-23-
Angelique
wordt aan het eind van de ochtend wakker.
Het is
de vorige avond weer laat geworden. Dat brengt het werk als
impresario met zich mee. Dan moet je af en toe wel naar optredens van
artiesten uit je 'stal'.
In
dit geval dat van Claudia de Breij, die ze sinds kort onder
contract heeft en waar ze tot op heden nog nooit een show van heeft
gezien.
Het is
nog veel te vroeg. Zeker als je het feit dat ze nog lang met Clau in
het theatercafé is blijven hangen in ogenschouw neemt. Met alle
gevolgen van dien.
Angelique vraagt zich af
waarom ze al wakker is. Een blik op de wekker levert de constatering
op dat het nog ruim een uur zou moeten duren voor die zijn
slaapverstorende werk gaat doen.
Ze
schiet in haar negligé en opent de balkondeuren.
Ah, daar is de oorzaak van
het prematuur ontwaken. Er staat iemand te zingen. Of iets wat daar
op lijkt.
Angelique sakkert.
''Was dat dan? Wat bint dar veur
flantuutn. Wa’k moar in Almelǿ bleem. Doar hej gin onnozelen op
stroat te blèren. Dat wil zeggn, manks een sikke of koebeest.''
Ze herkent de melodie van het lied dat
onder haar huis wordt gekweeld. Een oude hit van André van Duin. Tot
haar grote schrik is de tekst enigszins aan haar eigen levenswandel
aangepast.
Er was een leuke meid
Uit de buurt van
Hengelohoho jodelodelo jodelohotie
Een stoere
boerenmeid
Die had geen man johohohoo jodelohotie
En Angelique zong heel melancholiek
Jodeloholohohehehehee
Die had geen man johohohoo jodelohotie
En Angelique zong heel melancholiek
Jodeloholohohehehehee
Vol verlangen naar
romantiek jodelohotie
Ouwe vader werd hoteldebotel jodelohotie
Ouwe vader werd hoteldebotel jodelohotie
Van dat ellendige
gejodel jodelohotie
De goede man pakte vol
toorn zijn midwinterhoorn
En ging staan toeteren
En ging staan toeteren
Hoempapa hoempapa
hoempapa
Hoempapa hoempapa hoempapaaa
Hoempapa hoempapa hoempapa
Hoempapa hoempapa hoempapaaa
Hoempapa hoempapa hoempapaaa
Hoempapa hoempapa hoempapa
Hoempapa hoempapa hoempapaaa
''Mie jongens toch! ‘n Stoalker.''
Het
gelaat van het manspersoon blijft door de tegen de gevel opgroeiende
rozen onzichtbaar.
Angelique grijpt een
potplant om een eind aan het gekrakeel te maken, maar bedenkt zich.
Als ze die naar de onverlaat werpt, zal dat wellicht tot ernstige
verwondingen leiden en zal zij zich voor haar onbezonnen daad moeten
verantwoorden. Hoe vreselijk het gezang ook is, het is nog geen reden
geweld te gebruiken. In een gerechtsprocedure zal haar beroep op
inbreuk van haar privacy, en de claim dat het slechts een kwestie van
zelfverdediging was, niet baten.
Er ligt een stapel
kussentjes die ze onlangs van broerlief heeft gekregen. Die dan maar.
Murk hoort iets naast zich
neerploffen. Het regent plots gekleurde kussentjes.
Hij onderbreekt zijn aubade en kijkt omhoog. Hij ontwaart een in een met roze kant afgezette duster gehuld personage, maar kan niet zien of dit het subject van zijn adoratie is.
Hij onderbreekt zijn aubade en kijkt omhoog. Hij ontwaart een in een met roze kant afgezette duster gehuld personage, maar kan niet zien of dit het subject van zijn adoratie is.
Het gejammer stopt.
Angelique haalt opgelucht adem.
Maar dan begint het allemaal
weer van voren af aan. Murk heeft geconcludeerd dat kussentjes werpen
wel een teken van appreciatie moet zijn en besluit zijn cantate toch
maar te voltooien.
Door dat getoeter en
dat jammeren
In de buurt van Hengelohoho jodeloholo jodelohotie
In de buurt van Hengelohoho jodeloholo jodelohotie
Begon haar huis te
rammelen
Wat was dat griezelig wohohoho jodelohotie
Maar Angelique die had nog heel geen erg
Jodelohohohohehehohohee
Wat was dat griezelig wohohoho jodelohotie
Maar Angelique die had nog heel geen erg
Jodelohohohohehehohohee
Zong zij en plein
publiek jodelohotie
En sindsdien door iedereen vermeden jodolohotie
Toen was 't leed nogal geleden jodelohotie
En sindsdien door iedereen vermeden jodolohotie
Toen was 't leed nogal geleden jodelohotie
Wat daarvan kwam, een
drieste vlucht naar Amsterdam
En leeft daar nu heel tevreden
En leeft daar nu heel tevreden
Angelique trekt zich terug.
Tegen dit castraatgeweld is geen kruid gewassen.
Murk zingt nog een strofe en
geeft het op. Het hard dichtslaan van balkondeuren lijkt hem geen
goed teken.
Dit is een lied voor
Angelique
Jodelohohehe wat 'n romantiek
Hoempapa hoempapa hoemapapa
Hoempapa hoempapa hoemapapabwaa
Jodelohotie
Jodelohotie
Jodelohotie
Jodelohotie
Jodelohohehe wat 'n romantiek
Hoempapa hoempapa hoemapapa
Hoempapa hoempapa hoemapapabwaa
Jodelohotie
Jodelohotie
Jodelohotie
Jodelohotie
Allemaal
de schuld van Karel Nooitgedacht. Met zijn goede adviezen.
Het was
begonnen toen Murk Karel was tegengekomen. Karel vertelde dat zijn
stiefvader was overleden en de crematie aanstaande is.
Murk had zijn
hart over zijn mislukte versierpoging bij zijn drinkebroer gelucht.
''Mijn
beste vrienden hebben relaties. Waarom ik dan niet?''
Karel
had zijn hoofd geschud en verkondigd dat het een kwestie van durf
was.
''Je moet er gewoon voor gaan. Hoe onbereikbaar de liefde ook lijkt.''
Murk
had verteld wat zijn type was.
''Mijn
voorkeur gaat uit naar een vrouw met veel humor. Een vrouwelijke
versie van Hans Teeuwen met kleine stevige tieten. Heeft Herman Finkers wellicht een zus? Lenette van Dongen een dochter? Of Tineke Schouten een liefdesbaby van André van Duin? Ik
ben ooit na een ontmoeting met Theo Maassen in een kroeg bij een van
zijn optredens uitgenodigd en werd daarna voorgesteld aan zijn zus.
Was dit wellicht een, wat je noemt, gemiste kans?''
Karel
had gelachen en de veronderstelling uitgesproken dat een zus van
Herman Finkers waarschijnlijk over een snor zou beschikken.
En
toen hadden ze wat gegoogeld en waren tot de ontdekking gekomen dat
Finkers een zus had. Eentje zonder snor. Dat zij in Louloenen-Oost
woonde en een impresariaat bestierde.
Murk
vond dat er best appetijtelijk uitzag. Zelfs als ze wel een snor had
gehad.
Karel
had Murk aangemoedigd er werk van te maken. Een uitdaging.
''Doen,
joh! Zelfs als je over de heuvel bent, blijkt er aan de andere kant
ook nog groen gras te zijn.''
En
zo had Murk een klein dozijn biertjes later het idee voor de aubade
gekregen.
''Ik hoop maar dat ze een balkon heeft
en daar met een glas rosé van de zwoelheid van een warme lenteavond
zit te genieten. Als ik eerst moet aanbellen, weet ik niet of ik het
wel aandurf. Een aubade in een tochtig trapportaal is toch anders.''
Karel had een nieuwe versie van Fair
Swiss Maiden, een door André van Duin als Angelique
gecoverd lied, geschreven en Murk was op weg gegaan naar zijn Twentse
begeerdeerne.
Het was weliswaar nog lang geen avond,
maar het is nooit te laat om op tijd te komen.
Murk sjokt naar de overkant van de
straat, hoempapaat nog wat na en staart naar het huis van zijn
aanbedene. De deuren van het balkon zijn en blijven gesloten.
Er rijdt een pizzabezorger de stoep op.
Hij parkeert zijn scooter en belt aan.
Juist op dat moment arriveert een
politieauto. Reagerend op diverse meldingen op hetzelfde adres.
Bij de eerste alarmering was er sprake
van een vrouw die werd lastiggevallen. Met gezang. Dat had geen
prioriteit. Maar toen er daarna opnieuw sprake was van burengerucht,
vond men het raadzaam toch maar poolshoogte te gaan nemen.
Angelique trekt fluks wat kleren aan en
loopt de trap af.
Halverwege treft ze haar Poolse
benedenburen. Ook op weg naar de voordeur.
Gezamenlijk staan zij de politie te
woord.
De Polen, net ontwaakt na een late
dienst, doen hun beklag over het liederlijke gedrag van die
Hollander.
''Hij zal wel dronken zijn geweest. En
dat midden op de dag! Daar zou een meldpunt voor moeten komen.''
Angelique maakt gewag van de op haar
toegespitste tekst.
''Het moet een stalker zijn. Hij wist
precies waar ik weg kom.''
De pizzamocro weet van niets. Hij zingt
nooit en is geen Hollander.
''Ik kom alleen een pizza afleveren.
Een pizza prosicutto.''
Na bestudering van de bestelbon blijkt
het hier een Pizza Prosciutto te betreffen. Met tomatensaus, verse
spinazie, mozzarella, mozzarella balletjes, rode ui, Italiaanse ham,
oregano en lente-uitjes. Inmiddels behoorlijk afgekoeld.
De agenten starten een uitvoerig
buurtonderzoek. Er blijkt niemand in de woning, noch in de belendende
panden, aanwezig te zijn die een pizza heeft besteld.
De pizzakoerier wordt heengezonden en
de politieauto vertrekt. Angelique en haar Poolse buren trekken de voordeur
achter zich dicht.
Murk ziet geen reden zich nog langer
doelloos te blijven ophouden.
Als hij zich uit de straat verwijdert,
ziet hij Karel op een bank aan de rand van een parkje zitten. Met een
blik bier en een verrekijker. Hij heeft het hele tafereel aanschouwd.
Van een veilige afstand.
Van een veilige afstand.
Karel legt gierend van het lachen uit
dat hij getuige wilde zijn van de vorderingen, die Murk op het smalle
liefdespad maakte. En toen daar weinig vaart in zat een pizza had
besteld. Hij wist wel een adresje om het te laten bezorgen. Om wat
leven in de brouwerij te brengen. Dat was gelukt.
Murk denkt dat hij er wellicht later
wel om zal kunnen lachen. Maar nu nog even niet.
Als Murk thuiskomt, is hij net op tijd
voor een ingelast journaal.
Wouke van
Scherrenburg van de Rijksvoorlichtingsdienst maakt bekend dat Herman
Diederik Tjeenk Willink, de vicepresident
van de Raad van State, na het aftreden van Beatrix het regentschap
van de Republiek Gedogia op zich neemt en Hans
van Mierlo tijdens de overgangstijd van monarchie naar republiek
leiding zal geven aan een team van vijf informateurs. Naast Van
Mierlo zijn Jan Marijnissen, Andrée van Es, Ruud Lubbers en Hans
Dijkstal aangezocht. Het doel is tot een kamerbrede meerderheid van
zeven partijen te komen, teneinde de alteratie zo soepel mogelijk te
laten verlopen.
Murk
luistert met een half oor naar de commentaren van oud-politici en
politieke redacteuren in de actualiteitenprogramma's die op het
journaal volgen.
Maar
hij is er niet echt met zijn kop bij. Hij wil een vers hoofdstuk
schrijven.
Hij
opent zijn laptop en begint zijn belevenissen van die dag te tikken.
Een stukje verwerking.
Als
het gereed is, besluit hij het te printen en bij de vrouw, die de
aanleiding tot zijn hartstochtsmart vormt, te bezorgen.
Zij
heeft er recht op te weten wat die dag nou precies onder haar balkon
heeft plaatsgegrepen.
Hij
trekt zijn stoutste schoenen en een jas met capuchon aan. Zijn
gezicht durft hij in die straat voorlopig niet meer te vertonen.
Het
deemstert boven Louloenen aan Den Doolaard.
Angelique
zoekt verkoeling op haar balkon. Met een prosecco. Klikt een oude
aflevering Van
Jonge Leu en Oale Groond op
haar schootcomputer aan. Heimweekijken. Even terug naar Tukkerland.
De
brievenbus kleppert. Een merkwaardig tijdstip voor postbezorging. En
zo laat worden er nooit folders op de mat gedumpt.
Zij
staat op en werpt een blik over de balustrade. De straat is verlaten.
Op een figuur met gekromde rug, die richting park sloft, na.
De
prangende nieuwsgierigheid die haar teistert, noopt haar de twee
verdiepingen naar de voordeur af te dalen.
Twee
keer zestien treden naar beneden. Een envelop! Weer twee maal zestien
schreden terug.
Angelique
scheurt nog nahijgend het epistel open. Leest en schudt haar hoofd.
''Wat
hef den vent 'n spinsels inne bol. Aan mien lief geen gehoempapaa.''
Geen opmerkingen:
Een reactie posten