maandag 1 juli 2013

Voorwoord Seizoensgebonden

Veel schrijvers houden één bepaalde lezer voor ogen bij het schrijven van een roman.
Bij het herschrijven van Seizoensgebonden besloot ik voor dit doel een zeer kritische lezer te kiezen.
Toen ik bij een bezoek dat ik tijdens de Boekenweek 2010 aan gemeenschappelijke vrienden bracht en voor het eerst sinds jaren I. weer ontmoette wist ik dat ik de juiste persoon gevonden had.
Zij gaf stevig af op het Boekenweekgeschenk Duel en de rest van het oeuvre van Joost Zwagerman, waar volgens haar een flink deel uit geschrapt kon worden, omdat het vreselijk langdradig was.

Ik heb een aantal meelezers, die weinig gelezen hebben, die mijn boek ‘best wel goed’ vinden en een aantal die meer belezen en dientengevolge wat kritischer zijn.
En daarnaast vind ik dat mijn boek voor deze brede groep leesbaar moet zijn.
Dus leuk genoeg om door te blijven lezen, ook door de wat minder toegankelijke gedeelten, voor iemand die bijvoorbeeld eigenlijk helemaal geen zin heeft te lezen over een oude, dementerende vrouw die na een val in een verzorgingshuis belandt, omdat er zoveel leuke passages doorheen zijn gevlochten dat als ze het boek uit hebben tot de conclusie komen dat ze de beschrijving van al die ellende toch wel mooi hebben gevonden.
Je kunt natuurlijk geen boek schrijven dat iedereen goed vindt, maar je kunt daar wel naar streven.

Hoewel I. niet tot de lezerskring behoorde die mij tijdens het schrijven van Seizoensgebonden met suggesties om mijn boek te verbeteren ter zijde heeft gestaan, is zij me door haar opmerking over het werk van Zwagerman te maken zeer behulpzaam geweest.
Het is als auteur natuurlijk nooit leuk om te vernemen dat sommige stukken van je boek stomvervelend worden gevonden, maar ben erg blij dat zij de gedachte dat een groot gedeelte altijd nog veel scherper geformuleerd kan worden nog dieper bij mij heeft ingeprent.
Voor mij was I. dus de ultieme lezer.
Ze heeft niet snel de nijging om mild te oordelen over wat ik geschreven heb, zoals iemand die familie of nauw bevriend is.
Ik denk dan ook met veel plezier terug aan de laatste woorden die zij mij op die lentedag in 2010 ten afscheid toevoegde.
“Hé, ik wil volgend jaar niet opnieuw horen dat je je boek nog niet voltooid hebt!”
Erg motiverend.

Rest mij mijn dank aan mijn lief en muze Marianne Cramer uit te spreken.
Zonder wier raadgevingen en correcties Seizoensgebonden nog vol met foutjes, die je als schrijver in je eigen werk nu eenmaal over het hoofd ziet, zou staan.
En er miste ook nog altijd iets in Seizoensgebonden en in mijn leven, een romantische c.q. erotische verhaallijn, zij heeft mij de inspiratie daarvoor gegeven en we hebben het laatste gedeelte van Seizoensgebonden dus eigenlijk samen geschreven.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten