-7-
Where
have you gone, Joe DiMaggio
A nation turns its lonely eyes to you (Woo, woo, woo)
What's that you say, Mrs. Robinson
Joltin' Joe has left and gone away
(Hey, hey, hey...hey, hey, hey)
A nation turns its lonely eyes to you (Woo, woo, woo)
What's that you say, Mrs. Robinson
Joltin' Joe has left and gone away
(Hey, hey, hey...hey, hey, hey)
Paul
Simon: Mrs. Robinson
Murk
steekt het plein voor het hoofdspoorwegstation over en slalomt om de
bouwputten van de eeuwig in aanbouw zijnde metroringlijn in de
richting van de hoofdingang.
Hij
staart naar het trottoir om te voorkomen dat hij in hondendrollen
trapt en om oogcontact met de schaars aanwezige personen te
vermijden.
Door
zacht A Rainy day in
Georgia te
neuriën,
overstemt
hij het geluid
van de gestaag neervallende regendruppels.
Het
is zondagochtend. Nog te vroeg voor de kerkgang, om aan het
funshoppen te slaan of obligate familiebezoeken af te moeten leggen.
De
vagelingen die het plein op dit tijdstip bevolken zijn op zoek naar
een vroege dealer of nog, of al, dronken.
Er
klinkt een harde pets vlak naast Murk. Hij schrikt uit zijn gedachten
op en kijkt om zich heen.
Een
walnoot, die als ontbijt voor een vroege vogel moet gaan dienen, ligt
uiteengespleten op minder dan een meter van hem op de stoep. De
kraai, die hem dropte om de schaal te kraken, messerschmitt langs
zijn hoofd.
Murk wil doorlopen, maar
wordt in zijn voornemen gestuit doordat een bekend klinkende, luide
lach zijn oren binnenschalt. Hij draait zich om en kijkt in het
gezicht van Karel Nooitgedacht.
''Wat doe jij hier?'' klinkt
vrijwel gelijktijdig uit beider kelen. De geur die hierbij uit die
van Karel walst, geeft Murk al een idee van het antwoord dat de ander
zal gaan geven.
''Ik was net met een
elfkroegentocht bezig. Doch ik geloof dat ik de tel en de weg
enigszins kwijt ben geraakt. En jij?''
Murk
vertelt dat hij op weg is naar Bibsgaarden.
''Ik
ben op weg naar het familiesoftbaltoernooi van mijn homoseksuele
nicht Edwina.''
Het
geheugen van Karel klaart op. Hij herinnert zich de dag van het
boekenbal.
''Die
van de hangbuikzwijntjes!''
''Ja,
precies. Ze is coach van een softbalteam en eens per jaar wordt er
een prijskamp voor de kat zijn viool voor de familie van leden
gehouden.''
Karel kijkt moeilijk en
vraagstukt waarom de wedstrijd zo ver weg gespeeld wordt. Murk legt
uit dat het door de huidige normen, die assurantiebedrijven bij het
afsluiten van glasverzekeringen hanteren, komt.
''Er mogen buiten de
competitie geen wedstrijden binnen 500 meter van gebieden die een
woonbestemming hebben, gehouden worden.''
Karel heeft nog veel meer
vragen en Murk ziet, kijkend op de stationsklok, dat hij daar te
weinig tijd voor heeft. Karel heeft de oplossing.
''Ik haal even snel wat bier
bij de JanCapertspoorshop. Jij koopt ondertussen je kaartje en ik
rijd met je mee naar Bibsgaarden. Dan kunnen we onderweg en bij de
wedstrijd bijpraten.
Murk denkt na, overweegt en
knikt. Er wordt afgesproken elkaar weer op het perron te ontmoeten.
De trein vertrekt op tijd.
Op zondag wordt het reizen per spoor in Gedogia in ieder geval nog
niet verstoord door actiegroepen, die natte bladeren op de de rails
leggen in een poging het economische raderwerk van het land stil te
leggen.
Karel en Murk installeren
zich in een lege coupé en trekken een blik bier open.
Murk start een conversatie.
Karel sluit zijn ogen.
''Mijn zus komt me van het
station in Walden ophalen. Vandaar is het ongeveer
een kwartier rijden naar Sportpark
Alstaede. De entree van de wedstrijden is gratis en Jacqueline zal er
wel geen bezwaar tegen hebben dat je meerijdt.''
Karel
boert en vult aan: ''En er is vast wel een sportkantine met goedkoop
bier.''
De
conducteur komt controleren. Murk diept zijn kaartje op. Karel proost
naar de functionaris en toont zijn zelfgeprinte abonnement.
Murk
verwacht dat er een fraude vermoedende frons tussen de wenkbrauwen
van de railwegridder zal opdoemen. Maar de man schuifelt
schouderophalend, de onuitgesproken woorden 'die spoort niet'
leesbaar in zijn ogen, en zonder verder dan zijn neus lang is naar
het biljet te hebben gekeken, door naar de volgende coupé.
Karel
gooit zijn lege blik in de prullenbak, pakt twee nieuwe exemplaren
uit zijn rugzak en gebaart naar Murk dat deze zijn instemming heeft
om een vervolg aan zijn uitleg te geven.
Murk somt op wie er allemaal
mee zullen doen aan de wedstrijd. Zijn zus Jacqueline, Roel en
Franka, Edwina's vriendin Clothilde
en haar dochtertje Nadine.
''En
voor de rest ken ik ze ook allemaal niet. Dat zijn familieleden en
vrienden van de spelers.''
Karel
vraagt of Murk ook meedoet. Murk schrikhikt van het idee. Sporten is
zijn ogen bijna net zo erg als werken.
''Ik
hoorde pas een paar dagen geleden van het treffen en vind dat ik toch
minstens een jaar training nodig heb, voordat ik aan zoiets mee doe.
Ik heb bedongen dat ik hooguit de functie van mascotte op me zal
nemen.''
De
prullenbakjes van de Gedogiaanse spoorwegen zijn eigenlijk te klein
om lange reizen van twee of meer stevig doordrinkende passagiers per
coupé mogelijk te maken zonder het gevaar te lopen dat de
uitpuilende inhoud op de vloer belandt, maar gelukkig rijdt de trein
Walden reeds binnen.
Jacqueline
staat al te wachten. Karel en Murk rolwaggelen het steile talud naar
de oppikplaats voor reizigers af en hijsen zich in de auto.
Jacqueline
is niet verbaasd over het gezelschap dat haar broer heeft meegenomen.
Ze heeft al zo vaak over Karel gehoord en gelezen dat ze een ontmoeting met de dichtende drinker al als onvermijdelijk onderdeel van haar levenslot was gaan beschouwen.
Ze heeft al zo vaak over Karel gehoord en gelezen dat ze een ontmoeting met de dichtende drinker al als onvermijdelijk onderdeel van haar levenslot was gaan beschouwen.
Op
het sportcomplex worden Karel en Murk aan de leden van het
gelegenheidsteam voorgesteld.
Omdat haar equipe nog niet compleet is, doet Edwina een poging om Karel over te halen aan de wedstrijd mee te doen. Nooitgedacht weet deze eer behendig aan zich voorbij te laten gaan.
Omdat haar equipe nog niet compleet is, doet Edwina een poging om Karel over te halen aan de wedstrijd mee te doen. Nooitgedacht weet deze eer behendig aan zich voorbij te laten gaan.
''Ik
kom toch nooit door de dopingcontrole. Beschouw mij maar als het
geheime, het top-geheime wapen. Ik zorg wel voor de drankjes en de
hapjes.''
Karel
vat deze zelfopgelegde taak al dadelijk serieus op, door naar de bar
te lopen om bier voor zichzelf en Murk te halen.
In
afwachting van de eerste wedstrijd geeft Edwina haar team en hun
supporters uitvoerige instructies over de te roepen yell.
'Dééééééébacle!
Dééééééébacle!Dééééééé bááááááácle!'
De naam
van het team, Débacle, is ontleend aan de eerste keer dat het
gezamenlijk aantrad. De wedstrijd die inmiddels in de volksmond als
het Debacle van de Kwakel bekend staat.
Aan het
eind van die match ontstond er een verwarrende situatie. De bal
belandde in een schuur waar, het volgende jaar te planten,
bloembollen waren opgeslagen en er werd met een object dat hier
duidelijk niet geschikt voor was, verder gespeeld.
Het
slaan tegen dit excentrische voorwerp ontketende nooit eerder
vertoonde effecten waardoor sommige leden van de ploeg lelijke
verwondingen opliepen. De riante voorsprong, die eerder was
opgebouwd, ging jammerlijk verloren in de laatste inning.
Karel
toont zich in beginsel heel bereidwillig om aan de yells bij te
dragen. Helaas zal hij tijdens de wedstrijd regelmatig de naam van
het team dat hij geacht wordt te steunen, vergeten en kreten slaken,
die zelfs met heel veel fantasie niet tot een aanmoediging van een
van beide ploegen te herleiden zijn.
Een van
de leden van Débacle doet nog een laatste beroep op Murk om aan de
wedstrijd mee te doen.
''Je
ziet er zo sportief uit.''
Murk
schuift het compliment over zijn ogenschijnlijk geweldige conditie
voorzichtig terzijde en wringt zich handig onder dit morele appel
uit.
''Weliswaar
heb ik vanmorgen in alle vroegte getrimd, maar ik ben daarbij niet
verder gekomen dan mijn baard.''
De
eerste wedstrijd staat op het punt te beginnen.
Karel
haalt nog snel enkele biertjes en zet, geflankeerd door Murk, koers
naar de tribune. Met meer geluk dan wijsheid weten zij nog een
plaatsje achter de organist te veroveren.
Karel
zet zich neder, werpt een blik op het veld en stelt teleurgesteld
vast dat er geen cheerleaders zijn.
Murk
buigt zich voorover en vraagt Karel of deze wellicht bekend is met de
spelregels.
Hij heeft zich wel op het evenement proberen voor te bereiden, maar is bij het googelen naar de term baseball niet verder gekomen dan beelden van vreemde types die balletjes crackcoke aan het basen waren.
Hij heeft zich wel op het evenement proberen voor te bereiden, maar is bij het googelen naar de term baseball niet verder gekomen dan beelden van vreemde types die balletjes crackcoke aan het basen waren.
Karel
doet een halfslachtig poging de gebruikelijke conventies bij het
spelen van softbal uiteen te zetten, maar al spoedig blijkt dat hij
zijn basiskennis slechts aan de tekenfilmserie
Goofy's Guide to the Olympics
en de song Paradise
by the Dashboardlight van
Meatloaf heeft ontleend.
De
gemiddelde leeftijd van de spelers van de deelnemende partijen is
bijzonder laag.
Er zijn zelfs kinderen bij die de leeftijd waarop de leerplichtwet hen dwingt meer dan tien minuten op dezelfde plek te verblijven nog niet hebben bereikt.
Er zijn zelfs kinderen bij die de leeftijd waarop de leerplichtwet hen dwingt meer dan tien minuten op dezelfde plek te verblijven nog niet hebben bereikt.
Blijkbaar
is de enige eis die aan de deelnemers wordt gesteld dat de grootte
van de hoofdjes niet onderdoet voor de afmetingen van de bal.
Niet
alle participanten aan het toernooi zijn even goed op de hoogte van
de te volgen procedures en ook ontbreekt het sommigen aan de nodige
spelervaring.
Edwina
probeert nog even snel het niveau van haar
jongens
op te krikken, maar in tegenstelling tot de leden van het team dat ze
normaal onder haar hoede heeft en die de tactische tips onverwijld
opvolgen, luistert deze groep niet naar de tien geboden die zij op
hen laat neerdalen.
De
Gedogiaanse honkbalbond heeft voor deze risicowedstrijden geen
scheidsrechters durven aanwijzen. Deze taak wordt bij toerbeurt op
zich genomen door de trainer van een van de teams. De andere coach
houdt op dat moment toezicht op de plaat.
De
tegenpartij is het eerst aan slag. Met zeer gevarieerde
slagtechnieken probeert men de bal te raken. Een aantal spelers heeft
blijkbaar alleen ervaring met het meppen van vliegen. Anderen
ontlenen hun swing ongetwijfeld aan het beoefenen van het edele
golfspel.
Karel
beschouwt alle glazen altijd half vol en merkt op dat er nog wel veel
potentie in dit team zit.
''Dit
team kan nog flink groeien. Het zal me ten zeerste verbazen als het
hier niet miegelt van de talentscouts om sommigen met scholarships
voor Amerikaanse highschoolsteams proberen te ronselen.''
''Die
kleintjes zijn ook veel lastiger uit te gooien,'' stelt Murk vast.
Karel
leunt achterover om het restant van zijn blikje naar binnen te kunnen
gieten en TheoReitsmaat dat het in ieder geval een goed stel is dat
het nog ver kan schoppen in dit toernooi.
De
lucht begint te betrekken. Er schicht een bliksemstraal door het
zwerk. Murk begint te jammerklagen. Karel mort met hem mee.
''Het
zal toch niet gaan regenen? Is er hier geen dak dat gedicht kan
worden?
Het speelveld hier vooraan is trouwens nog veel kaler dan in onze overdekte LouisvanGaalarena! Ze zullen toch wel een alternatief programma hebben. Modderworstelen of zo?''
Het speelveld hier vooraan is trouwens nog veel kaler dan in onze overdekte LouisvanGaalarena! Ze zullen toch wel een alternatief programma hebben. Modderworstelen of zo?''
Murk
en Karel drinken hun bier snel op. Het idee dat het edele gerstenat
vermengt zal worden met zure regen doet hen huiveren.
De
gevreesde bui blijft voorshands uit. Karel gluurt over zijn blik naar
het veld, kijkt vervolgens in zijn rugzak, komt tot de vervelende
ontdekking dat de hoeveelheid meegebrachte biertjes tot een
onaanvaardbaar minimum is geslonken en bastoont een verzoek aan Murk.
''Haal
nog even wat bier. Dan houd ik deze plaatsen wel bezet.''
Murk
keert weldra terug met een nieuwe voorraad blikken en neemt weer
plaats aan de zijde van zijn drinkebroer. Een nieuw rondje
bierdrinken wordt ingezet en Karel doet een beroep op het spelinzicht
van zijn makker.
''Bij softbal is het toch de
bedoeling dat je tegen de wijzers van de klok in rent? Tegenwoordig
weet niemand toch meer wat wijzers zijn. Bijna iedereen heeft immers
een digitaal horloge.''
De
rest van het publiek is een stuk geestdriftiger over de wedstrijd dan
de drinkende vrienden. Als na ruim tien minuten spelen de eerste bal
geraakt wordt, roept een man vanaf de eretribune dat het wel een hele
mooie bal is.
''Dat
is zeker de materiaalsponsor,'' begrijpt Karel.
Murk
doet er het zwijgen maar toe en bestudeert de naderende donderwolken.
Karel raakt al snel in een geanimeerd gesprek met de man aan zijn andere zijde, de eigenaar van een plaatselijke whisky- en wijnhandel, die de hoofdsponsor van het toernooi blijkt te zijn.
Karel raakt al snel in een geanimeerd gesprek met de man aan zijn andere zijde, de eigenaar van een plaatselijke whisky- en wijnhandel, die de hoofdsponsor van het toernooi blijkt te zijn.
Hij
probeert de mecenas voor het idee zijn binnenkort uit te geven
dichtbundel met enkele betaalde reclameslogans te verluchtigen, te
winnen. Helaas wil de man niet op het voorstel ingaan.
Op
het moment dat Karel informeert of er anders mogelijkerwijs een paar
consumptiebonnen beschikbaar zijn, scheert er een bal laag over het
hoofd van de geldschieter en bezorgt hem met terugwerkende kracht een
badhairday.
Karel
loenst naar het speelveld, neemt een slok bier, kijkt de man aan en
meent te moeten opmerken dat de filantroop dan toch nog bijna een
fraaie kopbal heeft gemaakt.
Het
ziet er vooralsnog niet naar uit dat dit de weldoener en Karel
dichter bij een eeuwigdurende vriendschap zal brengen, maar Karel
doet toch nog een poging om zijn sympathie te winnen door een
imitatie van Mart Smeets ten beste te geven.
''Het
lijkt wel zwerkbal. Ik vind dit een heel leuke wedstrijd. Mag ik dat
zeggen? Ja, dat mag ik zeggen.''
Hij
had zich de moeite kunnen besparen. De man keurt hem geen blik meer
waardig.
Karel helt weer naar Murk over en begint hem te bevragen over de reikwijdte van zijn liefde voor de sport.
Karel helt weer naar Murk over en begint hem te bevragen over de reikwijdte van zijn liefde voor de sport.
Murk
neemt een slok en is van plan er echt voor te gaan zitten om
breedvoerig zijn recente ervaringen op dit vlak op te gaan dissen.
''Ik
hou best van sport. Ik ben vorig jaar nog naar een voetbalwedstrijd
van mijn neef Roel
geweest.
Zal ik je vertellen wat me daar overkomen is?''
Karel
ziet de bui al hangen. Hij heeft absoluut geen zin in lange verhalen
en probeert Murk af te kappen.
''Dat
is toch die jongen met die grote voeten, daar op het outfield, die in
de vorige inning die vogel uit de lucht sloeg?''
''Ja,''
antwoord Murk. ''Zijn voeten groeien zo hard dat mijn zus elke maand
een grotere maat schoenen voor hem moet kopen. Ze noemt hem al de
schoenenreus van Walden.''
Karel
vindt dat het nu echt de hoogste tijd is dat hij zijn beurt om bier
te gaan halen vervult. Hij verheft zich en bulldozert een weg naar
beneden. De toeschouwers die hij passeert, worden als de Rode Zee
door de staf van Mozes gescheiden.
Murk
staart zijn zuipkompaan na en waarschuwt de halfgeplette supporters
alvast dat Karel dadelijk terug zal komen en dat het wellicht
verstandiger is het ontstane gangpad nog even vrij te houden.
Karel
keert niet veel later op zijn schreden terug en bereikt zijn plek
weer zonder iemand met de rugzak met het nieuwe kwantum bier om de
oren te slaan.
Murk
pakt de draad van zijn uiteenzetting weer op.
''Ik
schaak wel eens met Roel en hij schijnt tegenwoordig aan basketballen
te doen.
Daar ga ik binnenkort ook maar eens bij kijken.''
Daar ga ik binnenkort ook maar eens bij kijken.''
''Oh,
vandaar dat hij steeds om time-outs roept,'' sonoort Karel.
Murk
laat zich door deze onderbreking niet uit het veld slaan en vervolgt
zijn betoog.
''En,
o ja. Ik mag ook graag naar damestennis kijken. Hoe heet die
Russische kreunster met dat korte broekje ook al weer?''
''Ziepoesnetniet!''
krakeelt Karel. Hij deelt mee dat hij zijn aandacht nu bij de
wedstrijd wil houden en zich helaas niet in staat acht om dan
tegelijkertijd ook nog eens naar Murk te luisteren.
Er
wordt weer gewisseld. Edwina brengt haar teamleden op de hoogte van
de volgorde waarin ze aan de slag moeten.
''Na
Clothilde komt Franka, dan Nadine en daarna Roel.''
''Wie
is Dien?'' informeert Karel.
Murk
haalt zijn schouders op en slaat de rest van zijn biertje achterover.
In
het begin van de inning heeft ook Débacle nog een beetje moeite om
de bal te raken, maar allengs raken zij er iets meer bedreven in.
Edwina hoeft slechts af en toe een van haar spelers een laatste
aansporing te geven.
''Jij
bent aan slag. Kom die dug-out uit!''
De
speler kijkt om zich heen, begrijpt dan dat hij bedoeld wordt en
loopt naar het slagperk.
De
eerste bal is raak. De jongen rent naar het eerste honk, twijfelt of
hij door zal rennen naar het tweede. Hij besluit uiteindelijk dat hij
het slaghout dat hij nog in zijn knuistjes geklemd heeft beter eerst
kan retourneren en draaft terug naar het beginpunt.
De volgende slagman begaat
de fout na het slaan van een goede slag stil te blijven staan. Edwina
roept dat dit niet uitmaakt en brengt hiermee Karel, die net het idee
kreeg dat hij de spelregels onder de knie begon te krijgen, danig in
verwarring.
''Dat is toch juist de
bedoeling?''
Dan
verschijnt Nadine op de plaat. Ze slaat meteen de eerste homerun.
Het
jubelgeloei van het orgel doet Karel opschrikken. Hij springt op en
geeft hiermee onbedoeld de aanzet tot een wave.
Murk
krijgt hierbij het grootste gedeelte van de inhoud van het blik dat
zijn slempvriend net heeft geopend in zijn nek.
Karel
brult dat het zonde van het bier is en vraagt zich luidkeels af wie
de kosten van het verspilde alconat en de stomerij zal gaan
vergoeden.
''Déclaratie!''
Ongelukkigerwijze
worden er na sommige gelukte slagen kostbare punten verspilt doordat
enkele spelers de bal vol bewondering vanaf de plaat, waar ze
inmiddels zijn aangekomen, blijven nakijken en dan door de volgende
loper in de richting van het volgende honk moeten worden geduwd.
Karel
leegt zijn blik en brulboert een nieuwe yell.
''Décolleté!''
De
vrouw, op wier borsten zijn blik zich op dat moment min of meer
onbewust heeft gericht, kijkt hem stuurs aan. Zij lijkt op het punt
te staan zich over de, in haar ogen ongepaste, uitlating te gaan
opwinden.
In
een poging de eer van zijn dame te verdedigen, staat haar eega op en
banjert mouwopstropend op Karel af. Deze is helaas niet beschikbaar
om hem te woord te staan, omdat hij inmiddels in conclaaf is gegaan
met de man die voor hem zit.
Murk
neemt de honneurs voor zijn pimpelmaat waar. Hij verklaart dat het
niet de bedoeling van zijn boezemvriend was iemand te schofferen.
''Hij
is soms ietwat onhandig in zijn taalgebruik als hij gedronken heeft.
Doch ik kan u verzekeren dat hij nog nooit de bedoeling heeft gehad
wie dan ook te beledigen.''
Karel
is ondertussen druk verwikkeld in een dispuut over tijdrekken. Omdat
hij de man voor zich steeds op zijn horloge zag kijken, is bij hem de
misvatting ontstaan dat de man als de vierde official aan de
organisatie is verbonden.
De
man is niet gediend van de aandacht die aan hem wordt besteed, net zo
min als van de grote hoeveelheid consumptie die daarbij over hem heen
golft, en duwt Karel terug in zijn kuipstoeltje.
Ineens
blijkt hoeveel equivalenten voor het mannelijke geslachtsdeel van de
Canis
lupus familiaris deze
uit de krochten van zijn geheugen op kan delven als hij te na gekomen
wordt.
De man deinst verschrikt terug,
trekt in zijn aftocht zijn vrouw mee en gezamenlijk verlaten zij op
onconventionele wijze de tribune.
Murk
en Karel krijgen hierdoor een onbeperkt zicht op het veld en kunnen
hun aandacht weer volledig op de wedstrijd richten.
Er
wordt weer gewisseld. Een van de spelers blijft op het buitenveld
achter en moet door middel van een sms'je op de hoogte gebracht
worden van zijn vergissing.
In
het verdere verloop van de wedstrijd begint het tekort aan slaap
Karel parten te spelen. Hij dut regelmatig in en schrikt dan weer
wakker als hij hoort dat Murk een nieuw blikje openmaakt of de
schelle stem van Edwina, die nu aan de beurt is om scheidsrechter te
zijn, het hazenslaapje verstoort.
''Twee wijd. Twee uit!''
Karel schiet naar voren en
inventariseert de inhoud van zijn rugzak.
''En
drie bier!''
In de laatste inning begint
het maandenlang bestuderen van
video-opnamen van de wedstrijden van de tegenstanders zijn vruchten
af te werpen. Débacle boekt een eclatante overwinning.
De
meeste spelers willen het speelveld snel verlaten, maar worden door
Edwina teruggeroepen.
''We
gaan nog lijnen!''
Karel denkt dat het een sneer naar de
omvang van zijn buik is. Hij wacht de uitwisseling van beleefdheden
tussen de teams niet af, maar vertrekt voortijdig naar de kantine en
verwerft hierdoor het additionele voordeel dat hij niet in de rij
hoeft te staan.
Het
team van Edwina en hun aanhang sluiten zich achter in de rij aan als
Karel op zoek is naar een zitplaats aan een vrij tafeltje waar hij
zijn inmiddels alweer bijna lege blik op kwijt kan. De drinkende
dichter vraagt Murk of hij voor hem ook nog iets mee kan nemen als
aanvulling op zijn voorraad.
Het
begint zacht te regenen. Aan de zijkant van het veld zijn enkele
speeltoestellen opgesteld om de kinderen tussen de wedstrijden te
plezieren. Franka en Roel maken gebruik van de wipwap. Omdat Roel
veel zwaarder is dan Franka moet hij veel dichter bij de as
plaatsnemen.
Het
houdt op met zachtjes regenen. De kinderen schuilen in het overdekte
springkussen en de ouderen proberen een plaats in de kantine te
bemachtigen.
De
regen neemt nog iets in hevigheid toe.
Edwina
heeft haar zwijntjes Knor en Unox meegenomen. Ze had hen eerst aan
een lichtmast aan de rand van het veld vastgebonden, maar moet nu op
zoek naar een andere plaats.
Het
lukt niet meer om de overvolle kantine binnen te komen. Met moeite
wordt er een plaatsje voor de deur gevonden, naast een kraampje onder
de luifel waar hamburgers worden verkocht.
Clothilde
vertelt dat Unox de laatste tijd erg bevattelijk voor verkoudheidjes
is.
''Ze
is sinds haar nieuwjaarsduik in zee vorig jaar nooit meer de oude
geworden.''
Murk
vraagt waarom ze de dieren niet gewoon thuis heeft gelaten. Edwina
vertelt dat ze dat liever niet doet, omdat ze de laatste tijd steeds
meer problemen met haar buren begint te ondervinden.
''Ze
hebben zelfs bij de woningbouwvereniging geklaagd over de stank en de
geluiden die ze zouden voortbrengen. Terwijl ze toch bijna de hele
tijd voor de open haard liggen te slapen en zich toch ook nooit iets
van de etensgeuren die bij de buren vandaan komen, aantrekken! Ze
zijn heel blij als ik ze eens per week mee uit neem. Ja hè, Knorrie.
Dat breekt zo lekker de week!''
De
regen roffelt nu meedogenloos op het afdak. De hangbuikzwijntjes
beginnen zich zichtbaar steeds ongemakkelijker te voelen in de walm
van het aanbrandende vlees dat onmiskenbaar niet halal is en proberen
zich los te rukken. De paal, die de overkapping steunt, komt hierdoor
enigszins schuin te staan en het water dat zich hierop verzameld
heeft, komt in een keer naar beneden.
Een
team dat ongelukkigerwijze in de hoek stond waar deze stortvloed zich
ontlaadt, trekt zich drijfnat terug uit de competitie om thuis droge
kleren aan te trekken.
De
hemel klaart op.
De
pauze tussen de wedstrijden wordt door het uitvallen van het
onfortuinlijke negental noodgedwongen verlengd.
Murk en Karel maken van de gelegenheid gebruik bier te drinken en een boom op te zetten.
Murk en Karel maken van de gelegenheid gebruik bier te drinken en een boom op te zetten.
''Wat
zou jij het volk laten zien als we later als gelauwerde auteurs voor
Zomergasten
worden gevraagd?''
Murk
verklaart schuimbeklachend dat hij het wel zou weten.
''Nou,
heel veel afleveringen van de tekenfilmserie George
van de jungle, een
mooie geschiedenis documentaire en de leukste fragmenten van Kamphues
over de kop. En
jij?''
''Ik
hoorde gisteravond de hymne California
van
de vrouwelijke bard Joni Mitchell. Dat moet er in ieder geval in. Ik
was nooit zo'n fan van haar. Maar dit was zooo mooi. Ik kreeg
eerst trillingen in mijn ruggengraat, die bereikten bij de hoge noten
al mijn chakra's en gaven mij welhaast een orgastisch gevoel. Ik had
bijkans tranen in mijn ogen.''
Murk
is eigenlijk van plan om nog een grote hoeveelheid fragmenten, die
meer dan genoeg zou zijn om de hele zomerprogrammering van de
publieke omroepen te vullen, op te gaan noemen, maar is door de
ontboezeming van de poëet even vergeten wat hij nog te berde wilde
brengen.
''Sommige
mensen gebruiken yoni toch om het vrouwelijke geslachtsdeel te
benoemen?''
Karel
spoelt zijn keel nog maar eens.
''En
dat is meer dan terecht!''
Het
is weer bijna droog. Er is nog tijd over, voordat de volgende
wedstrijd zal beginnen.
Edwina
besluit een extra training in te lassen om het team scherp te houden
en de spieren op te warmen.
Door
alle commotie rond de hangbuikzwijntjes zijn een aantal mensen hun
spullen bij de kantine kwijtgeraakt.
''Heeft
iemand mijn handschoen gezien?''
Karel
denkt eerst dat de kreet door de kouwelijkheid van desbetreffende
speler is ingegeven, maar biedt dan aan de spullen te gaan halen. Als
hij na een poos met de spullen en een nieuw arsenaal bierblikken op
het veld terugkeert, hebben de meeste teamleden er al enkele rondjes
om het veld opzitten.
De
zon breekt door. Het inslaan kan beginnen.
Murk
constateert dat het pitchen en catchen ineens een stuk soepeler
verloopt.
''Dat
is toch logisch,'' JohanCruijfft Karel. ''Als er geen tegenstanders
zijn, ken er ook niemand in de weg lopen.''
Er
arriveert nog een speler. Hij verontschuldigt zich voor het feit dat
hij zich verslapen heeft doordat hij de avond daarvoor te lang in de
kroeg is blijven hangen.
Edwina
accepteert de mea culpa's. Ze is allang blij dat ze nu over haar hele
sterrenteam kan beschikken, omdat hen nog een geduchte tegenstander
wacht.
''Mooi
dat je er bent. We kunnen best nog enige versterking gebruiken en jij
bent nog fris.''
De
man ontkent ten stelligste dat dit laatste het geval is en biecht op
dat hij in zijn haast zijn handschoen thuis heeft laten liggen.
Er
blijkt nog iemand met een extra handschoen te zijn. Een linker.
''Dat maakt niet uit. Ik ben
toch niet van plan om ballen te gaan vangen.''
Het andere team is inmiddels
het veld opgekomen.
Edwina geeft de man het
advies snel nog even warm te gaan lopen en dan meteen in het veld te
gaan staan.
''Zoek maar een mooie stek
op.''
De man kijkt rond en sjokt
naar een plek waar de zon niet al te fel in zijn ogen schijnt.
De
tegenpartij blijkt bijna zonder uitzondering uit forse, volwassen
mannen te bestaan. Ze zien eruit alsof ze vaker knuppels in nekken
leggen dan tegen ballen slaan.
Karel
roept nog maar weer eens een yell om in de stemming te komen.
''Détentie!''
De
zware jongens kijken hem vuil aan. Ze hebben zich om hun ongure
uiterlijk enigszins te compenseren in roze outfits gehuld. Dit brengt
Karel op het idee hen de naam Pink Ladies te geven.
De
dikke kerels kijken geringschattend neer op het team van Edwina en
maken enkele badinerende opmerkingen.
''We
spelen toch niet in de midgetleague? Hadden ze ze niet een maatje
groter?''
De
meeste Débacleianen laten de schimpscheuten gelaten over zich heen
gaan, maar lijken toch enigszins in hun schulp te kruipen. De
trainster besluit de laatste opmerking niet persoonlijk op te nemen.
Karel
is van mening dat hij zijn team nog maar eens moreel moet steunen met
een yell.
''Détox!''
Een
intens zwetend lid van de roze dames loopt dreigend op Karel af. Het
ziet ernaar uit dat er een handgemeen zal gaan ontstaan.
De
veroorzaker van het onbehagen bij de vette, withete sportbeoefenaar
pareert de aanval door zich enkele opmerkingen over diens uiterlijk
te permitteren.
''Volgens
mij valt er veel te zeggen voor de theorie, die bij sommige
wetenschappers heerst, dat de tak van de homo sapiens, die men
Neanderthaler placht te noemen, niet is uitgestorven, maar zich met
afstammelingen van een andere loot aan de levensboom der mensheid
heeft vermengd en aldus nog steeds een onderdeel van de genenpool van
de moderne mens vormt. Sommige mensen zouden een verbod voor hun kop
moeten krijgen.''
Het
begin van de wedstrijd draagt er mede toe bij dat de heren elkaar
niet verder in de haren kunnen vliegen, omdat er door het gejuich dat
van de tribunes klinkt geen communicatie meer tussen hen plaats kan
vinden.
De
spelers treden aan en Karel trekt zich tactisch op de tribune terug
met een biertje.
De
Pink Ladies stellen zich op om in de eerste inning de slagpartij te
zijn.
Murk
geeft Edwina nog een laatste goede raad en loopt achter zijn kornuit
aan.
''Pas
maar op. Dit lijken me van die types die stiekem over de bal piesen
om hem extra spin effect te geven.''
In
de eerste inning loopt het team van Edwina een behoorlijke
achterstand op.
Karel
vervalt in een sombere bui en roept tussen de inname van het ene na
het andere blik bier nog maar af en toe een zuinig yelletje.
''Décoratie!''
Een
grijnzende supporter uit het andere kamp slaat Karel op zijn schouder
en maakt een opmerking over diens grachtengordelghettoiaanse accent.
''Wat
gebruik jij een dure woorden !''
Murk
probeert de moed er bij Karel weer een beetje in te krijgen door
pseudo-serieus uit te gaan leggen dat het woord zelfs in de goedkope
woordenboeken voorkomt, maar slaagt er niet in zijn broeder in drank
op te beuren.
De
opponent wrijft nog wat zout in de wonden door Karel voor dikke
alcoholist uit te maken en te suggereren dat het aan diens
halfslachtige aanmoedigingen ligt dat het team dat hij geacht wordt
te steunen op achterstand staat.
Als
de man zich daarenboven aan een Karel onwelgevallige yell durft te
wagen, wordt het deze te veel.
Met
een strategisch geplaatste duw van Karel, en een zich toevallig op de
verkeerde plek bevindend bierblikje, ondervindt de man de invloed
die de zwaartekrachtwetten op hem kan hebben en belandt bijgevolg
onderaan de tribune.
Karel
fleurt op en vindt in de gebeurtenissen een goede aanleiding om een
nieuw blik open te rukken en met Murk te proosten.
''Zo,
dat zal hem leren met zijn déceptie!''
Terwijl
de man opkrabbelt en een veilig heenkomen zoekt, velt Karel zijn
eindvonnis over de misdragingen van een deel van de bezoekers aan
sportefenementen.
''Sommigen
komen helemaal niet voor de wedstrijd. Dat personage was hier alleen
gekomen om goedkoop te kunnen zuipen en ruzie te zoeken. Zulke mensen
verdienen een stadionverbod.''
Murk
schaltlacht: ''Déportatie!''
De
tweede inning is inmiddels halverwege.
Jacqueline is aan slag. Zij
raakt de bal maar half. Het natte gras zit haar niet glad.
Ze maakt bij haar poging alsnog het eerste honk te bereiken een driedubbele rittberger en gaat vol op haar plaat.
Ze maakt bij haar poging alsnog het eerste honk te bereiken een driedubbele rittberger en gaat vol op haar plaat.
'Wat een lekkere sliding,''
brult Karel.
Murk herinnert Karel eraan
dat hij het wel over zijn zus heeft, maar deze laat zijn hervonden
goede humeur niet bederven en maakt zich alweer vrolijk over de
volgende speler die over het veld glijdt.
''Dat
was weer geen gave landing!''
Nadine is weer aan slag. De
vijandelijke helft van de tribune houdt de adem in, omdat haar
reputatie na het slaan van de homerun in de eerste wedstrijd haar
vooruitgesneld is.
Karel vangt een opmerking
van een van de leden van de Pink Ladies-posse op en reageert daar fel
op .
''Ik hoop niet dat die babe
roet in het eten gaat gooien.''
''Vroeger waren
de knuppels van hout en de mannen van ijzer.''
Er klinkt luid gejoel bij de
rivaliserende partij. Sommigen beginnen zich op te maken om een
strafexpeditie in de richting van de provocateur poeticus te
ondernemen.
Karel gooit extra olie op
het vuur door de Ladies nog wat meer uit te dagen.
''Kom naar beneden en sla je
slag.''
Murk ziet de roze vloedgolf
naderen en waarschuwt zijn dranktrawant.
'We kunnen misschien beter
nog even wat bier gaan halen voordat de kantine sluit.''
Karel zet zich in beweging.
Hij moet een gedwongen loop om het veld maken, omdat een gedeelte van
de tegenstanders hem achtervolgt. Uiteindelijk bereikt hij toch zijn
doel.
Daar ook een groot gedeelte
van de spelers van het roze team aan deze jacht meedoet, is er een te
klein quotum aan spelers overgebleven. De wedstrijd wordt
reglementair door Débacle gewonnen verklaard.
''Wat een slagveld!''
monkelt Murk en begeeft zich, in de wetenschap dat er in het tijdperk
nadat Nooitgedacht de kantine is binnengevallen waarschijnlijk niet
veel meer te drinken zal zijn overgebleven, ook op weg naar het
etablissement.
Karel heeft zich inderdaad
reeds over het grootste gedeelte van het resterende aanbod alcoholica
ontfermt. Hij verwelkomt Murk, de spelers van Débacle en hun gevolg
en trakteert op een rondje.
De gulle gever leunt
tevreden achterover en beperkt zijn tekst minzaam knorboerend tot:
''Yoh, softies!''
Murk
wil graag weten wat de eindstand van de wedstrijden is. Niemand
schijnt die te weten.
''Die
lees je dan straks maar mooi na op teletekst,'' oprispingt Karel.
''Nu is het eindelijk eens tijd om rustig een biertje te drinken.''
De prijsuitreiking is een wassen neus.
De jury heeft besloten dat elk team ex
aequo de tweede prijs wordt toegekend.
Inmiddels is alleen team Débacle nog
aanwezig. De overige prijzen worden onder de overgebleven aanwezigen
verdeeld. Er is zelfs een prijs voor Karel.
''Het is hier in ons emmesse
Bibsgaarden niet usueel om mensen de toegang tot onze splendide
sportaccommodaties te ontzeggen en wij zijn derhalve na rijp beraad
tot de slotsom gekomen dat wij u het beste de fairplayprijs kunnen
fourneren. Je moet het maar zien als aanmoedigingsprijs, een
aansporing om je in het vervolg nooit meer ergens met het
wedstrijdverloop te bemoeien.''
Karel
is zeer verrukt over de bekroning, die hem aan het eind van dit
hoogtepunt zijns levens nog te beurt is gevallen. Hij snapt best dat
er in dit gehucht geen stadssleutels uitgereikt kunnen worden,
accepteert de prijs en bedankt de organisatie toostend met een korte
speech.
''Wow!
Een sixpack DenDoolaard
bier.
Dat
hadden jullie nu echt niet hoeven te doen. Proost!''
Er hoeft geen inzet van de plaatselijke
mobiele eenheid te worden ingeroepen om de laatste bezoekers uit de
kantine te verwijderen. De meeste spelers wonen in de buurt en willen
direct naar huis om hun mentale en fysieke wonden te likken en zich
alvast op de wedstrijd van het volgend jaar te gaan prepareren.
Karel constateert dat hij genoeg bier
heeft om de terugweg te aanvaarden en laat zich gedwee naar buiten
bewegen.
Nadat
Murk Edwina en Clothilde heeft geholpen om Knor en Unox in de voor
dit doel meegebrachte, rode DIRK-boodschappentassen te proppen, loopt
hij achter zijn vriend, zus, neef en nicht aan naar de 4x4.
Jacqueline opent de achterklep van de terreinwagen om Karel de
gelegenheid te geven achterin plaats te nemen.
Zodra de SUV de parkeerplaats heeft
verlaten, ligt Karel al te ronken.
Het was de bedoeling van Jacqueline haar broer en zijn maat even snel bij station Walden-centraal af te leveren en dan door naar huis te rijden. Maar als zij de radio aanzet, meldt de verkeersinformatie dat er een lange file tussen Walden-Buiten-West en het centrum van de agglomeratie staat.
Het was de bedoeling van Jacqueline haar broer en zijn maat even snel bij station Walden-centraal af te leveren en dan door naar huis te rijden. Maar als zij de radio aanzet, meldt de verkeersinformatie dat er een lange file tussen Walden-Buiten-West en het centrum van de agglomeratie staat.
Er is geen doorkomen aan. Jacqueline
vraagt of Murk en Karel het erg vinden als ze hen dan in hemelsnaam
maar bij station Walden-oost afzet. Het maakt Murk niet uit.
Karel reageert niet en wie slaapt, stemt meestal toe of heeft in ieder geval zijn recht op inspraak verbruid.
Karel reageert niet en wie slaapt, stemt meestal toe of heeft in ieder geval zijn recht op inspraak verbruid.
De hummer bereikt het station. Karel is
licht ontstemt, omdat hij ook zijn derde middagdutje niet af heeft
kunnen maken, maar is handelbaar genoeg om door Murk de trap naar het
perron op te worden meegevoerd.
De trein arriveert voordat Karel weer
in slaap kan sukkelen. De vrienden vinden na lang zoeken een plaatsje
in een coupé waarin zich reeds enkele vrouwen bevinden.
Karel
kijkt om zich heen en besluit dat het gezelschap waarin hij zich
thans bevindt de moeite waard is om nog even wakker te blijven. Hij
stelt zichzelf en zijn vriend aan de aanwezigen in de coupé voor.
''Karel
Nooitgedacht, aangenaam. Wij zijn auteurs. Murk hier schrijft romans
en ik ben dichter en stadsfilosoof.''
De
dames kijken elkaar aan, maar krijgen geen kans om op deze openbaring
te reageren, omdat Karel reeds aan een haarscherpe analyse van de
onlusten die rond het softbaltoernooi hebben plaatsgegrepen, is
begonnen.
De
conducteur komt langs, controleert de kaartjes en kijkt met een
schuin oog naar de onthutste gezichten
van de vrouwen, die gebiologeerd naar Nooitgedacht zitten te
luisteren. Hij informeert of de dames door de dronkenlap worden
lastiggevallen.
De
vrouwen verklaren na kort overleg dat dit niet het geval is. Karel
biedt ze een biertje aan en vervolgt zijn relaas.
Doordat
ze te veel door het verhaal in beslag zijn genomen, vergeten de
vrouwen uit te stappen en zijn gedwongen een trein in de
tegenovergestelde richting te nemen om hun bestemming twee stations
terug alsnog te bereiken.
Murk
spreekt zijn bewondering uit over de nabeschouwing, die zijn vriend
van het toernooi heeft gegeven. Karel wimpelt de complimenten af.
''Iemand
die van de zijlijn toekijkt en de spelregels niet kent, heeft nu
eenmaal een frisse kijk op zo'n wedstrijd.''
Murk
openbaart dat hij overweegt om over deze dag te gaan schrijven.
Karel
lacht.
''Je
maakt er toch geen complete roman van, zoals Philip Roth's Great
American Novel?''
Murk
praat verder over de vorderingen die hij bij het schrijven van zijn
boek maakt.
Karel
schamperlacht.
''Je
kan er beter een stripboek van maken. Met al die zich misdragende
hangbuikzwijntjes die er in voorkomen.''
Murk
verdedigt zijn Magnum Opus.
''Ik
kan mijn boek toch best met een paar lollige passages opleuken. John
Irving schrijft immers over motorrijdende beren en zo en dat wordt
toch ook tot de literatuur gerekend.''
Karel
overdenkt de boude stelling van zijn pennenbroeder, terwijl hij een
nieuw blikje aanslaat. Hij besluit dat deze zijn goedkeuring kan
wegdragen.
''Ja,
dat is ook een mening. Je zou mogelijkerwijs zelfs zo ver kunnen gaan
het een apart genre te noemen: Cartooneratuur.''
De
trein mindert snelheid. Karel en Murk lopen naar de uitgang.
Op
het moment dat de trein tot stilstand is gekomen, ontwaart Karel een
bekend gezicht en begint in zijn geheugen te graven teneinde te weten
te komen waar hij de man van kent.
Bij
het verlaten van het rijtuig schiet het hem te binnen. Hij spreekt de
man aan om te controleren of hij het bij het juiste eind heeft.
''Bent
u soms Shrek van Gelder, de musicalster?''
''Nou,
men noemt mij meestal Jack van Gelder en spreekt mij vaker op mijn
werk als sportverslaggever aan, maar het is inderdaad mogelijk dat u
me uit het theater kent.
Ik heb ook als understudy voor de rol van herbergier Thénardier in Les Misérables gefigureerd.''
Ik heb ook als understudy voor de rol van herbergier Thénardier in Les Misérables gefigureerd.''
Karel
kijkt Murk glunderend aan en vertelt dat hij indertijd aanwezig is
geweest bij een van die shows. Hij vraagt van Gelder of het misschien
mogelijk is een foto met handtekening van de wereldster te krijgen.
Van
Gelder steekt een sigaar op en belooft het verlangde item op te
zullen sturen.
Hij vraagt of Karel een papiertje heeft. Als dit niet het geval blijkt te zijn, noteert hij het adres van de dichter op het sigarendoosje.
Hij vraagt of Karel een papiertje heeft. Als dit niet het geval blijkt te zijn, noteert hij het adres van de dichter op het sigarendoosje.
Karel kijkt met een schuin oog naar het doosje met het logo van het huismerk van sigarenmagazijn De Haesz en Hanejius en overspeelt nog bijna zijn kaart door een sigaar te bietsen. Van Gelder lacht, presenteert Murk en zijn vriend een sigaar en neemt afscheid.
De
afbeelding is van @Petertje07
Karel overhandigt Murk een van de laatste blikken bier.Hij haalt er voor zichzelf ook een uit de tas en staat op het punt het lipje open te trekken.
Murk houdt zijn vriend tegen.
''Doe dat nou niet hier precies onder die camera. Je hebt zo een boete te pakken!''
Karel laat zich overtuigen van de redelijkheid van deze raadgeving en duldt zelfs de poging van Murk hem het station uit te slepen.
Op het plein voor het hoofdspoorwegstation draait Murk Karel de kant op die hij moet nemen om zijn huis te kunnen bereiken, duwt hem een stukje op weg en loopt dan zelf in de richting van de pont.
Als Murk op de pont het biertje opentrekt, begint achter hem een groep mensen luidkeels langzalzûleven te zingen.
Hij begeeft zich onder de feestgangers en doet navraag naar de reden van deze uitbundigheid.
''Leuk-idee-voor-een-goedkoop-feestje-in-deze-crisistijd-vier-het-op-de-pont-die-is-gratis-!- wat- valt-er-te-vieren-?''
De nestor van het gezelschap blijkt de tachtigjarige leeftijd te hebben bereikt.
Omdat opa al jaren zijn hoogtijdagen niet meer heeft gecelebreerd, moest het er volgens zijn kinderen en kleinkinderen dit kroonjaar maar weer eens van komen.
Murk kijkt de groep na en terwijl het M'n opa, m'n opa m'n opa. In heel Europa was er niemand zoals jij. M'n opa, m'n opa. m'n opa. En niemand was zo aardig voor mij. In heel Europa, m'n ouwe opa. Nergens zo iemand als jij Niemand zo aardig voor mij M'n opa, m'n opa, m'n opa Niemand zo aardig voor mij M'n ouwe opa. in de verte wegsterft, loopt hij verder in de richting van de ark.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten