De telefoon maakt een rinkelend geluid. Murk geeft daar gehoor aan.
De beltoon blijkt door Maike Talsma vanuit het verre Fryslân in
werking te zijn gesteld.
Murk heeft al in geen tijden contact met zijn vriendin uit het
Noordelijkste gouw van Gedogia gehad en is blij haar weer eens te
kunnen spreken.
Nadat Murk en Maike de obligate vragen over het welzijn van
gemeenschappelijke
vrienden en kennissen hebben uitgewisseld, komt de progressie van de
contemporaine
Gedogiaanse literatuur ter sprake.
''Hoe gaat het nou met je linkse hobby, lukt het nog een beetje met
je boek? Ik heb al
maanden geen nieuwe hoofdstukken meer van je ontvangen.''
Murk
verklaart dat hij weliswaar
dag in dag uit driftig bezig
is, maar dat het toch niet
echt meevalt 'de Grote
Gedogiaanse Roman van de eenentwintigste eeuw'
te voltooien.
immers ook niet in een dag in Rome geschreven.''
Het
gesprek kabbelt
nog een tijdje heen en weer over de Noord- Zuidelijke telefoonlijn.
Maike
beëindigt
het gesprek met een laatste bellettriviale
raadgeving.
''Man, je bent echt hartstikke goed in het op papier zetten van jouw
blik op de actualiteit, er is niemand die dat zoals jij in het
perspectief van dit tijdsgewricht kan zetten, daar moet je vooral mee
doorgaan!''
Murk
legt de hoorn neer,
zet de radio aan en valt op
hetzelfde moment weer
met zijn neus in de boter van het heden. De
reguliere uitzending op Radio Een wordt ruw onderbroken. Er
is 'Brekend
Nieuws!'
Gebracht met een grafstem. Er
moet bijkans wel
iets vreselijks zijn gebeurd.
''Het
is 10 uur 40. Bobby Farrell, de danser en zanger van Boney M is
hedenochtend in zijn
hotelkamer
in Sint-Petersburg overleden.''
Murk
schrikt, hij wil eigenlijk niets liever dan zich subiet aan een kort,
vlammend retrospectief over het leven, oeuvre en verscheiden van dit
jaren '70 icoon gaan wijden.
Maar nadat
de titel 'Goodbye Daddy Cool'
is ingetikt,
besluit hij dat het misschien toch maar beter is om door te gaan met
het werken aan zijn 'Magnum Opus'.
'Seizoensgebonden'
moet eerst af! Ooit. Voor eens en voor altijd. Voor de roem en de
eeuwigheid. Zijn lezers kunnen niet wachten.
En ja,
uiteraard ook voor I., een uitgesproken lezeres, die het werk van
notoire auteurs altijd genadeloos afkraakt, omdat sommige gedeelten
haar 'toch best wel' enigszins langdradig overkomen, wier kritische
blik Murk immer in gedachten houdt als hij zijn boek op kwaliteit
probeert te beoordelen.
''Als I.
mijn leesvoer al niet vreet, wie dan nog wel?''
Murk ziet
de volgende ontmoeting met 'hare critica' met lede ogen aan.
''Nee, dit
keer zal hij I. wel met opgeheven hoofd tegemoet kunnen treden en
melden dat zijn roman gereed is.''
De
eenentwintigste eeuw sleept zich naar alle verwachtingen nog ruim
acht decennia voort.
Maar je
kunt eigenlijk toch nooit vroeg genoeg beginnen met het schrijven van
het boek van het centennium.
''Dan houd
je daarna tenminste nog wat tijd over om megalomaan te dromen over
een volgend boek, de roman die het millennium zou kunnen gaan
overleven.''
''En tja,
wie kent over 100 jaar Bobby Farrell nou nog?''