doet hij
anders nooit.
Het wordt druk. Daar is Jaap ook al.
Eveneens ladderzat, uitgelaten zingend. Hoogst ongebruikelijk.
Ruud en Wim doemen op uit de mist. Ze
hebben hun armen om elkaars schouder geslagen. Terwijl ze elkaar
normaal gesproken niet uit kunnen staan.
Murk krijgt geen kans om te bedenken
wat er in vredesnaam allemaal gebeurt, want Gijs meldt zich. Dat kan
al helemaal niet. Gijs zou nog vijf jaar opgeborgen zitten.
En het merkwaardigste is dat juist hij
niet dronken is. Wel vrolijk en nu eens niet vervelend treiterend en
ruziezoekend. Hij begint met Jaap mee te zingen en het klinkt deze
keer niet vals. De blikjes gaan snel op. Harry trekt z'n portemonnee
en vraagt of iemand meer bier kan halen.
Eddy en Murk melden zich vrijwillig.
Terwijl ze naar de JanCampert lopen,
kijkt Eddy Murk vragend aan en doet een poging zijn verbazing te
stillen.
''Iedereen zuipt alsof zijn lever er
vanaf hangt. Wat is er aan de hand?''
Murk weet het ook niet en doet er voor
de verandering het zwijgen toe.
Er zit een nieuw meisje achter de
kassa. Ze lacht vriendelijk en lijkt gelukkig met haar lot.
''Zeker altijd winkeltje gespeeld toen
je klein was,'' plaagt Murk.'' ''En nu zit je hier zomaar achter de
kassa van de JanCampert.''
Eddy geeft hem een por en schudt zijn
hoofd. Hij is niet gewend dat Murk zich zo gedraagt.
Op de terugweg naar het bankje trekken
ze maar vast een blik open.
Als ze bij de hoek van de
HeleenvanRoyenmall plotseling tegenover twee agenten staan, is het te
laat om het bier te verbergen.
Ze krijgen de bekende vraag: ''Heeft u
iets waar uw naam op staat?''
Maar als de wetshandhavers de
identificatiebewijzen hebben gecontroleerd, vragen ze alleen maar of
ze die blikjes wellicht weg mogen gooien.
Murk drinkt zijn biertje uit en
overhandigt de diender het lege blik.
''Waarom deed jij dat nou?'' vraagt
Eddy als ze verder lopen. ''Je wil toch geen boete?''
''Ik vond het zonde van het bier en
dacht dat het wel kon. Ze waren zo vriendelijk en beleefd.''
Als Eddy en Murk bij het bankje zijn
terugkomen, ontspint zich daar een discussie over hoe men zich
behoort te gedragen tegenover de politie.
Harry
vertelt een anekdote over de eigenaar van een pizzeria die een boete
kreeg toen hij aan het lossen was.
''Hij
vroeg of hij z'n ingrediënten dan soms met de tram moest aanvoeren.
Maar die diender ging rustig door met schrijven. De man informeerde
wat het hem zou gaan kosten als hij hem een klootzak noemde. De
andere agent, vers van de politieschool, was bereidwillig genoeg om
het op te zoeken en begon ook een bekeuring te schrijven. De rechter
besliste uiteindelijk dat de man slechts een prijsopgave had gevraagd
en hiervoor dus niet voor beboet kon worden.''
''Je mag ze ook al geen homo noemen,''
slurplispelt Ruud. ''Maar dat is toch ook geen scheldwoord.''
''Ik heb een keer een motoragent
“leernichtambtenaar” genoemd,'' onthult Jaap. ''Ik dacht eerst
dat het een lokhomo was.''
Karel draait maar weer eens het verhaal
af over de keer dat hij het aan de stok kreeg met een paar
agenten die hem aanspraken toen hij voor de kerk zat te drinken.
''Toen
ik opstond, dachten de wetshandhavers dat ik hen te na wilde komen.
Ik haastte me hen gerust te stellen. Ik vertelde hen dat ik geen kip
kwaad doe. Verontschuldigde me voor mijn Bargoens en zei toen in de
herkansing dat ik geen agent kwaad zou willen berokkenen.''
Eddy meent de conversatie een actueel tintje te moeten geven. Hij brengt een nieuwtje over de voormalige politiechef van Schiermonnikoog.''Die koddebeier René Lancee is ook weer terug. Hij is de nieuwe operationeel manager van de partij van Rita Verdonk geworden.''
Karel slisslacht.
''Mayday Mayday voor de S.S. Verdonk, het sinkend schip Verdonk.''
''Wie was toch ook alweer die man die elke keer opduikt als er een politieke partij ten onder gaat?'' vraagt Wim zich hardop af.
Gijs brulboeit.
''Die U-boot van de Gedogiaanse politiek.''
Harry imiteert het geluid van een hond, die bij het verlaten van een kamer met z'n staart tussen de deur komt.
''Kay, Kay, Kay Verlinden.''
Murk weet toch nog wel een pluspunt van de nieuwe adviseur van 'IJzeren Rita'.
''Maar er is in ieder geval nooit bewezen dat hij zijn dochter heeft verkracht.''
De door drank vertroebelde
gedachtewisseling blijft een tijdje op hetzelfde onderwerp hangen,
maar dan slaat de naald toch over en wordt een nieuwe kwestie
afgepeeld.
''De gemeente wil het aanleggen van
daktuinen gaan stimuleren,'' introot Ruud. ''Zoiets verzin je toch
niet.''
Julio heeft hier zo zijn persoonlijke
opvattingen over.
''Handig om zelf paddenstoelen of wiet
te kweken. Eigen kweek eerst!''
''Dan hoef je tenminste niet helemaal
naar een coffeeshop te lopen,'' jubelt Harry. ''Schoolgebouwen moeten
immers ook al gesloten worden als ze minder dan 250 meter van een
coffeeshop staan.''
''Het gaat toch weer nergens over,''
oordeelt Murk. ''Alsof leerlingen zich van drugs zullen onthouden als
ze iets verder naar een wietverkooppunt moeten lopen.''
''Weet je wel hoeveel overlast
coffeeshops van naburige scholen hebben?'' JipenJanneket Ruud.
''Het is veeleer meer het probleem om
terug naar school te komen na een bezoek aan een coffeeshop,''
poneert Eddy.
''En dat paddoverbod is ook niet te
handhaven,'' verklaart Wim. ''Er is welbeschouwd nu al grote
woningnood onder kabouters.''
Jaap vraagt Murk of hij wel eens
paddo’s heeft gebruikt.
''Nee, ik ben bang dat ik dan
waandenkbeelden krijg. Ik ben al gestoord genoeg van mezelf.''
De
magie van de paddestoel
Tentoonstelling
(vanaf 10 jaar)
Een
reis in de belevingswereld van de paddenstoel aan de hand van
fascinerende verhalen.
Die
verhalen gaan over hoe de paddenstoel aan zijn naam komt, wat
paddenstoelen doen in de natuur en wat de rol van paddenstoelen is in
sprookjes en vertellingen.
Met
speurtocht.
Voor
jongere kinderen is er veel te zien bijv. een Alice in
Wonderland-tafereel.
''Dat verhaal dat je aan het schrijven bent moet wel erg maf worden,'' constateert Ruud. ''Volgens mij haal jij echt overal je inspiratie vandaan.''
Murk verklaart zichzelf.
''Er zijn van die schrijvers die een heel verhaal kunnen schrijven over wat er tussen de eerste en achtste verdieping in een lift is gebeurd. Die hebben zelfs als de meeste mensen op de derde verdieping al zijn uitgestapt meer dan genoeg stof, maar ik zoek het verder.''
''Het lijkt je anders toch wel redelijk goed af te gaan,'' meent Julio.
Murk blooslacht.
''Ach, dat valt nog wel mee. Als ik mijn laptop heb afgesloten en televisie ga kijken of naar mijn kamer ga, heb ik meestal onmiddellijk weer nieuwe ideeën die ik moet noteren.''
Jaap spreekt zijn grootste angst uit.
''Volgens mij schrijf je straks net zoveel als je lult. Daar zou eigenlijk een werkwoord voor moeten bestaan. Murken!''
Eddy deelt zijn kennis over een verschijnsel waarover hij onlangs in de krant heeft gelezen.
''Filibustering! Dat is het extreem lang rekken van redevoeringen met als doel de wetgeving te vertragen of te blokkeren, soms worden er zelfs hele telefoonboeken voorgelezen. Het record staat op naam van Strom Thurmond, een senator van de Verenigde Staten, die in 1957 een burgerrechtwet tegenhield door 24 uur en 18 minuten aan het woord te blijven.''
Murk brengt het gesprek terug op het onderwerp inspiratie.
''Ik heb jullie al in geen weken gezien. Ik schrijf maar door en leg jullie uitspraken in de mond die jullie gedaan zouden kunnen hebben.''
Wim schaterlacht.
''Volgens mij zijn wij er nu ook niet en zit er hier alleen een oude man in zichzelf te praten.''
Murk zucht en legt het concept van het auteurschap uit.
''Sterker nog, misschien bestaan jullie wel helemaal niet en zijn jullie slechts het product van mijn fantasie. Het is nu eenmaal het voorrecht van een schrijver om zaken en personen te verzinnen.
Waarschijnlijk bestaat alleen Karel wel echt. Denken is nog vrij in Gedogia. Dus bepaal ik zelf wat ik op papier zet. Dat is de dictatuur van het dictaat.''
Karel trekt nog maar eens een nieuw blik bier open.
''Droom maar lekker verder, Murk!''
De alcohologrammen verdwijnen een voor een. Murk blijft met Karel achter.
''Dus is bijna alles wat je schrijft
gebakken lucht,'' beschouwt Karel. ''Geen andere persoonlijkheden en
al helemaal geen bijfiguren. Het gaat je alleen maar om jou.''
''Ja, eigenlijk is het net zoals het
partijprogramma van Rita Verdonk,'' grinnikt Murk. ''Beeldvorming is
belangrijker dan realiteit, zei Kay van der Linden reeds.''
''Dan noem je het gewoon “nieuwe
literatuur”, dan lijkt het nog wat,'' stelt Karel voor.
Karel wil ook aftaaien. Murk haalt hem
over om nog even te blijven zitten.
''Anders kan ik voor de rest van dit
hoofdstuk alleen nog maar een “monoloog interieur” schrijven.''
''Dan zal het wel een “monoloog
inferieur” worden,'' sombermanst Karel.
Na nog een biertje te hebben gedronken,
vertrekt Karel.
Murk blijft met zijn gedachten achter.
''Ik weet dat ik kan schrijven. Dat doe
ik nu immers al maanden. Ik vraag me alleen af of er ook mensen zijn
die het leesbaar vinden.''
''Ik ben een literatuurorist,''
zelfspotlacht Murk. ''Als er een bom in het bibliobos wordt gegooid,
en er vallen geen boekenplanken om, is er dan wel een bom gegooid?''
Ineens staat Jacqueline naast het
bankje.
''Drink je niet te veel, Mukkie,
volgens mij ben je alweer ver heen.''
Murk
brengt het gesprek snel op een ander onderwerp.
''Bevalt
die nieuwe assistente van je?''
''Ik
hoop van niet. Nog een zwangere hulpkracht kan ik niet meer aan. Het
is blijkbaar moeilijk om aan dierenartsassistenten te komen die niet
ogenblikkelijk in blijde verwachting raken.''
Murk vertelt Jacqueline hoe het met
moeder gaat.
''Het is niet zo moeilijk om voor ma te
zorgen. Het kost haar moeite om verzorgd te worden. Ze komt de
laatste tijd bijna haar bed niet meer uit.''
Murk belooft zijn zus dat hij na het
consumeren van het volgende blik naar huis zal gaan.
''Heb je nog niet genoeg gehad?''
vraagt Jacqueline, wijzend op de stapel lege blikjes.
''We zaten hier met een hele groep,''
verdedigt Murk zich.
Jacqueline kijkt hem ongelovig aan,
trekt haar schouders op en vertrekt.
Murk leegt zijn blik, gooit het in de
vuilnisbak en ruimt de rest van de lege blikken ook meteen op.
Murk sjokt mokkend in de richting van
het hoofdspoorwegstation.
''En dan hebben ze ook nog eens al mijn
bier nog opgezopen.''
Als hij bij het Maria Tesselschadeplein
wil oversteken, stopt er een taxi. De chauffeur opent de deur voor de
passagier. Ma Hemelsoet.
Moeder wil weten hoe laat Murk thuis
denkt te komen. Voordat haar verbouwereerde zoon antwoord kan geven,
stapt ma weer in de taxi en bijt hem het laatste woord toe.
''Ik heb honger!''
Murk stapt stevig door.
Als hij thuiskomt zit moeder al te
wachten. Met de avondmaaltijd die Murk had willen bereiden. Gekookt
op het fornuis dat hij, alvorens van huis te gaan, voor de zekerheid
buiten bedrijf had gesteld om te voorkomen dat ma er ongelukken mee
zou veroorzaken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten