vrijdag 10 februari 2017

Lentebal hoofdstuk 4

-4-

Murk ontwaakt en sluimert nog een paar uur door. Zijn hoofd bonst en hij kan zich niet meer alles van de vorige avond herinneren.
Hij weet nog wel dat hij Knor en Unox veilig bij Edwina heeft terugbezorgd. Dat hij uiteindelijk is thuisgekomen, valt slechts af te leiden uit het feit dat hij in zijn eigen bed ligt.
Er klinkt een luide, irritante toon door de slaapkamer.
Murk denkt diep na over de herkomst van het gepiep. Hij maakt geen gebruik van wekkers, omdat hij toch altijd vijf minuten voor de ingestelde tijd wakker wordt. Na een paar minuten komt hij tot de conclusie dat het dan de beltoon van zijn mobiel moet zijn.
Hij besluit dat het beantwoorden van de oproep de beste manier is om aan de kwelling een einde te maken. De beller zal anders ongetwijfeld op een later tijdstip toch weer op het idee komen hem te gaan storen.
Murk houdt de telefoon aan zijn oor. Daar klinkt de veel te luide, en ondragelijk opgewekte, stem van Karel Nooitgedacht. De dichter informeert naar de huidige toestand van zijn kompaan.
Murk geeft een eerste diagnose.
''Ik heb hedenochtend met afschuw kennis genomen van de belabberde conditie waarin mijn lichaam zich bevindt. Zo oud als ik me nu voel, hoop ik nooit te worden.''
Murk bedenkt dat het van wellevendheid getuigt om Karel ook te vragen hoe het met hem gaat.
''Waarom ben je zo vrolijk, kloothommel? Ik meen me te herinneren dat jij gisteren nog meer hebt gedronken dan ik.''
Karel hinniklacht.
''Ik ben al uren wakker. Heb de ramen opengegooid en tegen die Vader Abraham geroepen dat ie op moest smurfen en ben mijn dagdromen gaan plukken.''
Murk heeft moeite de woorden in normaal Nederlands om te zetten. Hij herinnert zich dat Karel al eerder last had van een zwerver, die in zijn tuin bivakkeert, en neemt aan dat Karel aan het dichten is geslagen.
Karel bevestigt zijn conclusie en palavert nog een tijdje door over de baat die hij bij het inademen van frisse lucht heeft.
''Slauerhoff schreef dat hij alleen in zijn gedichten kon wonen. En ik kan nu eenmaal in mijn gedichte woning niet rijmen.''
Murk begint zich af te vragen waarom Karel eigenlijk belt. Hij komt op het idee om zijn vriend hierover te polsen.
Karel deelt mee dat hij voor het antwoord het beste naar de internetsite van Laag Peil kan surfen, maakt nog een paar vage zinspelingen over hetgeen hem daar te wachten staat en neemt afscheid.
''Weet je nog dat ik gisteren die pijp heb meegenomen? Er is een leuk filmpje van gemaakt. Moet je zien! Nog een prettige dag. Laterrrr.''
Murk loopt door het huis. Onderweg naar de huiskamer komt hij een keukenapparaat tegen dat hem bekend voorkomt. Hij gooit er water, een filter en koffie in en loopt door om zijn laptop op te starten en de naam van de schock-log in te tikken.
Al snel vindt hij het filmpje dat Karel bedoeld moet hebben. Er verschijnt een boze Harry Mulisch in beeld. De auteur fulmineert tegen jonge onverlaten, die op een schandalige manier vadermoord op een gevierde schrijver hebben gepleegd door zijn pijp te stelen.
''Het is weliswaar zo dat ik niet meer rook, maar dat wil niet zeggen dat ik me door deze minne daad niet enigszins ontmand voel. Ik weet dat mijn eigendommen zeer gewilde objecten onder collecteurs zijn. Maar dat betekent niet dat men mijn bezittingen zomaar kan ontvreemden. Als ik de pijp aan Maarten had willen geven, had men mij daar gewoon om kunnen vragen.''
De auteur raast nog een tijd door. Hij vergelijkt zijn verlies met Samson, die zijn haar kwijtraakte.
Daarna volgen de beelden van de verduistering.
Er zijn vage contouren zichtbaar van een man die langs een rooktafel loopt en iets in zijn zak stopt. Murk haalt opgelucht adem. Als hij niet had geweten dat het Karel was, had hij de snoodaard nooit herkend.
Murk is nog steeds nauwelijks in staat belangrijke beslissingen te nemen. Die neemt hij dan ook maar niet. Een poging om tot schrijven te komen, mislukt jammerlijk. In het nieuwe document dat hij opent, vormen zich slechts een paar woorden, die geen verbanden durven aan te gaan. Ze zijn en blijven door leestekens van elkaar gescheiden.

Murk ijsbeert door de ark.
Door het glas van de voordeur ziet hij de tuinkat voorbijschieten. Hij gooit wat brokjes in het etensbakje en schuift dat onder de neus van het dier.

Als Alie een klein half uur later aanbelt, is de kat verdwenen. Eenden en andere vogels zijn druk bezig de overgebleven brokjes weg te pikken.
De ark is de laatste weken grondig gereinigd. Er ligt vers zeil in de huiskamer en de voormalige slaapkamer van ma Hemelsoet is opnieuw gestoffeerd.
Omdat er hierdoor nauwelijks meer schoonmaakwerk is en de bijenkoningin in een verpleegtehuis zit, is het voor een enkele dar makkelijk bij te houden. De hulp van werkbij Alie is na vandaag niet meer nodig.

Murk verzint een makkelijk karweitje voor zichzelf. Hij begint met het leegmaken van de volgende, door moeder volgepropte, lade.
Al snel stuit hij op de papieren manifestatie van een bijna vergeten gebeurtenis. Een exemplaar van de uitnodiging voor een festijn dat hij voor zijn achtste verjaardag mocht geven.
De tekst “Ik geef een feestje! kom je ook?” brengt hem terug naar de dag dat hij voor de eerste en laatste keer in zijn jeugd een partijtje mocht geven. Ma Hemelsoet raakte danig in de war van het wilde spel van de kluwen jongetjes en besloot hen de deur te wijzen.
Een paar jaar later mocht Jacqueline nog wel een feestje geven. De geïnviteerde kinderen vonden het na een tijdje dermate vervelend dat ze een voor een naar huis wilden bellen om door hun ouders te worden opgehaald.
Jacqueline probeerde te elfder ure de dag nog tot een succes te maken door aan te kondigen dat er aanstonds patat friet zou worden geserveerd.
Ze was hiervoor afhankelijk van de luimen van Murk. Deze had weliswaar eerder toegezegd de vette heerlijkheid te gaan halen, maar helaas speelden de persoonlijkheidsveranderingen, waar de puberteit vaak mee gepaard gaat, hem juist op deze kroondag parten. Ten gevolge hiervan vestigde hij een nieuw persoonlijk record op het gebied van dwarsliggen door zijn belofte niet gestand te doen.

Murk gaat naar de buurtsuper. Thuis komt hij tot niets en loopt hij toch maar in de weg.
Als hij de winkel binnentreedt, klinkt er een luid piepend signaal. Er snelt een medewerker op hem af. In eerste instantie valt er niets verdachts bij de klant te ontdekken. Hij stelt Murk de vraag of hij wellicht nieuwe kledingstukken aan heeft.
Murk heeft inderdaad een paar dagen eerder nieuwe schoenen aangeschaft. De dappere hulpkracht raadt hem aan thuis op zoek te gaan naar het antidiefstalalarm of anders naar de schoenenzaak terug te keren om het euvel te laten verhelpen.
Nu de vermoedelijke oorzaak bekend is, is Murk erop voorbereid dat er weer perturbatie zal ontstaan als hij langs de uitgangscontrole moet. Dus meldt hij, voorshands het poortje bij de kassa te passeren, maar vast dat er dra een alarmsignaal zal afgaan. Opdat de caissière bereids over de intercom kan doorgeven dat er niets aan de hand is.
''Dat zijn mijn schoenen weer. Herstel!''

Murk keert met de boodschappen naar de ark terug.
Jacqueline is inmiddels ook gearriveerd.
Ze is bij het Eduard Douwes Dekker geweest en vertelt over de jongste misvatting van moeder.
Volgens ma was de verpleegster, die bij het laatste bezoek dat Murk aan de verpleegafdeling bracht bijna gelijk met hem haar kamer binnenkwam, zijn vriendin.
In de loop van het bezoek had de fantasie van moeder van die enkele, vermeende vriendin meerdere vrouwen gemaakt, waarmee Murk, van het geld dat zij op de ark heeft achtergelaten, talloze wilde feesten geeft.
Murk schaterlacht. Hij is jaloers op de verbeeldingskracht van zijn moeder. Daar zou hij makkelijk een ziljoen pagina's mee vol kunnen tikken.
Jacqueline en Alie krijgen het verhaal van het incident met de schoenen bij de supermarkt te horen. Terwijl de vrouwen lachen, verricht Murk een nauwgezet onderzoek aan zijn schoeisel. Hij vindt geen onrechtmatigheden en besluit voorlopig maar op zijn oude schoenen boodschappen te gaan doen. Tot het moment dat hij tijd heeft bij de vermaledijde schoenenwinkel langs te gaan om verhaal te halen.
Jacqueline is nog niet klaar met grinniken. Ze stelt vast dat het voorval typisch iets is dat alleen haar broer kan overkomen.
Alie neemt afscheid. Met de verzekering dat ze altijd gebeld kan worden als Jacqueline of Murk haar nodig hebben. En dat zij in de zomer misschien nog wel eens langskomt. Om te zonnen. Als de tuin helemaal is opgeknapt.
Murk slikt. Het zinnenprikkelend visioen dat bij hem opdoemt, wordt ras verdreven doordat zijn zus hem een vers pak formulieren aanreikt. Er moeten er nog een aantal ingevuld worden om de afwikkeling van het Persoonsgebonden Budget te regelen.

Jacqueline vertrekt richting Walden. Murk begint zuchtend met het invullen van de papieren.
Halverwege de stapel komt hij een document tegen, waarin, aan het eind van een lange lijst van weinig ter zake doende vragen, vermeld wordt dat het formulier niet verzonden hoeft te worden als alle vragen met nee beantwoord zijn. Murk prijst zich gelukkig dat die moeite hem bespaard zal blijven.

Het is de hoogste tijd om een afspraak met een aan de DoeschkaMeijsingkliniek verbonden tandarts na te komen.
Murk heeft in de jaren dat hij verslaafd was geen tandartsen bezocht en moet daarom opnieuw gesaneerd worden. De kliniek voor verslavingszorg biedt de mogelijkheid dit kosteloos in orde te laten maken.
Het vooruitzicht aan de tand te worden gevoeld, is een stuk leuker dan verder te moeten gaan met het papierwerk. Murk schuift de nog niet ingevulde schrifturen opzij voor later.
De lentezon schijnt fel door de ramen van de wachtruimte van de praktijk en wordt weerspiegeld in de ogen van de tandartsassistente. Ze glimlacht naar Murk en vraagt of hij het makkelijk heeft kunnen vinden.
Murk kan deze vraag positief beantwoorden. Hij heeft deze plek bijna een jaar geleden al eens bezocht om zich op de wachtlijst te laten plaatsten.
''Ja hoor, ik ben hier al eens eerder geweest om me aan te melden en heb me de route indertijd goed ingeprent. Gewoon bij de Gall & Gall linksaf. Langs drie cafés. En dan bij de alcoholpoli rechts.''
Murk mag plaatsnemen. Hij hoeft zich gelukkig niet te vervelen. De assistente heeft ook nog een formulier voor hem dat hij eerst mag invullen.
In de ellenlange vragenlijst moet Murk de gegevens invullen over alle ziektes die hij mogelijk gehad zou kunnen hebben. Aan het eind wil men weten of hij angst voor de tandarts heeft.
Murk vult “nee” in. Het ondergaan van dentale verrichtingen is slechts vervelend en tijdrovend. Net als bezoeken aan kappers, het wachten op ontstoppende loodgieters, terwijl je nodig moet, of shoppen als je al meer dan genoeg van alles hebt.
Murk wordt binnengeroepen. De tandarts doet eerst een snel intakegesprekje. Hierbij wordt het zojuist ingevulde formulier als leidraad genomen.
''Mooi, ik zie dat je niet bang bent voor de tandarts.''
''Toen had ik u nog niet gezien.''
Daarna worden er foto's van het gebit gemaakt. Terwijl de tandarts de afdrukken bekijkt, mag Murk in de stoel plaatsnemen en zijn tanden laten zien. Het valt de tandheelkundige allemaal reuze mee. Er worden vier afspraken gemaakt.

Murk is weer thuis.
Er is mail van zuslief. Zij heeft weer problemen met haar auto. Ze moet al weken koelvloeistof bijvullen en heeft nu opnieuw pech gekregen. Aan het ruwe taalgebruik van Jacqueline is te zien dat ze er behoorlijk de pest in moet hebben.
Ze verwittigt haar broer dat ze er uren over heeft gedaan om de kliniek te bereiken en verklaart dat ze spijt heeft dat ze al niet veel eerder een nieuwe auto heeft gekocht.
‘‘Kut, ik heb er verdomme twee uur over gedaan om naar Walden-Zuid te komen. Halverwege begon dat kloteding weer te roken. Ik had dat kreng allang naar de sloop moeten brengen’’.
De mail gaat verder. Jacqueline spreekt haar ongenoegen uit over de indruk die zij op haar medeweggebruikers heeft gemaakt en kondigt aan dat ze een bezoek aan een garage gaat afleggen.
‘‘Het was zo irritant. Ik wist dat mijn auto rookte en probeerde voorzichtig door te rijden tot de volgende afrit. Iedereen bleef maar toeteren, alsof ik een domme trut was die dat niet zag.
Nou, ik ga eerst maar even iets leuks aantrekken. Ik ga zo maar weer naar de garage’’.
Jacqueline beëindigt het elektronische bericht met de mededeling dat ze daarna wellicht nog tijd over heeft om even te gaan shoppen.

Murk zet de televisie aan. Hij wil het verslag van het eerste bezoek dat de nieuwe president van de Verenigde Staten aan Gedogia brengt, bekijken.
Hij was eerst van plan om het evenement zelf bij te gaan wonen, maar toen hij hoorde dat het hele centrum zou worden drooggelegd, besloot hij daar maar van af te zien.
President Davis zal, geflankeerd door kroonprins Willem-Alexander, een rondje op de ijsbaan bij het Jan Cremerplein maken.
De vijver waar in de zomer kinderen hun waterballet opvoeren, is nu het toneel voor een wereldleider en de oudste zoon van de koningin van Gedogia.
Speciaal voor deze gelegenheid is de ijsvloer een paar weken langer blijven liggen.
Voor de rit van start gaat, stellen de hoogwaardigheidsbekleders zich aan de kant van de vijver op.
De volksliederen van beide staten worden gespeeld. De toekomstige vorst zet in. Davis zingt enthousiast mee.
Onder het beeld van Annie M.G. Schmidt, omringd door een aantal van haar bekendste creaties, worden de schaatsen ondergebonden.
De sculpturen van de schrijfster, Abeltje, Jip en Janneke, Pluk van de Pettenflat en Minoes kijken versteend toe.

Er is weer een mailtje van Jacqueline.
Murk wendt zich van de televisie af en leest wat zijn zus aan hem kwijt wil.

Godgloeiende, godverdomme %#*& smerissen. Ik was bij de garage geweest en dacht nog even snel te gaan shoppen en ben toen opgepakt!
Het is waarschijnlijk mijn verdiende loon, omdat ik jou heb uitgelachen toen je schoenen het alarm bij de buurtsuper in werking stelden.
Maarja, ik zal bij het begin beginnen.
Ik had dus gisteren, toen ik met Franka aan het shoppen was, een massage-kussen bij de EXPO gekocht, thuis aangekomen deed ie het niet, dus ik ging net met kussen in tas met bon weer terug.
Ik parkeerde op het dak van de V&D, ik ga daar naar binnen en het alarm gaat af, ik roep "ik kom binnen hoor!"
Jahoor, mevrouw loopt u maar door, roept een vriendelijke medewerker me toe.
Ik ben toen vrolijk gaan winkelen en zag plots de tijd, shit, ik moest me haasten om nog dat kussen te gaan ruilen en spoed me naar de uitgang.
Op de roltrap kom ik al 2 agenten tegen, maar in mijn haast ga ik ze snel voorbij en, ja hoor, ik wil de V&D uit, gaat dat alarm af!!!!!
Die 2 agenten meteen naar mij toe. "U heeft nogal haast mevrouwtje, komt u maar even mee."
Godverdomme, ik uitleggen dat het alarm er nog op zit en dat ik het wil gaan ruilen.
Ik liet de bon zien, en alles uitleggen, maar op de bon stond niet waar het om ging alleen kadoartikelen stond erop.
Dus ik tussen 2 agenten in door de halve mall naar de EXPO!
Gelukkig herkende de verkoopster me meteen en vertelde dat ik gisteren inderdaad met mijn dochter dat daar had gekocht en dat de bon klopte.
Alleen het alarm in de EXPO ging niet af.
Dus wilde die kutuniformen toch nog al mijn aankopen van de V&D zien met bonnen.
Net nieuwe bh's gekocht natuurlijk, omdat er gisteren op de radio was dat vrouwen die te weinig wasten en ik me realiseerde dat ik 1 van die vrouwen was!
Sta ik in de EXPO mijn nieuwe lingerie te tonen aan 2 kerels!! heb ik weer! lach niet!!
Uiteindelijk geloofden de agenten mij, (moest me nog wel even legitimeren) en kon ik mijn relaxkussen (dat ik inmiddels zwaar nodig had) ruilen voor een werkend exemplaar.
Meisje van de EXPO was supervriendelijk, ze heeft wel 10 x haar excuses aangeboden, omdat zij het alarm er niet goed had afgehaald en ik kreeg een nieuwe met gratis batterijen en een kadootje voor Franka erbij.
Eind goed al goed, ik moest wel weer door de V&D om mijn auto te kunnen bereiken (gelukkig geen alarm) en was te laat om Roel van school te halen.
Ik ben voorlopig weer klaar met shoppen!!!!

Groetjes, Jacqueline.

Murk mailt terug.

Hahahahaha, mag ik dit gebruiken voor het hoofdstuk dat ik aan het schrijven ben?
Het scheelt me heel veel werk, omdat ik nu zelf geen tekst hoef te verzinnen.
Ik kan het bijna integraal overnemen, het is heel erg authentiek, alsof je van een opgenomen gesprek de spreektaal gewoon uitschrijft.
Ik zal proberen me in te houden en in mijn typoscript dat massagekussen niet in een langwerpig exemplaar veranderen.
Alvast bedankt, mail me gerust nog eens als je weer wordt opgepakt.

Groetjes, Murk


Murk draait zich terug naar de televisie. Het schaatsbaantje is niet langer in beeld. 

De camera's zijn nu gericht op een wegrijdende ziekenauto. Een commentaarstem meldt dat president Davis flink onderuit is gegaan en voor onderzoek naar het ziekenhuis is afgevoerd, omdat hij bij zijn val waarschijnlijk een sleutelbeen heeft gebroken.
''Ja, wie schaatst, kan een wak verwachten,'' SethGaaikemaat Murk.
Hij begint aan het bereiden van zijn avondmaaltijd. Een salade waar hij rijst bij kookt, geen vlees vandaag. Hij is wat men tegenwoordig een vleesverlater pleegt te noemen.
Een vleesverlater is, in tegenstelling tot hetgeen de naam doet vermoeden, geen persoon die zijn stoffelijke lichaam heeft verlaten, maar iemand die een aantal dagen per week afziet van het eten van vlees. Dat schijnt goed voor het milieu te zijn en is volgens deskundigen bovendien veel beter voor de gezondheid, omdat de mens met zijn huidige levensstijl aan twee à drie keer vlees per week genoeg heeft.

Het gerinkel van de telefoon stoort Murk bij het koken. Het is Jacqueline. Ze klinkt erg opgewonden. Op de achtergrond klinkt een zacht, ondefinieerbaar gepiep en de heldere stem van Franka.
Murk vreest eerst dat Jacqueline weer is opgepakt, maar dit blijkt niet het geval te zijn.
Het nieuws dat zijn zus hem probeert over te brengen, begint even raadselachtig als spectaculair.
''Ik mag er vanwege mijn beroepsgeheim eigenlijk niets over zeggen en het is ook nog eens staatsgeheim.''
Er klinkt luid gesis uit de keuken. Als er daarboven ook nog een penetrante geur tot de neusgaten van Murk begint door te dringen, rest hem niets anders dan zijn nieuwsgierigheid naar hetgeen zijn zus te melden heeft even op een laag pitje te zetten en te melden dat hij genoodzaakt is het gesprek tijdelijk te onderbreken.
''Een momentje. Ben bang dat ik zojuist door de wilde rijst in de rug ben aangevallen. Ik ga het eten even zachter zetten.''
Murk keert terug aan de telefoon. Jacqueline daagt hem uit te raden welke Very Important Dog ze zojuist bij de geboorte van een aantal puppy’s heeft geholpen. Ze geeft hem weinig tijd een antwoord te formuleren.
''De eigenaar van de teef was gevallen op de ijsbaan en moest naar het ziekenhuis. Zijn hond ging mee in de ambulance en toen zag de broeder dat het beest een zwelling had en bedacht hij dat ze misschien wel drachtig was. Ik werd opgepiept. Ik moest me in het WimTSchippersziekenhuis melden en heb daar door middel van palpatie vastgesteld dat het inderdaad het geval was.''
Murk onderbreekt zijn zus. Hij wil nu eindelijk wel eens weten over welke hond ze het heeft.
''Het is de Amerikaanse First Dog, Condoleezza! Ze is op de een of andere manier zwanger geraakt. De president wilde haar eerst hier meteen laten helpen, omdat het plegen van abortus provocatus in zijn eigen land erg gevoelig ligt, maar de puppy’s waren al volgroeid en toen heb ik voorgesteld om ze hier ter wereld te laten komen en voor opvang te zorgen. Murk, je weet toch dat je je mond hierover moet houden. Ik heb net een stuk of twintig formulieren moeten tekenen waarin ik beloof alles geheim te houden.''
Murk verdenkt Jacqueline van een heel erg goede poging om hem in de maling te nemen. Het is weliswaar nog geen 1 april, maar bij Jacqueline weet je nooit waar je aan toe bent.
Hij probeert nog even halfslachtig zijn zus door de mand te laten vallen, maar zij blijft bij haar verhaal.
''En waar zijn die hondjes nu dan?''
''Hier, Franka zit met ze te spelen. Ze had uiteraard liever een chihuahua gehad. God mag weten welk ras de vader heeft. Maar ze zijn zooo lief!''
Voordat hij de telefoon neerlegt, belooft Murk plechtig dat hij niemand iets over de puppy’s zal vertellen.

Murk zet het eten op tafel en schakelt de televisie in om een portret van de schrijver-bioloog Midas Dekkers te bekijken.
Dekkers onthult dat het slechte voorbeeld van zijn ouders - die een belabberd huwelijk hadden - een van de redenen is geweest om geen kinderen te ‘nemen’.
Volgens Murk is het dus een kwestie van natuurlijke selectie. Het organische mechanisme dat er zorg voor draagt dat creaturen die zich beter aan hun omgeving aanpassen meer kans hebben te overleven. Dat zij die zich het best aan omstandigheden conformeren voor de meest levensvatbare nakomelingen zorgen. Dit in tegenstelling tot de wezens die zich minder goed accommoderen.
De soort die het meest is geassimileerd, zal steeds meer de overhand in de populatie krijgen. Dat is best jammer. Individuen van het tegenovergestelde type zijn vaak juist het leukst.
Murk zou het zeer betreuren als de Homo Sapiens Midasus Dekkerus uit zou sterven.

Alvorens Murk naar bed gaat, kijkt hij nog even naar een uitzending van Kamphues Boeit.
In dit programma ketent Rob Kamphues zich met handboeien aan mensen vast en loopt hij een paar uur met het slachtoffer mee. De sleutel van de boeien ligt in een kluis met een tijdslot, zodat het bijna onmogelijk is om los te komen.
In een eerdere uitzending had Kamphues zich aan een crackgebruiker vastgelegd en heeft Murk aan de buis gekluisterd zitten toekijken hoe de presentator samen met de gebruiker en zijn vriendin in een voor hem zeer bekende omgeving de drug kochten en rookten.
Vandaag belaagt Kamphues een wijkagent. Deze keer worden de rollen voor een keer omgekeerd. De politieman draait razendsnel de arm van de programmamaker op zijn rug en maakt hem met zijn boeien aan een lantaarnpaal vast.
De rechtshandhaver kijkt een tijdje lachend naar het verbouwereerde gezicht van Kamhues, maakt hem daarna los en neemt hem mee op zijn ronde.
Murk zet de televisie uit en gaat slapen. Hij moet morgen gezond weer op.


 








Geen opmerkingen:

Een reactie posten